was is voor I , he , she , it en were bij they , we , you het betekent hetzelfde dus bv I was yesterday sick , ik was gisteren ziek. we were yesterday sick, wij waren gisteren ziek. alleen dan voor meerdere personen en dat is dan ook het verschil were is voor meer dan 1 persoon en was voor 1 persoon.
4 antwoorden
Was gebruik je bij: I, He, She en It: de enkelvoudige persoonlijke voornaamwoorden. Were gebruik je bij: We, You en They: de meervoudige persoonlijke voornaamwoorden.
Gebruik was bij het bespreken van iets enkelvoudigs dat bestond of waar was in het verleden : De cover van het boek was prachtig ontworpen. Gebruik was bij het bespreken van iets meervoudigs dat bestond of waar was in het verleden: De pagina's van het boek waren fris en nieuw.
De past continuous van elk werkwoord bestaat uit twee onderdelen: de verleden tijd van het werkwoord "to be" (was/were), en de basis van het hoofdwerkwoord +ing.
Je kunt de past simple herkennen door de aanwezigheid van woorden die verwijzen naar het verleden. Denk hierbij aan woorden als yesterday, last week, in 1997, when I was younger en ago.
In de meeste gevallen maak je de verleden tijd door simpelweg -ed achter het werkwoord te zetten. In sommige gevallen is er een extra verbindingsletter, zoals bij travel - travelled (Brits Engels). travelled by bus this morning. travelled by bus this morning.
We're is bijvoorbeeld een samenvatting van we are. Als je dus in het Nederlands een zin hebt waarbij je wij zijn gebruikt, dan kun je in het Engels zowel we're als we are gebruiken.
De negatieve, korte vormen van was not en were not zijn wasn't en were't, maar er zijn geen korte vormen van was en were in bevestigende zinnen .
De past continuous beschrijft handelingen of gebeurtenissen in een tijd voorafgaand aan het heden, die in het verleden begonnen is en die nog steeds aan de gang is op het moment van spreken. In andere woorden, het beschrijft een onafgemaakte of onvolledige handeling in het verleden.
Gebruik "I was" wanneer u uw eerdere actie of staat van zijn uitdrukt (bijv. "I was hungry"). Gebruik "I were" wanneer u de conjunctief gebruikt of hypothetische situaties uitdrukt. In deze gevallen wordt "I were" meestal voorafgegaan door woorden als "if" en "wish" (bijv. "If I were younger").
De zin "I was here" is correct . In de verleden tijd is de correcte vorm van het werkwoord "to be" "was" voor "I" en "he/she/it," en "were" voor "you/we/they." In sommige conjunctieve modi of voorwaardelijke statements wordt "were" echter voor alle subjecten gebruikt.
De Past Simple gebruik je vooral als je het hebt over simpele feitjes uit het verleden: je hebt toen iets gedaan (bijv. I walked home tonight). De Past Continuous benadrukt meer dat de actie een tijdje duurde; je was iets aan het doen.
te meestal voor twee situaties: Een doel. Waarvoor kun je het gebruiken? Het geeft meer informatie over een adjectief.
Gebruik: Je gebruikt 'used to' om te verwijzen naar dingen die eerst zo waren, maar nu niet meer. In het Nederlands zeg je dan vaak 'Vroeger…'. I used to have a rabbit.
Er is geen natuurlijke/gebruikelijke afkorting voor "I was" . Iemand die met extreem slang spreekt, en een geaffecteerd accent, zou kunnen zeggen "I's garn down town when I saw dis babe", maar het gebruik zou zeldzaam zijn.
HRU is een acroniem dat staat voor hoe gaat het met je?
De past simple van regelmatige werkwoorden wordt meestal gevormd door "-ed" toe te voegen aan het einde van de infinitief (bijv. "talk" wordt "talked"). Onregelmatige werkwoorden volgen geen specifiek patroon: sommige nemen dezelfde vorm aan als de infinitief (bijv. "put"), terwijl andere volledig veranderen (bijv. "go" wordt "went").
Het woord their is een bezittelijk voornaamwoord en betekent hun.Het woord there betekent daar(heen) of er. The employees are doing their job. (De werknemers doen hun werk.)
was is voor I , he , she , it en were bij they , we , you het betekent hetzelfde dus bv I was yesterday sick , ik was gisteren ziek. we were yesterday sick, wij waren gisteren ziek. alleen dan voor meerdere personen en dat is dan ook het verschil were is voor meer dan 1 persoon en was voor 1 persoon.
Regelmatige werkwoorden
De regel voor de simple past tense is heel makkelijk te onthouden. Je hoeft alleen maar -ed toe te voegen aan de basisvorm of infinitief werkwoord, (of -d als de wortelvorm al eindigt op een e) . De infinitief of basisvorm van het werkwoord is hoe het werkwoord in het woordenboek verschijnt, bijvoorbeeld "walk".