Een ridder (een woord afgeleid van "rijder" als leenvertaling van het Oudfranse "chevalier") was in de middeleeuwen een bereden en bepantserde soldaat (ruiter).
De onderscheiding wordt verleend aan iemand die zich lange tijd persoonlijk verdienstelijk heeft gemaakt voor de maatschappij, de Staat of het Koninklijk Huis. Er zijn zes graden in de Orde van Oranje-Nassau. De eerste vijf graden zijn: Ridder Grootkruis, Grootofficier, Commandeur, Officier en Ridder.
Ridder is een adellijke titel. De ridders hebben de laagste titel in de adel; onder hen staat de ongetitelde adel, baronnen staan hoger in rang. In de middeleeuwen was een ridder een bewapende ruiter, de stand der bewapende ruiters werd al snel een gesloten klasse.
Je bent pas echt ridder als je de ridderslag krijgt van een koning of een hertog of graaf. jaar, dus op je veertiende kan je schildknaap worden. Ben je 21 jaar dan word je pas ridder als jij jouw opleiding hebt voltooid en ook een ware ridder blijkt te zijn.
Ridders waren er vooral om oorlog te voeren. Ze voerde ook oorlog in de omgeving van Jeruzalem. De paus stuurde ridders om dit gebied te veroveren. Ridders moesten lange reizen maken om bij Jeruzalem te komen.
Een echte ridder moest sowieso het verschil tussen mijn en dijn kennen. 'De lepels waarmee wordt gegeten, mag je niet meenemen. ' Ook mocht een waardige ridder nooit eten wanneer anderen dronken noch met volle mond praten of drinken.
De beroemdste ridder
Eduard van Woodstock, de Zwarte Prins, was een uitstekend tacticus. Op zijn 16e behaalde hij twee overwinningen in de Honderdjarige Oorlog met minder mannen dan de vijand.
De riddertijd stopte in de late middeleeuwen. Dit kwam doordat er op militair gebied een hoop veranderde. De kruisboog werd uitgevonden net als de long bow. Hierdoor kon er op afstand gevochten worden.
Hun speciale wapenuitrusting kostte erg veel geld. En om dat geld te verdienen, boden ridders zich aan bij graven en prinsen, en vochten mee in hun legers. In ruil voor dat meevechten konden de ridders geld lenen van hun heer. Van dit geld kochten ze een groot stuk land, en dat lieten ze bewerken door boeren.
In de middeleeuwen waren de ridders altijd mannen van adel. Dat kwam doordat je rijk genoeg moest zijn om zelf je uitrusting te kunnen betalen en doorgaans beschikten alleen de edelen over genoeg geld. In de vroege middeleeuwen waren ridders vooral mannen van lage adel.
Om ridder te worden moest je een man zijn en uit een adellijke familie komen. Ridder zijn was namelijk erg duur. Ook moet je heel fit zijn, vroeg beginnen en natuurlijk goed leren vechten!
Bij personen die worden benoemd tot Ridder gaat het doorgaans om verdiensten met een regionale of zelfs landelijke uitstraling en betekenis. Dit in tegenstelling tot de graad Lid waar het vooral gaat om personen die lokaal verdienstelijk zijn (dus binnen de gemeentegrenzen).
Je bent van adel als je afstamt van een vader die van adel is en die bovendien dezelfde achternaam heeft als jij, omdat titel en predikaat met de achternaam verbonden zijn en adeldom alleen in de mannelijke lijn kan worden doorgegeven.
De adel is een sociaal of juridisch afgebakende groep mensen (edelen) die van oorsprong een bevoorrechte positie innam. De precieze inhoud van het begrip varieert naargelang van tijd en plaats.
Het kopen van een adellijke titel maakt je ook een edelman. Vanwege de vrije naamskeuze is het kopen en dragen van een adellijke titel legaal. U moet er echter rekening mee houden dat u geen echte edelman wordt door geboorte, huwelijk of adoptie. Vanuit juridisch oogpunt is het een pseudoniem met een wapenschild.
Naast vlees en vis, waren brood en bier in de middeleeuwen het voornaamste eten. Men kende erwten, bonen, wortelen en knollen, maar berichten daarover zijn schaars.
Zo kookt en poetst ze, maalt het graan, brouwt het bier en helpt ook bij de graanoogst. Maar ze werkt ook op het land, ze ploegt, zaait en oogst, vaak in slechte weersomstandigheden. De vrouwen uit lagere standen, zowel in de stad als op het land, hebben hetzelfde slechte leven als hun man.
Hoe moet een ridder eigenlijk poepen? Als hij zijn harnas draagt? Er zit maar één ding op: alles moet uit.
De eerste ridders waren gewone soldaten te paard. Ze vochten voor een heer of graaf. Omdat de ridders hoog op een paard zaten, liepen ze een stuk minder gevaar en konden ze soldaten te voet gemakkelijk verslaan. Later waren ridders belangrijk in de kruistochten.
Wetenschappers hebben ontdekt dat ridders uit de vijftiende eeuw enorm gehinderd werden door hun harnas. De harnassen uit die tijd wogen zo'n dertig tot vijftig kilo. Wetenschappers vroegen zich af welke invloed het harnas op de prestaties van de ridder hadden en probeerden het uit.
Koning Artur en zijn Ridders van de Ronde Tafel zijn vandaag misschien wel de meest bekende middeleeuwse literaire personages.
Er waren verschillende soorten ridders zoals: Speerwerpers, boogschutters en zwaardvechters. Ridders waren altijd trouw aan hun heer/koning. Hier volgt de definitie van de 3 soorten ridders. Speerwerpers zijn ridders die vechten met behulp van speren.
Volgens de legende stond in het kasteel Camelot een grote Ronde Tafel waaraan een bepaald aantal ridders als gelijken aanzaten. In Le Morte d'Arthur van Sir Thomas Malory, de voornaamste bron van de Arthurlegende, wordt de volgende erecode gegeven: Geen geweld of doodslag te plegen.