tuurschommelingen en droogte bevorderen het doorschieten. Om doorsc te voorkomen moet je bij aanvang van droge periodes de uien regelmatig ze slechts oppervlakkig wortelen. Zorg er wel voor dat ze niet met de 'voe , daar kunnen ze dan weer niet tegen.
Het enige nadeel is dat de uitlopers vrij bitter van smaak zijn. Dit is dus niet in elk gerecht wenselijk en vooral bij een rauwe bereiding kan de bittere smaak overheersend zijn. Door de uitlopers te verwijderen voorkomt u dit en kunt u de rest nog gewoon gebruiken.
Veel water hebben uien niet nodig maar op ons droge zandgrondje geven we de uien toch af en toe een gieter water. Als een ui gaat doorschieten ontstaat in het centrum van de plant een dikke, harde stengel met een vlamvormige bloemknop.
Hoe langer je de ui en knoflook laat liggen, hoe meer kans dat hij begint door te schieten. Sommigen halen de spruitjes eruit, maar eigenlijk is dat niet nodig: je kunt ze nog perfect eten.
Voor dikke uien om te bewaren kweek je eenvoudigst met pootgoed maar het kan ook door rechtstreeks te zaaien. Meestal zaaien we wel Stengelui voor in rijtjes om dan uit te dunnen op 5 tot 10 cm en 30-40 cm tussen de rijen.
Uien houden niet van verse (stal) mest, of van mest of compost met grove bestanddelen. Ideaal is een goed verteerde mest die voor de winter al werd aangebracht. De maden van de uienvlieg boren gangen in de bollen. Ze worden o.a. aangetrokken door verse stalmest.
Je kunt plantuien planten in het voorjaar of in de herfst, tussen september en half november. Het voordeel van planten in het najaar is dat ze al snel wortels krijgen en in het voorjaar snel verder zullen groeien. Al in juni kun je dan oogsten, weken eerder dan wanneer je ze in de lente plant.
Volgens de ayurveda zijn uien tamasic en knoflook rajasic. Bij veel meditatie practices wordt daarom afgeraden om knoflook en ui te eten omdat dit belemmerend kan zijn door de invloed die het op de mind heeft (minder mental clarity).
Planten uit de lookfamilie (knoflook, ui, bieslook, prei etc.) maken planten uit o.a. de rozenfamilie (roos, appel, aardbei etc.) namelijk een stuk gezonder waardoor ze meer resistent zijn tegen ziektes en plagen. De lookfamilie schrikt ook nog eens ongewenste bezoekers af (slakken, bladluis en mieren).
Het goede nieuws is: ja, je hoeft uien met uitlopers niet direct weg te gooien. Echter hebben de uitlopers een bittere smaak, vooral wanneer je ze rauw verwerkt in een gerecht. Om dit te voorkomen kun je de uitlopers gemakkelijk verwijderen door de ui doormidden te snijden en de uitloper los te halen met je vingers.
Alle grondsoorten zijn bruikbaar voor de uienteelt. Als je groentetuin op een zure grond of zandgrond ligt, dan moet je wel eerst nog kalk toedienen. Als je uien in je eigen tuin wil telen, zorg je ook best voor een goed bemeste ondergrond.
Uien groeien onder de grond, het zijn tweejarige planten. Je zaait ze in het ene jaar, hier groeien kleine uitjes uit, pootuien of plantuien genoemd. Deze pootuien bewaar je droog en koel en plant je na de winter in het volgende voorjaar uit. Ze groeien in één zomer uit tot een stevige, smakelijke bol.
Als je een zaadje van een ui in de grond stopt, kan er een klein uienplantje uit groeien. Na een tijd wordt deze uienplant onderaan dikker. Die verdikking wordt straks een nieuwe ui. De buitenste blaadjes van de bol worden al bruin.
Uien en sjalotten zijn oogstbaar wanneer het loof dor begint te worden en tegen de grond gaat. Wil je het proces versnellen, help ze dan een handje door ze allemaal dezelfde kant op te duwen. Het loof, net boven de bol, zal dan snel neervallen.
Oogst de uien van zodra het loof bruin wordt, dat gebeurt tussen mei en juli afhankelijk van het weer en het moment van aanplant. Krijgen de uien voordat het loof bruin wordt een zaadzakje op het loof, dan gaat er iets fout in je teelt.
Zoals reeds aangehaald, kan je bladgewassen als voor- of nateelt zetten op andere percelen. Hoofdgewassen waar geen voor- of nateelt mogelijk is, zijn: winterwortel, witloof, knolselder, pastinaak, schorseneer, rode biet en late aardappelen. Aardbeien worden in het najaar gepland, dit kan na een aardappelteelt.
Tomaat - aardappel, erwt, venkel, diverse koolsoorten.
Knoflook extract
Een extract met knoflook is dodelijk voor de meeste slakken. Doodt het ze niet, dan reduceert het in elk geval hun eetlust, waardoor uw planten minder aangetast worden. Slakkeneitjes die ermee geraakt worden komen bovendien niet meer uit.
Je kunt je knoflook het beste op een koele, droge, donkere plek bewaren. Een ongepelde knoflookbol die op deze manier wordt bewaard, blijft ongeveer zes maanden goed. Zodra een teentje niet meer aan de bol zit, blijft-ie drie weken goed.
Is te veel knoflook goed? Nee, het is niet aan te raden om meer dan drie knoflookteentjes per dag te eten. Een gevolg van een teveel aan knoflook kan bijvoorbeeld duizeligheid vanwege bloedarmoede zijn, of dat rode bloedcellen aangetast worden.
Als je ui en knoflook fruit, komt er veel smaak vrij. Daar knapt elk gerecht van op. Het grote voordeel: je gerecht heeft dan minder zout nodig omdat ui en knoflook al voor extra smaak zorgen. Ook kruiden en specerijen en groenten als prei kun je fruiten.
Plant de uien op 10 à 15 cm van elkaar en houd 30 afstand tussen de rijen. Het loof moet door de aarde steken. Geef de uien water na het planten. Dat helpt om de grond goed te laten aansluiten rond de bol.
Snijd de achterkant van de ui en laat een paar dagen drogen. Plant de ui daarna in een pot met natte potgrond en zet op een donkere plek. Houd de grond vochtig en de plant groeit bijna als vanzelf door. Je kunt ook de hele ui met de wortels in een bakje water zetten, zodat het plantje uitloopt.