In bepaalde sectoren is de lange broek een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM). Dat is het geval in de horeca, zorg- en bouwsector. In dat geval moeten de wettelijke (kleding)voorschriften worden nageleefd en kan een short sowieso niet.
Deze hebben vaak te maken met hygiëne of veiligheid. Het is om die reden dan niet toegestaan om andere kleding aan te trekken. In de grondwet staat dat een werknemer de grondrechten van iedere werknemer moet respecteren (zoals persoonlijke levenssfeer en vrijheid van meningsuiting), dat geldt ook voor kleding.
“Nee. Alles hangt af van de afspraken die je hebt gemaakt met je baas. Volgens de wetgeving heeft die het recht om een bepaalde dresscode op te leggen waarin shorts bijvoorbeeld niet toegelaten zijn. Hij moet daar wel een reden voor hebben.
De korte spijkerbroek geeft een casual maar toch sportieve look aan je outfit. Je kunt deze broek ook perfect combineren met een simpel T-shirt. Voor de wat koelere zomerse avond kun je met een denim short ook een spijkerjasje dragen.
Om korte benen langer te laten lijken, kun je het beste kiezen voor relatief korte shorts met een hoge taille. High-waist modellen verschuiven je middel optisch naar boven. Als je daarbij ook veel huid bloot laat, wordt het effect versterkt.
Zorg er voor dat je lichaam voldoende bedekt is. Draag dus geen korte rokjes, mouwloze hemden, korte truitjes, zichtbaar ondergoed e.d. Zorg er voor dat je kleding draagt dat lekker en comfortabel zit, zodat je voldoende bewegingsvrijheid hebt.
Je kunt tegen je personeel zeggen dat ze 'netjes' gekleed moeten gaan, maar dat wordt door vrijwel iedereen verschillend geïnterpreteerd. Voor de één is dat een zwarte spijkerbroek met daarboven een blouse, terwijl de ander hierbij een pantalon en colbert voor zich ziet. Bied je personeel dus houvast, stel regels op.
Je zet alles op tafel, over de rechter schouder van de klant. En dan, natuurlijk, zeg je: - Eet smakelijk. - Dank u wel.
Nagellak mag je ook niet op wanneer je in de horeca werkt. Dit vanwege het feit dat je nagellak kan gaan chippen en in het eten waarmee je in aanraking komt terecht komt.
Ook moet je reservekleding op de werkplek hebben. Daarnaast is het belangrijk dat je de kleding gesloten draagt. Zorgprofessionals met open jas zijn niet bepaald hygiënisch bezig.
In de voorschriften staat dat je onderarmen onbedekt moeten zijn. Lange mouwen zijn dus uit den boze.
Ziekenhuizen moesten in die tijd hygiënischer worden, en de witte jas hoort erbij. Wit staat immers voor reinheid. Daarnaast had het een praktische functie: wit ongeverfde linnen jassen kunnen herhaaldelijk uitgekookt worden en zo gesteriliseerd worden.
In plaats van de baggy jeans kun je beter kiezen voor een taillebroek. Kies dus voor een skinny jeans met een hoge taille. Door accent te leggen in je taille, lijk je direct een stuk langer. Ga voor een taillebroek met hakken en je benen lijken meteen een stuk langer.
Vermijd jeans in een lichte kleur of wassing. En broeken met bleekvlekken, in een print of met dikke stof, laten de billen en benen ook groter lijken. Donkere broeken in een effen kleur staan dus het beste.
Je nagels moeten schoon en kortgeknipt zijn. Nagellak is niet toegestaan omdat je handen dan, ook na het handen reinigen, nog ziektekiemen kunnen bevatten. Dat geldt ook voor kunstnagels en deze zijn dan ook niet geoorloofd.
Kunstnagels maken de handhygiëne moeilijker, omdat er na handdesinfectie of handen wassen met water en zeep nog steeds micro-organismen aan de handen zitten. Het is bovendien ook bekend dat er infecties bij patiënten zijn veroorzaakt die teruggeleid konden worden tot kunstnagels van zorgverleners.
De werkgever is in beginsel gerechtigd voorschriften te geven met betrekking tot de uiterlijke verzorging van het personeel en de tijdens het werk te dragen kleding. Deze bevoegdheid is aan de grenzen van de redelijkheid en de billijkheid gebonden.
Werkgever of werknemer: wie betaalt de werkkleding? Werkkleding is kleding die je nodig hebt voor je werk. In je vrije tijd heb je er normaal gesproken weinig aan, want daar is het niet geschikt voor. Dat betekent dat de kosten voor de werkkleding voor rekening van de werkgever zijn.
Verplichtingen van de werkgever en verbodsbepalingen
De werkgever stelt de werkkledij gratis ter beschikking en zorgt ervoor dat deze wordt onderhouden en gereinigd.
Fooi is geen loon. Je betaalt als werkgever ten minste het loon wat voor de functie staat. Dat is het loon volgens de loontabel van de horeca-cao of het wettelijk minimumloon. Je moet in ieder geval het netto-wettelijke minimumloon via de bank overmaken naar de rekening van de medewerker.
Belangrijk om te weten: fooi geven is niet verplicht. ,,Het horecapersoneel krijgt genoeg loon om rond te komen. De fooi is - net zoals vroeger - een beloning voor de goede service en het is een fijn extraatje”, zegt Vlek.