Door het grote tekort op basisscholen komt het vaker voor dat klassen geen eigen vertrouwde leerkracht meer hebben. En dat kan negatieve gevolgen hebben voor de leerlingen. "Het kan later in hun leven nog problemen opleveren." In het basisonderwijs komt Nederland meer dan negenduizend fulltime leraren te kort.
Gevolgen lerarentekort steeds zichtbaarder
De gevolgen van het lerarentekort zijn op de middelbare scholen pijnlijk zichtbaar. Veel uitval van lessen, klassen die leeg blijven, een zorgwekkende grote studieachterstand. In sommige gevallen kunnen bepaalde vakken überhaupt niet meer aangeboden worden.
Dat heeft allerlei oorzaken. Er is te weinig toestroom van nieuwe leraren, te grote uitstroom na enkele jaren van gedesillusioneerde nieuwe leraren en natuurlijk door de vergrijzing in het onderwijs. Nog steeds kiezen veel te weinig jongeren voor het leraarschap.
De aanpak van het lerarentekort vraagt inzet van alle betrokkenen. Daarom werken schoolbesturen, scholen, lerarenopleidingen, gemeenten en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap samen.
te maken met hogere werkdruk (99 procent) problemen met het overplaatsen naar speciaal onderwijs (65 procent) andere taken laten liggen, omdat passend onderwijs te veel tijd in beslag neemt (77 procent) te maken met onduidelijkheid op school over wie aanspraak kan maken op passend onderwijs (35 procent)
“Vandaag is er een structureel tekort van 1.200 leerkrachten. Dat wil zeggen: vacatures die niet ingevuld raken. Maar ook de prognoses voor de komende jaren zijn duidelijk. In 2028 zal er nood zijn aan 5.000 à 7.000 extra leraren, waarvan zeker 3.200 in het secundair onderwijs.
De belangrijkste redenen voor beginnende leraren – in zowel primair als voortgezet onderwijs – om te stoppen, liggen op het persoonlijke vlak of hebben te maken met het beroep en de school. Persoonlijke problemen en ziekte kunnen aanleiding zijn om uit het onderwijs te stappen.
En waar liggen nog kansen? Te weinig, te laat, geen urgentie, geen perspectief: zo bestempelden de topmannen van de grootste Vlaamse onderwijskoepels de aanpak van het lerarentekort door Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA).
De tekorten zijn nog steeds groot: momenteel is er naar schatting een tekort van 9.700 fte (6200 fte 'reguliere' tekorten en 3500 fte tekorten aan langdurige vervangers).
Je hebt niet noodzakelijk een lerarendiploma nodig om te starten. Je kan lesgeven combineren met een opleiding. En misschien telt je beroeps- of artistieke ervaring mee om je loon te berekenen.
Daaruit blijkt dat in het schooljaar 2020-2021 een uitval was van 30 procent in het kleuteronderwijs (of 593 uitstromers na 1.974 starters in 2015-2016), 26,2 procent in het lager onderwijs (850 uitstromers na 3.239 starters) en 37 procent in het secundair onderwijs (2.082 uitstromers na 5.627 starters).
De tekorten zijn het grootst bij wis-, natuur- en scheikunde, informatica, klassieke talen, Frans, Duits en Nederlands.
Kansenongelijkheid in het onderwijs: twee visies
Alle leerlingen volgen hetzelfde onderwijs en krijgen dus dezelfde kansen. Het probleem van deze visie op gelijke kansen is dat leerlingen geen gelijke startpositie hebben en dat de buitenschoolse omgeving van leerlingen, thuis en buitenshuis, enorm kan verschillen.
Lerarenopleidingen worden over het algemeen niet als heel moeilijk beschouwd. Meestal zijn de studenten die deze opleiding kiezen enthousiast over het vakgebied en daarom gemotiveerd genoeg om hun best te doen.
Groei je op in armoede of spreken je ouders geen Nederlands, dan heeft dit vaak invloed op je schoolresultaten. Ook onderadvisering creëert ongelijke kansen. Leraren blijken de capaciteiten van kinderen uit kansarme milieus vaker te onderschatten dan van kinderen met rijke, universitair geschoolde ouders.
In het speciaal basisonderwijs is het lerarentekort met 31 procent het grootst. Een gevolg van dit grote tekort is dat veel scholen zich genoodzaakt zien het aantal leerlingen per klas te vergroten.
Grappig – Enthousiast – Zorgzaam – Creatief – Geduldig – Lief – Positief – Luistervaardig. Dit zijn de 8 kwaliteiten die leerlingen, ouders, collega's en directeurs het vaakst vermelden als 'sterkste eigenschap' van een leraar in de nominatiedossiers voor de Leraar van het Jaar 2016.
Door de hoge werkdruk hebben weinig routiniers de tijd om startende leerkrachten te begeleiden in hun ontwikkeling. Hierdoor voelen jonge docenten zich niet vrij om vragen te stellen. En dat terwijl er van ze verwacht wordt dat ze binnen de eerste drie jaar een volledige ontwikkeling hebben doorgemaakt.
Leraren klagen al jaren luidruchtig over de werkomstandigheden. Ze verdienen te weinig, ze moeten te hard werken en ze moeten te veel vergaderen. Dan zijn leraren ook nog verplicht aan de lopende band onderwijsvernieuwingen in te voeren, zijn de schoolgebouwen oud en vies en krijgen ze geen tijd om zich bij te scholen.
Aantal voortijdig schoolverlaters
In 2020-2021 ging het om 24.385 nieuwe schoolverlaters; 1,88 procent van alle leerlingen. De stijging is het grootst onder leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs. In 2021-2022 hebben 25.217 mbo- leerlingen voortijdig het onderwijs verlaten (6.35 procent van de leerlingen).
Een beginnend docent verdient gemiddeld tussen de €3.500 en €3.900 bruto per maand. Dit komt neer op een uurtarief van ongeveer €25 tot €28. Een universitair hoofddocent verdient gemiddeld €5.200 tot €6.600 bruto per maand, wat neerkomt op een uurtarief van ongeveer €38 tot €48.
Check je Loon
De meerderheid van Onderwijsgevenden in het secundair onderwijs verdient een salaris tussen € 2.189 en € 5.348 per maand in 2023. Een maandloon voor beginnende Onderwijsgevenden in het secundair onderwijs varieert van € 2.189 tot € 3.151.
De beste leerling van de klas is zonder twijfel Luxemburg. Daar kun je als startende leerkracht als snel meer dan 60.000 euro bruto per jaar verdienen. Ook Duitsland en Zwitserland doen het goed, met een loon van zo'n 50.000 euro.