Hoe droger de lucht , hoe beter het water verdampt. Bij hogere temperatuur is er ook meer energie beschikbaar om de verdampingsenergie te leveren, mede daarom gaat dat bij hogere temperaturen sneller.
Door de structuur van water zijn de moleculen ook in de vloeistoffase nog sterk geordend, daardoor heeft water een opvallend hoge verdampingswarmte. Het kost vijf keer zoveel energie om water te verdampen, dan dat het kost om het water van 0 °C tot 100 °C te verwarmen.
Koken is een bijzondere vorm van verdamping, die alleen bij de kooktemperatuur plaats vindt, met name in het inwendige van de vloeistof (dit in tegenstelling met gewone verdamping bij alle temperaturen, die alleen aan het vrije oppervlak gebeurt). Elke (vloei)stof heeft een ander kookpunt.
Verdamping is een natuurkundig proces waarbij een stof overgaat van de vloeibare naar de gasvormige fase. In de meteorologie bedoelen we met verdamping uitsluitend de overgang van water naar waterdamp. Op land spelen planten een belangrijke rol in dit proces. De term evapotranspiratie is daar een betere benaming.
Aan het begin van het groeiseizoen (begin april) verdampt er gemiddeld ongeveer 1,5 mm per dag. Naarmate het groeiseizoen vordert, loopt de verdamping op tot circa 3 mm per dag begin juli. Daarna daalt de verdamping weer. Op vijvers heeft de verdamping een geringe invloed.
Op het grensvlak tussen water en lucht zijn er altijd moleculen die 'los schieten' doordat ze in beweging zijn, en dus gasvormig worden. Hoe warmer het water is, des te meer watermoleculen 'schieten los'. Omgekeerd gebeurt op het grensvlak ook: moleculen worden weer vloeibaar.
Bij een temperatuur van 30 graden zou het bij een luchtvochtigheid van 60 procent om 18 gram gaan. De luchtvochtigheid speelt een rol bij de snelheid van verdamping.
Als de temperatuur onder de 0 graden is, verandert water in ijs. En wat gebeurt er als water heel warm wordt? Dan verandert het in piepkleine waterdruppels. Dat noem je waterdamp.
In de grote waterkringloop verdampt het water in zeeën en rivieren door de warmte van de zon. De waterdamp komt in de lucht en vormt een wolk. Als er genoeg damp in een wolk zit, gaat het regenen en valt het water weer terug op de aarde. Om drinkwater te maken, 'lenen' wij het water uit de kringloop even.
Water bestaat uit kleine deeltjes genaamd moleculen. Als water gaat koken wordt water in plaats van een vloeistof een gas. In een gas zitten de moleculen verder van elkaar af dan in een vloeistof. Daarom is een gas ook lichter dan een vloeistof er zitten minder moleculen in.
Die moleculen zitten dan in een gas (ook wel damp genaamd). Als een vloeistof kookt vliegen er ook moleculen weg, maar dan niet alleen van het bovenste laagje, maar ook uit het midden en zelfs van de onderkant van de pan of het bekerglas waar de vloeistof in zit. Koken is verdampen door de hele vloeistof heen.
Als je de deksel van de pan laat, verdampt het vocht. Op die manier dikt een saus of soep meer in en wordt deze sterker van smaak. Ben je producten aan het bakken waar vocht in zit, zoals wortels of aardappelen? Dan laat je de deksel ook van de pan zodat het vocht uit de groente verdampt.
De waarde van de kubieke uitzettingscoëfficiënt gamma is niet constant op het traject van 20 tot 100 graden Celsius. Het informatieboek Binas geeft gamma=0,00021 per kelvin, maar dat geldt alleen in de buurt van 20 graden Celsius. Water is een "onregelmatig stofje". m/rho(100)=99,823/0,95810=104,20 liter.
Als een vloeistof verdampt is daar energie (warmte) voor nodig. En als die warmte niet geleverd wordt door een externe warmtebron (bv gasvlam) dan wordt de benodigde energie onttrokken aan de vloeistof zelf en de directe omgeving van de vloeistof. Daardoor daalt de temperatuur van de vloeistof.
Johannes Diderik van der Waals ontdekte dat de kritische temperatuur van waterdamp 390° C bedraagt; boven die temperatuur kan het 'watergas' zelfs door compressie niet meer vloeibaar gemaakt worden.
Waterdamp. De zee loopt ook nooit vol omdat er steeds ook weer water uit de zee in de lucht verdampt. Die waterdamp gaat als wolken door de lucht en komt op het land als regen of sneeuw. Dat water komt dan als rivieren terug in de zee.
Omdat de totale hoeveelheid water op aarde niet verandert, kan het water dus nooit opraken. Dat is anders dan bij olie of gas dat in de aardbodem zit.
Kan hier het water ook opraken? Gelukkig hoeven wij ons in Nederland, ook bij een tijdelijk watertekort op tropische dagen, geen zorgen te maken over de drinkwatervoorraad. Het water dat vandaag uit de kraan komt is honderden, soms wel duizenden jaren geleden gevallen als regen.
Het water loopt eerst door kleine stroompjes en komt uiteindelijk terecht in een rivier. Via de rivier, met bijvoorbeeld een waterval, komt het dan weer in de oceaan terecht. Dus het water in de oceaan raakt nooit op en de cirkel is gesloten: het water kan weer verdampen en nieuwe regen brengen boven land.
Het koude water moet eerst opwarmen voordat het even warm is als het water dat uit je warme kraan komt. Dat kost tijd, en dus is koud water aan de kook brengen niet sneller. Koud water kan het warme water niet inhalen.
Door de verwarming van water zijn bijvoorbeeld veel opgeloste gassen uit het water verdwenen. Hoe minder gassen in het water, hoe makkelijker het water bevriest. Ook bevriest koud water langzamer, doordat er al snel een ijsvliesje ontstaat aan de buitenkant.
De meeste materie zet uit wanneer het wordt verwarmd, en krimpt als het afkoelt. Voor water geldt dit alleen bij temperaturen tussen 4°C en 100°C (kookpunt). Tussen het vriespunt (0°C) en 4°C zet water uit, wanneer het wordt afgekoeld. Bij 4°C heeft water een hogere dichtheid dan bij lagere temperaturen.
Het antwoord is verdamping. Mensen zweten, het zweet verdampt, de warmte die daarvoor nodig is wordt onttrokken aan het lichaam en dat koelt daardoor af. Zo kunnen mensen langere tijd bij temperaturen van 40 of zelfs 45 graden overleven.
Water verdampt vanaf het aardoppervlak, gaat vervolgens de atmosfeer in, koelt af en condenseert tot regen of sneeuw. Vervolgens verzamelt het water zich in oceanen, rivieren, meren en in de grond waarna de cyclus opnieuw begint. Het water verlaat hierbij de atmosfeer niet.
Bij zeer hoge temperaturen kan een zwembad alleen al door verdamping tot 3% van zijn watervolume verliezen. Deze endotherme reactie vindt plaats in elk zwembad. Het is een normaal en natuurlijk verschijnsel dat onvermijdelijk is.