In Nederland krijgt op dit moment slechts 20-25% van de baby's op 6 maanden uitsluitend borstvoeding. Uit kwantitatief onderzoek is gebleken dat 'pijn', 'werk' en 'te weinig melk' de belangrijkste redenen zijn om te stoppen met het geven van borstvoeding.
Vrouwen kunnen verschillende redenen hebben waarom ze ervoor kiezen om geen borstvoeding te geven, zoals een negatieve ervaring met borstvoeding in het verleden, seksueel misbruik, of een omgeving waarin borstvoeding niet vanzelfsprekend is of gestimuleerd wordt."
Sommige vrouwen ervaren ook stuwing of clustervoeding. Slechte hechting, "niet genoeg moedermelk voor het kind" en een onrustige baby waren de belangrijkste redenen om te stoppen met borstvoeding die werden genoemd in de Australische nationale zuigelingenvoedingsenquête (door ouders die volledig stopten met borstvoeding voor de leeftijd van 6 maanden).
71% van de vrouwen stopt eerder met het geven van borstvoeding dan ze hadden gehoopt. Twee derde was hierover teleurgesteld. 53% van de vrouwen start met het uitsluitend geven van borstvoeding bij de geboorte van hun baby. Dat is het laagst sinds de start van de metingen in 1997.
Afgezet tegen de gemiddelde levensverwachting komt dit bij mensen overeen met een speenleeftijd van drie tot vier jaar.
Bij kolven geldt hetzelfde als bij borstvoeding geven. Hoe leger en hoe vaker de borst wordt gekolfd, hoe groter de melkaanmaak. Voldoende afkolven zorgt er dus voor dat je voldoende melk hebt bij de volgende voeding. Wel is de hoeveelheid afgekolfde melk vaak wat minder dan wat een kind uit de borst drinkt.
Nagenoeg alle vrouwen, die een kind hebben gekregen, zijn fysiologisch in staat om borstvoeding te geven. Bij ongeveer 2% zijn er lichamelijke oorzaken die zelf voeden onmogelijk maken.
In Nederland krijgt op dit moment slechts 20-25% van de baby's op 6 maanden uitsluitend borstvoeding. Uit kwantitatief onderzoek is gebleken dat 'pijn', 'werk' en 'te weinig melk' de belangrijkste redenen zijn om te stoppen met het geven van borstvoeding.
"Er zijn zo veel voordelen voor moeders", zegt professor Hartmann. "Borstvoeding verlaagt je levenslange risico van hartaandoeningen en diabetes type 2. Iedere extra maand dat je borstvoeding geeft, verlaagt ook je risico op een aantal soorten kanker, waaronder borst-, eierstok- en baarmoederkanker.
Voordelen voor mama
Borstvoeding zorgt voor een vlugger herstel van de baarmoeder en beschermt tegen postnatale bloedingen. Moeders die minstens 6 maanden borstvoeding geven behalen vaker een lager BMI, want door borstvoeding te geven verbruiken ze 500 kcal.
Plotseling stoppen met borstvoeding kan leiden tot potentiële problemen — geleidelijk spenen geeft zowel de tijd om de melkproductie te verminderen en te stoppen, als om een baby te laten wennen aan andere manieren van voeden en comfort. Het is normaal om je overweldigd en onder druk te voelen als je is voorgesteld om onmiddellijk te stoppen met borstvoeding.
Veelvoorkomende oorzaken van een borstvoedingsstaking zijn: Pijn of ongemak . Tandjes krijgen, spruw of een koortslip kunnen mondpijn veroorzaken tijdens het geven van borstvoeding. Een oorontsteking kan pijn veroorzaken tijdens het zuigen of liggen op één zij.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert en stimuleert iedere moeder om de eerste zes maanden borstvoeding te geven. Daar zijn genoeg redenen voor. Toch is het goed om jouw/jullie eigen keuzes en wensen eens goed op een rijtje te zetten en een bewuste keuze daarin te maken.
Te veel cafeïne kan ervoor zorgen dat je baby onrustig wordt en slaapproblemen krijgt. Dit is schadelijk voor jou en je baby en wordt sterk afgeraden tijdens het geven van borstvoeding.
Borstvoeding geven is vermoeiend: niet waar
Tijdens het geven van borstvoeding komt het hormoon oxytocine vrij. Hierdoor voelen moeders die borstvoeding geven zich vaak rustiger. Een voedingsmoment is dan tevens rustmoment. Ook baby's die geen borstvoeding krijgen, moeten gevoed worden.
Baby's jonger dan drie maanden, zijn het meest gevoelig voor snelle uitdroging en ondervoeding. Binnen 24 uur kunnen kinderen onder de twee uitdrogen. Uitdroging en ondervoeding ontstaan soms ongemerkt. In dat geval wordt gesproken van 'stille ondervoeding'.
Van de pasgeboren baby's krijgt 53% volledige borstvoeding
Na zes maanden gaf 30,8% van de moeders volledige borstvoeding en 55,3% kunstvoeding.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert om dit te doen tot een kind 2 jaar is. Het geven van borstvoeding gedurende de eerste twee jaar helpt bij de ontwikkeling van de hersenen, zorgt voor optimale groei, bevordert de schoolprestaties en verkleint het risico op diabetes en obesitas op latere leeftijd.
Voor veel vrouwen beperkt het gevoel van schaamte hun activiteiten en wordt het aangehaald als reden om te kiezen voor aanvullende flesvoeding of om helemaal te stoppen met borstvoeding. In de Amerikaanse cultuur worden borsten vaak primair gezien als seksuele objecten, terwijl hun verzorgende functie wordt gebagatelliseerd.
Er zijn verhoogde risico's voor moeders die zwanger worden na de leeftijd van 35, maar de risico's zijn nog steeds relatief laag. Het verhoogde risico op zwangerschapscomplicaties correleert ook met potentieel verhoogde moeilijkheden bij het geven van borstvoeding .
De meeste vrouwen die stoppen met borstvoeding geven, doen dat omdat ze denken dat ze te weinig melk hebben. Toch klopt dat meestal niet: slechts twee procent van de vrouwen heeft te weinig melk. Dit hangt overigens niet samen met de grootte van je borsten, maar met de hoeveelheid melkkliertjes in je borst.
Bij vrouwen die af en toe kolven, verandert de bacteriële samenstelling van de moedermelk. Bacteriën uit de zuigelingenmond én van het kolfapparaat nestelen zich kennelijk in de melkklieren. Gevolg is dat de moedermelk minder rijk en divers is. Ook bevat de melk meer potentieel ziekteverwekkende bacteriën.
Een gezonde zuigeling die borstvoeding krijgt, verwijdert ongeveer 80% van de totale ingenomen HM-hoeveelheid in 5 minuten, 46 en een efficiënte borstkolf verwijdert 85% van de beschikbare HM in de borst in 15 minuten.
Gezondheidsorganisaties, zoals het World Health Organization (WHO), raden aan om voor minstens de eerste 6 maanden volledig borstvoeding te geven, daarna tot 2 jaar aangevuld met bijvoeding en daarna zo lang moeder en kind dit wensen.