Houtskool is kwetsbaar.Met één veeg kan een tekening niet meer zijn wat je voor ogen had.Ook een houtskooltekening is kwetsbaar en kan afgeven. Fixeren is dan de juiste manier om dit te voorkomen.
Er zijn spuitbussen speciaal voor pastel, speciaal voor houtskool, maar ook spuitbussen die universeel zijn. Je hoort vaak dat je een houtskooltekening kunt fixeren met haarlak. Wanneer je je werk met haarlak inspuit, blijft je krijt of houtskool welliswaar netjes op je papier zitten.
Wanneer je de tekening hebt gemaakt kun je de fixatief gebruiken. Dit doe je door over je tekening heen te sprayen (zelf gebruik ik een fixatief spray). Hierdoor fixeren de deeltjes houtskool, potlood of ander medium in de achtergrond van je gesso.
Het fixeren van je tekening betekent dat je met een fixatiespray je tekening gaat insprayen. Pastel is een kwetsbaar materiaal. Als je per ongeluk met je hand langs de tekening gaat, dan veeg je de tekening uit. Ook blijft je pasteltekening afgeven.
bij potloodtekeningen haarlak overspuiten, dan gaat de houtskool er niet van af en zijn ze langer te bewaren. Met haarlak heb je echter wel grote kans dat het papier vergeelt, dus als je daar niet zo gecharmeerd van bent gewoon fixeerspray van de tekenzaak gebruiken.
Zelfs inkt kun je weer “uitgummen” – met de juiste vlakgom
Bijzonder eenvoudig kun je grafiet van potloden uitgummen. Ook bij houtskool lukt dit behoorlijk goed. Maar met de juiste gum kun je zelfs inkt uitgummen.
Het glijdt soepel over je papier, je kan het gemakkelijk uitwrijven en smeren en je kan eenvoudig wissen en er overheen worden gewist en herhaaldelijk overschreven. Met houtskool kan je de mooiste stillevens, portretten en landschappen tekenen. Een goedkoop en veelzijdig materiaal.
Een materiaal of voorwerp verstevigen, verduurzamen of vastzetten.
Het fixeren van een tekening doe je met een goede fixatiespray. Door te fixeren zal je tekening minder kwetsbaar worden. Vooral pasteltekeningen kunnen afgeven wanneer je deze niet direct fixeert. Fixeren is niet altijd nodig.
Soft pastels zijn extra zachte vierkante staafjes pastelkrijt die vooral worden gebruikt om mee te schetsen. Met de korte zijde en hoekpunten kan je mooie details aanbrengen, terwijl je met de lange zijde heel makkelijk grote vlakken vult.
Werk in pastelkrijt kan je ook met haarlak fixeren. Leg bij het fixeren altijd je werk plat op de grond, zodat het vocht neut kan gaan loipen met je kleuren. Laat het goed drogen voordat je het oppakt.
Zet de lange kant in het potje en het zwarte rubbertje aan de mond. Zorg ervoor dat beide zijdes in een hoek van 90° staan. Doordat u door het korte buisje blaast, wordt de fixeer door de lange buis aangezogen en blaast u het als een soort spray op uw papier.
Coaten is het aanbrengen van een extra beschermende of verfraaiende laag (lak of vernis) op het papier of karton. Dit gebeurt in de meeste gevallen op een drukmachine, waarop in plaats van een drukvorm een gladde plaat is aangebracht.
Ook voor houtskoolpotloden wordt deze manier vaak gebruikt. Je neemt een scherp mes en zet die schuin tegen het potlood aan. Met de ene hand hou je het mes vast en met de andere ondersteun je het potlood. Met snelle bewegingen en een beetje kracht schraap je zo het hout eraf.
Eerst breng je met het krijt al tekenend de kleuren aan waar je zin in hebt. Vervolgens doop je een zacht doekje in wat olie en daarmee ga je zachtjes wrijven over je tekening. Je wrijft de kleuren in het papier en je kunt ze ook over elkaar uitwrijven, waardoor er mooie mengkleuren ontstaan.
Pastelpotloden. Pastelpotloden zijn potloden met een kern van droog krijt. Deze kennen weer een hele andere werktechniek, maar worden ook veel gebruikt voor het maken van gedetailleerde en realistische portretten. Het wordt vaak in combinatie gebruikt met soft-pastels, maar wordt ook vaak opzichzelf gebruikt.
Waarom fixeren? Met fixeren (vastleggen) stoppen we de ingewikkelde stofwisselingsprocessen en voorkomen verder verval van het weefsel. Het doel van fixeren is het op een zo identiek mogelijke manier vastleggen van de structuur die het weefsel had toen het nog in leven was.
Controle van een cliënt die een hoge mate van spanning bij zich heeft, vind je door het fixeren van de ellenboog, druk geven op de schouder en de cliënt zo klein mogelijk te maken. En waar nodig ervoor zorgen dat de cliënt op de buik op de grond ligt. Dan heb je controle.
Een hond kan zich op veel verschillende prikkels fixeren. Bijvoorbeeld op een andere hond, een mens, een ander dier en bewegende prikkels zoals een fietser, auto of scooter. Het fixeren is een heel duidelijk signaal dat er spanningsopbouw plaatsvindt.
Houd het houtskool losjes vast en een beetje aan het uiteinde. Zo kan je losse en lichte lijnen zetten die ook weer gemakkelijk uit te gummen zijn. Laat alle lijnen staan totdat de hele omlijning klaar is. Als je tevreden bent kan je de 'foute' lijnen voorzichtig uitgummen, zodat je een nette schets overhoudt.
Voor het maken van schetsen met zachte potloden (B-potloden) of houtskool kun je volstaan met 120 grams papier. Voor het werken met harde potloden (H-potloden), grafiet stiften en oostindische-inkt gebruik je 170 grams papier. De structuur van het papier bepaalt de gladheid.
Gebruik je te grof papier, dan vallen de mooie details in je tekening weg. Het ideale tekenpapier voor kleurpotloden en schetsen heeft een fijne of gemiddelde textuur. Onze favoriet is het Canson Illustration papier. Het is lekker dik, ideaal voor gelaagde tekeningen met mooie kleurpotloden.
Ik gebruik een doezelaar verder net als een potlood. Druk je er hard op dan wordt de laag die je doezelt donkerder en natuurlijk lichter als je niet hard drukt. Maar het mooiste is als je laag voor laag tekent. Dus eerst een potlood laag, dan doezelen en dan de volgende potlood laag eroverheen.
Slijp je potlood goed en teken de omlijning van de ogen waarbij de bovenste lijn precies door het midden van de ogen loopt. Teken vervolgens de pupillen en de lijn waar je de mond gaat tekenen. Schets tot slot ook alvast een deel van de haarlijn met licht gebogen lijnen.