Slechts 5% ligt in stuitligging, dwars of in een afwijkende hoofdligging. Dit kan komen door een meerlingzwangerschap, afwijkingen aan de baarmoeder, omdat de placenta voor de uitgang ligt, er een vleesboom voor zit of omdat je baby een aangeboren afwijking heeft. Maar in de meeste gevallen is je kind gewoon eigenwijs.
Oorzaak dwarsligging
Een dwarsligging komt relatief vaker voor bij vrouwen die al 4 of meer kinderen hebben gekregen. Daarnaast kan de oorzaak zijn dat de placenta voor de bekken ligt of dat de vrouw een te nauwe bekken heeft. Hierdoor kan de baby niet indalen.
Bij een dwarsligging ligt de baby dwars in de baarmoeder met zijn rug, schouders of heupen naar beneden. Een baby in dwarsligging kan alleen met een keizersnede ter wereld komen. Dwarsligging komt slechts zelden voor.
Als de baby dwars blijft liggen, kan hij natuurlijk niet normaal geboren worden. De gynaecoloog of verloskundige/versiekundige zal dan ook proberen om het kind te draaien in lengterichting. Als dit niet lukt zal er een keizersnede moeten plaatsvinden.
Problemen bij stuitligging en dwarsligging
Doordat het geboortekanaal niet genoeg wordt opgerekt, wordt het hoofd moeilijk geboren. Er komen trekkrachten op de nek, terwijl het beter is als het hoofdje door het geboortekanaal geduwd wordt. Bij een zijligging wordt eerst de schouder geboren.
Omgekeerde houding
Dit doe je zo: Ga op handen en knieën zitten, breng je onderarmen plat op de grond, steun op je ellebogen en duw je billen omhoog. Rust met je hoofd op je armen en breng je bovenlichaam zo dicht mogelijk tegen de grond. Je kunt ook op je rug gaan liggen, met een kussen onder je billen en bekken.
Tot ongeveer 36 weken in de zwangerschap kan uw kind nog zelf draaien. Wanneer dit niet gebeurt, kan er besloten worden om, met hulp van de gynaecoloog, het kind te draaien. Dit gebeurt meestal rond de 36 weken, soms kan dit eerder of later zijn, afhankelijk van uw situatie.
Uitwendige draaiing
Voor die tijd draaien veel kinderen nog uit zichzelf. Na 37 weken is er ook nog kans dat draaien lukt, maar is de draairuimte beperkter. De versie wordt uitgevoerd door een klinisch verloskundige van St. Antonius Geboortezorg die hierin gespecialiseerd is (versiekundige).
Het duwen kan een naar gevoel geven en zelfs pijn doen. Als het te veel pijn doet, kun je altijd aangeven dat we moeten stoppen met de behandeling. De buik kan ook na het draaien wat gekneusd voelen. Na het draaien controleren we weer de hartslag van de baby.
Vaak worden de eerste bewegingen omschreven als 'belletjes, bubbeltjes of kleine plopjes' of 'zoals je darmen, maar dan toch anders'. Als je je baby eenmaal hebt gevoeld, herken je de bewegingen. Je gaat je baby steeds vaker voelen.
Voor het kind is het bijna nooit gevaarlijk. Bij minder dan 10% van de kinderen zijn de harttonen na het draaien een tijdje iets langzamer. Daarom controleert de arts of verloskundige ze na afloop nauwkeurig. Heel soms blijven de harttonen anders en moeten we meteen een keizersnede doen.
Congenitale foetale afwijkingen (structurele en/of functionele) komen bij kinderen die in stuitligging geboren worden twee- tot driemaal zo vaak voor als bij kinderen die in hoofdligging geboren worden.
Onderzoeken. Deze echo wordt meestal gemaakt rond de 36ste week van de zwangerschap. Op de echo kan de echoscopiste zien hoe uw kindje ligt. Als uw kindje in stuit ligt, kijken we naar de plaats van de placenta, de hoeveelheid vruchtwater en de groei van uw kindje.
