Soms kan de pijn zelfs toenemen. Als dit niet snel verbetert, dan raden we u geen tweede behandeling aan. Tijdens een controleafspraak bespreekt de verpleegkundige of de specialist het resultaat en mogelijke verdere behandeling met u.
Als de pijn snel afneemt na de eerste behandeling, moet er geen extra behandeling worden uitgevoerd. Als de pijn ondraaglijk is of na ongeveer 12 weken onvoldoende verminderd is door medicatie, oefentherapie of na een inspuiting, kunnen we een operatie overwegen om de hernia weg te nemen.
Andere opties zijn onder meer fysiotherapie of psychotherapie, chirurgische ingrepen, lokale injecties, of een medisch implantaat zoals een neurostimulator of medicijnpomp. Bespreek met uw arts wat voor u de beste behandeling is voor uw chronische pijn. Mogelijk zijn niet alle behandelingen geschikt voor uw type pijn.
Als een behandeling daar niet genoeg helpt, kan uw huisarts of specialist u verwijzen naar het UMCG Pijncentrum. Ook uw behandelaar in het UMCG kan u naar ons doorverwijzen.
Er gelden geen speciale leefregels of beperkingen. Het resultaat van een epidurale injectie is pas merkbaar na enkele dagen tot weken. De specialist spreekt met u af wanneer u terug moet komen op de polikliniek om het resultaat van de behandeling te bespreken. Het is mogelijk dat u napijn krijgt.
De eerste 24 uur na de behandeling mag u niet actief deelnemen aan het verkeer. U doet het de eerste dag best ook rustig aan. Het is mogelijk dat uw nek of rug pijnlijk aanvoelen in de dagen na de behandeling. Dit is een gevolg van de prik zelf en van de reactie van het lichaam op een lichaamsvreemde stof.
Resultaat. Een afname van de pijn is meestal pas na 3-7 dagen merkbaar en blijft maximaal enkele maanden voortduren. Het kan zijn dat de pijn meerdere oorzaken heeft, waardoor een epidurale injectie niet altijd voldoende is.
Als bovengenoemde pijnstillers niet tot het gewenste resultaat leiden, kan een anesthesioloog-pijnspecialist mogelijk opioïden in het ruggenmergvocht (epiduraal of spinaal) toedienen.
Nadat de pijn geleidende zenuw is opgespoord, kan een definitieve zenuwblokkade worden uitgevoerd. Dit wordt gedaan door verhitting, koude (vriezen), of met een speciale vloeistof. Een definitieve zenuwblokkade kan langere tijd pijnvermindering geven en zo nodig worden herhaald als de pijn toch terugkeert.
Een beknelde zenuw in de rug wordt ook wel zenuwcompressie genoemd. Dit resulteert in pijn rondom de aangedane zenuw en uitstralende pijn, afname in kracht en tintelingen in het gebied dat de zenuw aanstuurt. De locatie van de beknelde zenuw bepaalt waar de klachten optreden.
pijn door aanraking. pijn door temperatuurswisselingen. brandende of stekende pijn. evenwichtsstoornissen, vooral bij het lopen op een oneffen ondergrond of in het donker.
Het is niet mogelijk om meerdere blokkades, zowel proef- als zenuwblokkades, op dezelfde dag uit te voeren. Een zenuwblokkade wordt uitgevoerd met behulp van stroom, verhitting, kou of een ontstekingsremmer. De behandeling kan 2 tot 4 keer per jaar gedaan worden.
Vaak zijn er twee of drie infiltraties nodig, steeds met tussenpozen van twee tot drie weken. U mag zich omkleden en een operatiehemdje aantrekken. Naar- gelang de behandeling zal u een infuus krijgen.
Direct na een injectie minder pijn (het verdovend effect van Lidocaïne) De pijn komt na 2 uur terug (het middel voor de verdoving is uitgewerkt) Afname van de klachten na 2-3 dagen (het cortison begint te werken) Volledige effect is na twee weken goed te beoordelen.
Bij een epidurale infiltratie wordt een corticosteroïd ingespoten rond de zenuwen die uit de rug komen. De corticosteroïden hebben als doel de ontsteking en zwelling rond de zenuwen weg te nemen. Vaak is nog een tweede of derde infiltratie nodig na enkele weken om de pijn onder controle te krijgen.
De fysiotherapeut helpt u om rustig in beweging te komen én te blijven. In veel gevallen zal de arts ook een pijnstiller voorschrijven. Omdat paracetamol vaak goed werkt, is dat de eerste keus. Vermindert paracetamol de pijn onvoldoende, dan krijgt u een sterkere pijnstiller.
Begin altijd met paracetamol. Dit heeft de minste bijwerkingen. U kunt ook een gel met pijnstiller op uw rug smeren, zoals diclofenac gel of ibuprofen gel. Kijk bij pijnstillers zoals ibuprofen, naproxen of diclofenac.
In het kort. Tramadol is een sterke pijnstiller. Morfine, fentanyl en oxycodon zijn heel sterke pijnstillers. Bijwerkingen zijn suf zijn, moeilijk poepen, duizelig zijn en verslaving.
Limiteer of vermijd ook de inname van fastfood en suiker.
Kies voor water in plaats van frisdrank, en kies voor gezonde snacks zoals een stuk fruit, groente, of magere yoghurt. Probeer meer thuis te koken en minder af te halen.
Zenuwpijn kan erger worden of pijnscheuten geven: bij aanraken, kou of wrijven. Probeer daarom de huid niet aan te raken, niet te wrijven en te voorkomen dat de huid koud wordt. Sommige mensen vinden het wel prettig om de pijnlijke plek warm te maken of juist koud. Dat kan helpen om de pijn minder te maken.
Zenuwpijn is tintelende, prikkelende, branderige pijn. De zenuw kan ontstoken zijn, zit klem of is beschadigd. De pijn blijft vaak weken tot maanden. Bij zenuwpijn helpen pijnstillers vaak minder goed.
Het kan voorkomen dat de ruggenprik onvoldoende pijnstilling geeft. In dat geval kan de anesthesioloog u extra medicijnen geven. Helpt dit ook niet genoeg, dan is het nodig om u alsnog algehele anesthesie te geven. Tijdens de procedure kan het zijn dat u een prikkeling voelt die uitstraalt naar uw been.
De proefblokkade of langdurige zenuwblokkade duurt vijftien minuten tot drie kwartier. Na afloop van de behandeling komt u terug in de voorbereidingsruimte. Na een proefblokkade of langdurige zenuwblokkade kan tijdelijk krachtverlies en uitval van gevoel optreden.