Thuis wonen heeft dan ook voordelen. Zo blijkt uit onderzoek dat ouderen langer fit blijven. 'Ouderen gaan minder snel achteruit als ze in hun eigen omgeving wonen, met hun vertrouwde spulletjes en dierbaren om zich heen,' zegt ergotherapeut Jochen Bilderbeek.
Zelfstandigheid, zoals u gewend bent. U hoeft geen afscheid te nemen van uw vertrouwde omgeving, buren en vrienden. Sociale contacten zijn makkelijker te onderhouden in de buurt die u kent. U heeft zelf de regie over uw woning en eventuele aanpassingen daarin.
Dit programma richt zich op de grote en groeiende groep ouderen die zelfstandig thuis wonen. Het uitgangspunt is de wens van ouderen om zo lang mogelijk op een goede manier zelfstandig te kunnen blijven wonen, met ondersteuning, zorg en in een woning die aansluit bij hun persoonlijke behoeften.
Wensen en behoeften ouderen
Mobiliteit lijkt ook sterk samen te hangen met andere zaken in het leven die ouderen belangrijk vinden, zoals zingeving, waardigheid en eigen regie. Verder hechten ouderen ook belang aan het hebben van een goede cognitieve gezondheid en een geschikte woonomgeving.
In Nederland wonen ouderen lang zelfstandig thuis.
Van de 85- tot 89-jarigen woont driekwart zelfstandig; van de 90- tot 95-jarigen nog altijd 60 procent. Het aantal mensen dat in een verzorgings- of verpleeghuis woont, daalt daarentegen al jaren.
Wat is dementievriendelijk wonen? In een dementievriendelijke woning staan eigen regie, gezamenlijkheid, veiligheid en ondersteuning centraal. Je kan hier wonen met óf zonder verpleeghuisindicatie. Het is een plek waar mensen met dementie en hun naasten tijdig heen willen verhuizen.
We onderscheiden dan ook vier 'gebieden' waarop ouderen kwetsbaar kunnen zijn: fysieke (belemmeringen in hun fysieke functioneren door bijvoorbeeld gewichtsverlies, evenwichtsproblemen, vermoeidheid), cognitieve (belemmeringen in cognitie zoals geheugen en flexibiliteit), sociale (belemmeringen door eenzaamheid of ...
De thuiswonende ouderen hebben vooral moeite met traplopen en het doen van zwaar huishoudelijk werk. Van de 65- tot 74-jarigen heeft 79 procent geen beperkingen, bij 75 jaar en ouder is dat nog maar 51 procent. Vrouwen hebben vaker een of meer beperkingen in het dagelijks leven dan mannen.
De meeste ouderen willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. De overheid helpt u hierbij. Bijvoorbeeld door het mogelijk maken van goede zorg en ondersteuning thuis, ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers en een aangepaste woning.
In 2020 woont 92% van de 75-plussers zelfstandig thuis; in 1990 was dat nog 83% (ABF, 2021). Op basis van het onderzoek Belevingen 2019 van het CBS is nagegaan hoe 75-plussers hun (toekomstige) woonsituatie zien.
We vergroten het sociale netwerk van uw naaste door het aanbieden van goed gezelschap, een luisterend oor en ondersteuning bij activiteiten of een hobby. Dit verhelpt de eenzaamheid al voor een groot deel. Dat heeft veel positieve effecten, bijvoorbeeld op de gezondheid van de oudere.
Vanuit de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) is er de mogelijkheid om allerlei soorten hulp voor ouderen te krijgen. Naast huishoudelijke hulp en individuele begeleiding is er eveneens ondersteuning voor mantelzorgers. Tzorg voorziet daarbij in ouderen hulp op maat.
Welbevinden als focus van zorg
Dat vraagt om een andere aanpak: liefdevolle zorg en de juiste aandacht voor wie de cliënt is, zijn leefstijl en zijn sociale en fysieke omgeving. Welbevinden zou de primaire focus van zorg moeten zijn.
Veel verzorgingshuizen bouwen de kamers om tot zelfstandige studio's en appartementen. Deze woonvorm heeft verschillende namen: 'zorgwonen', 'beschermd wonen', 'zorgeloos wonen' of 'wonen met zorg'. U kunt verzorgd wonen in voormalige verzorgingshuizen, maar ook op allerlei plekken daarbuiten.
Vaak voorkomende ADL-beperkingen zijn beperkingen in het traplopen, zich verplaatsen buitenshuis, en in bad gaan of douchen. Met de trap op- en aflopen heeft bijna een op de tien 65-74-jarigen, en een kwart van de 75-plussers grote moeite.
De meeste mobiliteitsproblemen bij ouderen worden veroorzaakt door aandoeningen aan het bewegingsapparaat, ofwel de botten, spieren en pezen die ervoor zorgen dat iemand kan bewegen. Voorbeelden daarvan zijn reuma, artrose en rugklachten.
Indeling fases van dementie
Een andere veel gebruikte indeling is de omschrijving van de vier fases van ik-beleving bij dementie; de bedreigde ik of cognitieve fase; de verdwaalde ik of emotionele fase; de verborgen ik of psychomotore fase; de verzonken ik of zintuiglijke ervaring.
Overleg met de huisarts en eventueel de wijkverpleging
Heeft uw moeder niet alleen hulp nodig, maar ook zorg? Praat eens met haar huisarts. Hij of zij kan misschien een rol spelen. De huisarts is op de hoogte van de medische situatie en kan een keer bij uw moeder op bezoek gaan.