Een harde buik voelt als een gespannen gevoel in je buik: je voelt letterlijk dat je baarmoeder zich samentrekt. Dat kan volgens sommige vrouwen een beetje voelen alsof er een harde bal in je buik zit of als krampen. Meestal begint het harde gevoel boven in je buik, waarna het langzaam naar beneden trekt.
Hoe voelt indalen? Het is goed mogelijk dat je niks merkt van het indalen van je baby, omdat het geleidelijk aan gebeurt. Soms kan het echter ook resulteren in harde buiken of indalingsweeën. Dat voelt als een trekkende of stekende pijn in je liezen of krampen in je onderbuik.
Wanneer vindt een uitwendige versie plaats? Vroeg in de zwangerschap, dus vóór 35 weken, is de kans groot dat de baby uit zichzelf nog naar hoofdligging draait. Wanneer de baby bij een zwangerschapsduur van 35 weken of meer in een stuitligging ligt, is het verstandig om te proberen de baby naar hoofdligging te draaien.
Leg twee warme handen om de buik en pak de buitenkant van de baarmoeder als het ware vast. Beweeg de buik zachtjes heen en weer. De baby wordt zo heerlijk gewiegd en zal reageren als je stopt met wiegen door naar je hand toe te zwemmen. Vaak moet je even leren om dit goed te doen, maar het is zó leuk.
Bij 55% van de zwangere vrouwen lukt de versie. De kans dat het lukt is groter als: U eerder bevallen bent. Het kind nog niet is ingedaald.
De baby is dan nog klein genoeg om alle kanten op te bewegen en te schommelen in de baarmoeder. Dit doe je door door twee warme handen om je buik te leggen en de buik zachtjes heen en weer te wiegen. Dit doe je zachtjes en ontspannen, waardoor de baby rustig zal worden en jij zelf ook.
Een uitwendige versie kan wat pijnlijk zijn, maar de meeste vrouwen vinden de pijn bij een versie goed te verdragen. Geadviseerd wordt om vooraf rust te nemen en paracetamol te slikken.
Soms moet de keizersnede erg vroeg in de zwangerschap worden gepland om een spontane bevalling te voorkomen. Dan kan het kind longproblemen krijgen, waarvoor opname op de couveuseafdeling noodzakelijk is. Daarom doet men bij een stuitligging pas een keizersnede vanaf 39 weken zwangerschap.
Indalen is het moment waarop de baby met het 'voorliggend deel' (meestal het hoofdje, maar soms ook de stuit) in je bekken zakt. De meeste baby's dalen vanaf de 30e week van de zwangerschap in. Veel aanstaande moeders zijn bang dat dit te vroeg is, omdat zij denken dat de baby dan ook eerder geboren wordt.
Als de baby met het hoofd naar boven ligt (stuitligging) heb je bij een vaginale bevalling een iets hoger risico op problemen met de baby tijdens de geboorte. Je hebt bij een vaginale stuitbevalling ongeveer 50% kans dat het alsnog een keizersnede wordt. Bij een keizersnede zijn er meer risico's voor de moeder.
Omdat de geboorte van uw kind moeizamer kan gaan bij een stuitligging, wil de gynaecoloog dat de ontsluiting vlot verloopt. Gebeurt dit niet, dan kan de gynaecoloog adviseren om alsnog een keizersnede te doen. In Nederland gebeurt dit bij 50% van de vrouwen (50 op de 100) die aan een vaginale stuitbevalling beginnen.
Er zijn ook kindjes die met het hoofdje boven het bekken blijven zitten of het hoofdje scheef in het bekken hebben, deze baby's zakken pas tijdens de weeën met hun hoofdje in het bekken. Het maakt voor de bevalling niet uit of een kindje al voor, of pas tijdens de weeën indaalt.