Het ene kind vertoont misschien meer dwars gedrag dan het andere kind. Het is een normaal verschijnsel en hoort bij het opgroeien. Sommige kinderen ontdekken hun eigen wil en zitten midden in een identiteitsontwikkeling. Andere kinderen nemen niet zonder meer aan wat volwassenen tegen hen zeggen.
Stel grenzen aan je dwarse peuter
Je peuter heeft dit nodig omdat hij het liefst alles wilt, maar zelf nog niet kan inschatten wat goed voor hem is. Met het stellen van grenzen belemmer je hem niet, je geeft hem juist een veilig gevoel. Probeer een evenwicht te vinden, want té strenge regels is ook niet de bedoeling.
Vanwege het gedrag van je peuter in deze fase wordt deze periode nogal eens de 'peuterpuberteit' genoemd. Je peuter is bezig met de ontwikkeling van zijn eigen persoonlijkheid. Hij is vaak dwars en koppig, maar kan ook ontzettend veel plezier hebben, of onzeker zijn. Hij valt van de ene emotie in de andere.
Je kind wil steeds meer zelf doen en bepalen. Maar dat lukt of mag niet altijd. Ook kan je kind zijn gevoelens nog niet goed uiten door te praten. De frustratie over iets wat je kind nog niet lukt of mag kan zich uiten in boos, brutaal en opstandig gedrag.
Een kind van 2, 3 of 4 jaar laat vaak agressief gedrag zien, zoals slaan, duwen, bijten of schoppen. Bijna alle kinderen zijn wel eens opstandig of agressief. Je kunt ervan schrikken en het is niet leuk. Toch is het bij jonge kinderen normaal en hoort het bij de ontwikkeling.
Verschijnselen van ODD
vindt het moeilijk te gehoorzamen, gaat snel in verzet. is snel boos of gefrustreerd. heeft vaak de neiging anderen te ergeren of te plagen. geeft vaak anderen de schuld van zijn eigen fouten.
Peuterpuberteit: symptomen
Niet luisteren naar wat je vraagt of zegt. Wegrennen. Zeuren en jammeren om de eigen zin door te drijven. Agressie (slaan, schoppen, duwen, trekken, met dingen gooien) in reactie op frustraties en grenzen.
Driftbuien tussen anderhalf en vier jaar zijn normaal
Dit is normaal. Peuters kunnen nog niet goed met hun emoties omgaan en hebben daarom jou als ouder nodig om hen hierbij te helpen. Vanaf drie jaar worden driftbuien langzaam minder en rond het vijfde jaar zijn de driftbuien vaak zo goed als verdwenen.
De moeilijkste leeftijd bij kinderen? Volgens Amerikaans onderzoek is dat 12 tot 14 jaar. Waar kleine kinderen vooral fysiek veel van hun ouders eisen, wordt het op die leeftijd eerder mentaal zwaar.
'Goede straffen' kunnen zijn: een time-out (even stil zitten in de gang of in een hoekje zonder aandacht) of een speeltje afnemen en het een etmaal verborgen voor hem houden. Ook slecht of zeurend gedrag compleet negeren kan bij sommige peuters werken. Een corrigerende tik is geen goed idee.
Vanaf 2 jaar maakt je peuter enorme sprongen in zijn taalontwikkeling. Zijn woordenschat neemt snel toe, soms met wel tien woorden per week. Rond deze leeftijd kunnen de meeste kinderen ook 'zinnetjes' maken van twee woorden, zoals 'mama eet'.
Omgaan met je kind in de koppigheidsfase. Omgaan met een koppige peuter vraagt veel geduld en begrip, maar ook duidelijke grenzen en een consequente aanpak. Als ouder moet je ernaar streven om zo min mogelijk boos te worden, en toch duidelijk maken dat je kind niet zomaar alles mag doen of hebben.
Door rustig te blijven geef je je kind de ruimte om boos te zijn. Heb veel geduld. Bedenk elke keer dat een kind zijn boosheid en emoties uit bij jou waar hij zich veilig genoeg voelt om zijn emoties te tonen. Omdat je tijdens een echte woedebui geen contact met je kind krijgt, laat je hem het beste uitrazen.
De nee-fase kan twee maanden, maar ook de hele peuterpuberteit duren. Net zo snel als je kindje ermee begon, kan hij er ook weer mee ophouden.
Een driftbui is een heftige manier van reageren en gevoelens uiten. Ze voelen emoties en hebben nog niet geleerd hiermee om te gaan. Daarom dat de emotie er heel heftig uitkomt. Als het bijvoorbeeld tijd is om te vertrekken na een uur spelen in de speeltuin, vindt je peuter dit niet leuk.
Kinderen tussen de 18 maanden en 4 jaar gaan de wereld ontdekken. Ze merken dat ze een individu zijn (een eigen ik hebben) en gaan hun grenzen verkennen. Ze willen steeds meer zelf doen en van alles uitproberen.
Ook kan je kind in de peuterpuberteit last hebben van stemmingswisselingen, wat voor hem zelf ook best verwarrend kan zijn. Het ene moment voelt hij zich ontzettend blij en het volgende bang of verdrietig of boos. Op deze leeftijd zijn kinderen nog erg ongeremd in hun emoties en kunnen zich nog niet goed beheersen.
Dagelijks schreeuwen tegen je kind levert volgens onderzoekers namelijk angstige kinderen op, die bovendien vaak gaan liegen. "Het gevolg van een schreeuwen is dat kinderen alles gaan doen voor de goedkeuring van de ouder, om te checken of je nog wel van ze houdt."
Driftbuien, niet luisteren en ontzettend eigenwijs zijn, dat is wel zo'n beetje mijn eigen samenvatting van de gevreesde terrible two-fase. Deze fase, waarin kinderen van de rond de twee jaar hun afhankelijkheid opzoeken, kan behoorlijk pittig zijn. Hoe je 'm overleeft? Geduld en begrip schijnen de codewoorden te zijn.
Bij kinderen en jongeren met ODD en CD nemen de symptomen over het algemeen in de loop der tijd af, ook zonder behandeling. Sommige kinderen en jongeren blijven symptomen vertonen, bij anderen nemen de symptomen af en verdwijnt de diagnose (Bunte e.a., 2014; Lahey e.a., 1995).