De belangrijkste reden voor een longspoeling bij PAP is dat uw longfunctie bedreigd wordt. met andere woorden: er is sprake van een te laag zuurstofgehalte in uw bloed bij inspanning of zelfs zonder inspanning.
Bij een longspoeling spuit de longarts via een slangetje in uw luchtweg (bronchoscoop) vloeistof in uw long en zuigt deze er direct weer uit. Het spoelvocht bevat belangrijke informatie over uw longen.
Met een bronchoscopie onderzoekt de longarts uw luchtwegen op afwijkingen. Via de bronchoscoop kan de arts zo nodig ook kleine stukjes weefsel wegnemen voor onderzoek. Een bronchoscopie kan ook een behandeling zijn. De arts zuigt dan met de bronchoscoop slijm weg diep uit uw longen.
Als tijdens het onderzoek een stukje weefsel is verwijderd, kan het voorkomen dat er bij het hoesten wat bloed meekomt. Probeer in dat geval zo min mogelijk te hoesten. Het is mogelijk dat u zich enkele uren na het onderzoek een beetje rillerig voelt en u wat verhoging heeft. Dit gaat vanzelf voorbij.
Via een lampje aan het eind van de scoop bekijkt de arts de binnenkant van de luchtpijp en de vertakkingen ervan. Via dezelfde slang kan er wat slijm weggezogen worden of kan er een klein stukje weefsel worden weggenomen (een biopt). Dit is pijnloos.
Na het onderzoek hoort u meteen van de arts wat we hebben gezien en of we weefsel weggehaald hebben. Als er weefsel of vocht is weggehaald, onderzoeken we dat in het laboratorium. De uitslag daarvan krijgt u binnen 2 weken van uw arts. Uw arts belt u voor de uitslag of vertelt u die tijdens een afspraak.
Met behulp van röntgenstraling worden de longen in plakken in beeld gebracht waarna met de computer een driedimensionaal beeld van de longen verkregen wordt. Zo krijgt de longarts een goed en gedetailleerd beeld van de longen en het verloop van de luchtwegen.
Na het onderzoek mag u nog anderhalf uur niets eten of drinken, omdat u zich kunt verslikken zolang de verdoving niet is uitgewerkt. Over het algemeen mag u na vijftien minuten naar huis, afhankelijk van het verloop van het onderzoek.
Een starre bronchoscopie is een onderzoek van de bovenste luchtwegen. Onder algehele narcose wordt een starre bronchoscoop via de mond in de luchtwegen gebracht. Via deze buis kunnen de luchtwegen onderzocht of behandeld worden.
Het onderzoek duurt van begin tot eind (inclusief verdoven en nazorg) ongeveer 45 minuten. De bronchoscopie wordt verricht door een longarts of arts in opleiding. wordt teruggebracht naar de dagbehandeling of de afdeling waar u het roesje uitslaapt. Dit duurt ongeveer anderhalf uur.
Longemfyseem is een langdurige (chronische) aandoening van de longen die zich kenmerkt door chronische hoest, kortademigheid, piepen op de borst, opgeven van sputum (dik slijm) en een toenemende beschadiging van de longen.
Een EBUS of EUS is een onderzoek om weefsel te verkrijgen van klieren die zich tussen de longen bevinden. Zo kan de longarts een diagnose stellen, of wanneer er al een diagnose is, beoordelen in hoeverre de ziekte is uitgebreid.
Wat is een biopsie? Bij een longbiopsie haalt de radioloog met een naald een klein stukje weefsel (een biopt) uit de long weg. De patholoog onderzoekt dit onder de microscoop en kan zo bepalen of er een behandeling nodig is en zo ja welke.
PAP is een afkorting van pulmonale alveolaire proteïnose. Bij deze aandoening hopen eiwitten (proteïnen) zich op in de ruimte tussen de longblaasjes (alveoli).
Complicaties na een bronchoscopie komen zelden voor. Het kan het gebeuren dat u bloed ophoest of koorts krijgt als gevolg van een ontsteking doordat uw luchtwegen gespoeld zijn. Ook kan u een pijnlijk gevoel bij het ademhalen krijgen. Uiterst zelden komt het voor dat een patiënt een klaplong krijgt.
Door een roesje (sedatie) verloopt een onaangenaam onderzoek prettiger voor u. U bent dan minder bang, u voelt zich gemakkelijker en heeft minder pijn. Als u ontspannen bent, verloopt het onderzoek in het algemeen ook gemakkelijker.
Het onderzoek duurt ongeveer 20-30 minuten. Na het onderzoek wordt het weefsel in het laboratorium onderzocht. De biopsie wordt uitgevoerd op de afdeling Radiologie door een radioloog. Bij de CT-scan komt u, afhankelijk van de plaats waar het biopt in uw long genomen moet worden, op uw buik, rug of zij te liggen.
Het maagzuur kan in de longen komen. Dit kan een longontsteking veroorzaken. Om dit te voorkomen, moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u vanaf een bepaalde tijd niets mag eten en drinken.
De longarts schuift de bronchoscoop voorzichtig door uw neus of mond uw keel in, via de luchtpijp naar de bronchiën. Ondertussen blijven we extra verdovingsvloeistof in uw luchtwegen druppelen en houden we uw zuurstofgehalte in het bloed in de gaten via een sensor aan uw vinger. Het onderzoek duurt 5 tot 15 minuten.
Bij een bronchoscopie bekijkt de longarts uw luchtwegen (bronchiën). Een bronchoscoop is een dunne buigzame slang. Aan het uiteinde zit een kleine camera met een lampje. De longarts brengt de bronchoscoop via uw mond of neus en daarna via uw keel in de luchtpijp en de bronchiën.
Met de CT-scan kan de arts nog niet de diagnose longkanker stellen. Daarvoor zijn nog andere onderzoeken nodig: een bronchoscopie en/of een longbiopsie.
Een aantal aandoeningen die met een CT-scan van de longen kunnen worden aangetoond zijn: Longkanker of tumoren. COPD.
Met een CT-scan kunnen we de binnenkant van de longen van uw kind zien. Daarmee verzamelen we informatie over eventuele longafwijkingen.