In het Standaardnederlands zijn toilet en wc beide correct.Het maakt dus weinig verschil welk woord je gebruikt.Het berust namelijk niet op taalkundige, maar sociale normen. De ongeschreven regel luidt dus: zolang je je dus prettig voelt bij het woord dat je gebruikt, kan het niet fout zijn.
Afkomstig van het Franse woord toilette, een verkleinvorm van toile (doek). Het begrip evolueerde van "zich kleden" tot "kleedkamer" tot "kleedkamer met voorzieningen zoals wc" tot de huidige betekenissen 1 en 2.
De wc is juist. Het is gebruikelijk om wc als mannelijk de-woord op te vatten. Een beetje vreemd is dat wel, want wc is een afkorting van watercloset, en dat is een het-woord. Normaal gesproken krijgt een afkorting hetzelfde lidwoord als het voluit geschreven (kern)woord.
Een koelkast koelt etenswaren; er zit geen ijs in. In de voorloper van de koelkast, de ijskast, was dat wel het geval: dat was een goed afgesloten kast of ruimte die koel gehouden werd met ijsbroden – grote stukken ijs. De benaming ijskast is overgegaan op de met elektriciteit gekoelde koelkast.
De Nederlandse adel houdt hardnekkig vast aan een eigen spreektaal, waarmee men elkaar al binnen twee woorden herkent als 'uit een nette familie' dan wel als 'niemand'. Cruciaal in de taal van de Nederlandse adel zijn allerlei 'verboden' woorden en gezegden, die iemands bourgeois-achtergrond direct verraden.
Je bent van adel als je afstamt van een vader die van adel is en die bovendien dezelfde achternaam heeft als jij, omdat titel en predikaat met de achternaam verbonden zijn en adeldom alleen in de mannelijke lijn kan worden doorgegeven.
De voorkeur voor taartje heeft geen taalkundige grond: het is een sociale norm. In het Standaardnederlands zijn gebakje en taartje beide juist. In de hoogste kringen, zoals bij de adel, is voor een deel een eigen dialect ontstaan, waarmee men zich onderscheidt van de 'gewone burger'.
Frigo* wordt in België geregeld gebruikt, maar het is geen standaardtaal. IJskast en koelkast zijn standaardtaal in het hele taalgebied. Zuivelproducten kun je het best bewaren in de koelkast / ijskast.
Tegenwoordig is het meest gebruikelijke woord voor een nagerecht “toetje”. De firma Mona laat Nederland in 1971 kennis maken met hun vla en zo ontstond het Mona-toetje. Zo werd het Mona-toetje na het eten – ook door de weeks – een begrip. In de jaren 70 werd er ook nog gesproken over nagerecht, toespijs of dessert.
1834 De Amerikaanse uitvinder Jacob Perkins verkrijgt het eerste patent op een koelmachine. 1856 Het koelen van bier is het eerste praktische gebruik van de koelmachine. 1859 Verschillende bronnen duiden op Ferdinand Carré als de uitvinder van de koelkast.
De Romeinen maakten gebruik van een voorloper van de moderne WC. In Pompeï en Herculaneum zijn privaten gevonden die op een continu spoelend riool waren aangesloten.
Aan alles was gedacht en als voorloper van het wc-papier, werd een spons op een stok gebruikt waarmee het achterwerk kon worden schoon geveegd. De spons werd vervolgens in het stromende water afgespoeld en kon weer gebruikt worden door de volgende bezoeker. De toiletten werden gebouwd op de hoek van de straten.
Onder latrine verstaat men tegenwoordig een in de grond gegraven (tijdelijke) plek voor het doen van behoeftes, zoals in een legerkamp.
Het kan verwijzen naar het hartje op speelkaarten: een toiletbezoek was ooit taboe, net als spelen met kaarten. Het hart kan ook verwijzen naar de 'innerlijke' mens. Sommige mensen zeggen dat een goede stoelgang 'deugd doet aan het hart'.
In de middeleeuwen kwamen de uitwerpselen vaak in de gracht of op straat terecht. Vooral in de drukbevolkte steden bracht dat in de zomer een geweldige stank met zich mee en natuurlijk ook de nodige ziekten. Daarom besloten gemeenten dat de poep voortaan moest worden opgehaald.
Maar waarom heet dat ook wel een toetje? Het woord toetje is ontstaan door het woord 'toenemen'. Je neemt dus na het hoofdgerecht iets toe. In de volksmond werd dat verkleind naar het woord toetje.
Toetjes waren iets voor rijke mensen, als zoete afsluiting van de maaltijd. Een toetje als 'genotsgerecht' was alleen weggelegd voor de gegoede burgers. In het eerste kookboek uit Nederland Eenen nyeuwen coock boeck (1560) worden zure en wrange vruchten, kaas, noten en 'geconfyte kruyden' genoemd als nagerecht.
De trek in zoet overheerst daardoor na de maaltijd. Voorbeelden van nagerechten zijn kaas, consumptie-ijs, gebak, vruchten, yoghurt en combinaties van koffie, likeur en chocolade.
IJskast en koelkast zijn standaardtaal in het hele taalgebied. Frigo wordt in België geregeld gebruikt, maar het is geen standaardtaal.
In het Standaardnederlands zijn toilet en wc beide correct. Het maakt dus weinig verschil welk woord je gebruikt. Het berust namelijk niet op taalkundige, maar sociale normen. De ongeschreven regel luidt dus: zolang je je dus prettig voelt bij het woord dat je gebruikt, kan het niet fout zijn.
Een koelkast of ijskast (in België informeel ook frigo) is een apparaat voor het gekoeld bewaren van etenswaren en dranken.
Een stukje cake eten kan meestal niet zoveel kwaad – als je het bij een houdt tenminste. Afhankelijk van hoe groot je stuk is, bevat het gemiddeld 77 calorieën. Ook met een stuk kersenvlaai zit je relatief safe.
Een ouderwetse appeltaart is niet gezond. Er zit veel roomboter, suiker en witte bloem in. Bovendien bevat een punt appeltaart veel calorieën, vaak nog meer dan een punt slagroomtaart.
Op basis hiervan kunnen we concluderen dat een naturel kwarktaart het minst slecht is! Deze bevat minder calorieën dan een slagroom- of appeltaart, bevat minder koolhydraten en méér eiwitten. Wel bevat de naturel kwarktaart een paar gram vet meer dan de appeltaart.