Het eindeloos pakken en weer op de grond gooien van objecten helpt je baby of kind bij het ontdekken van de wereld om zich heen. In die kleine vingertjes, tong en lippen zitten namelijk de meeste zintuigelijke receptoren! Door dus zélf een stukje eten naar zijn mondje te brengen, ontdekt je kindje de wereld.
Als je baby tijdens het eten wat op de grond gooit, blijf dan kalm en reageer zo neutraal mogelijk. Pak het eten op en laat op een positieve manier weten waar het eten wél hoort. Zeg bijvoorbeeld 'Houd je eten maar op je bordje'. Herhaal dezelfde zin consequent.
Reageer enthousiast en aanmoedigend als je kleine iets goed doet, en reageer met een duidelijke 'nee, dat mag niet' als hij iets fout doet. Leg hem ook kort en simpel uit waarom je iets niet goed vindt. Nu snapt hij dat nog niet, maar dat komt vanzelf. In die zin kan je dus beginnen met opvoeden.
Sommige kinderen gaan bijvoorbeeld met spullen gooien als ze driftig zijn of willen jou slaan of schoppen. Stop dan met waar je mee bezig bent en vertel je kind welk gedrag moet stoppen en waarom. Zeg bijvoorbeeld 'Max, stop nu met slaan. Je doet papa pijn, ik wil dat je hier meteen mee stopt en rustig wordt.
Spelen baby 9-12 maanden oud
Je kind kan dan ook beter kleine dingetjes vasthouden, maar vergeet niet dat baby's echt alles in hun mondje stoppen ! Baby's van deze leeftijd vinden het ook erg interessant om al het speelgoed uit de box te gooien; dat is een goed spel voor de ontwikkeling van ruimtelijk inzicht.
De nee-fase kan twee maanden, maar ook de hele peuterpuberteit duren. Net zo snel als je kindje ermee begon, kan hij er ook weer mee ophouden.
Je baby kan zich ook gaan "aanstellen". Bijvoorbeeld: als de ouders aandacht geven aan het hoesten, dan hoest hij lachend nog een keer. Hij begint ongeduld te vertonen door te gaan gillen als iets niet lukt.
Een goede structuur is cruciaal voor jouw baby. Jouw baby leert dan waar het aan toe is en heeft minder te maken met veranderingen. Door een goede structuur kan jouw baby beter gaan slapen, beter eten en een goed metabolisme ontwikkelen. Structuur brengen aan de dag en nacht is ook cruciaal voor ouders.
Stel duidelijke grenzen en wees hier ook consequent in: 'nee' betekent echt 'nee', elke keer. Je kleintje raakt in de war als iets de ene dag wel mag en de andere dag niet. Benoem waarom iets niet mag. Bijvoorbeeld: “Nee, dat is heet”.
Geen manipulatie totdat je baby minstens 18 maanden oud is!
Laat het voor eens en voor altijd worden gezegd: de hersenen van peuters zijn niet genoeg ontwikkeld om te manipuleren, tenminste voor de eerste 18 maanden. Als een baby huilt en zoekt naar de borst van zijn moeder, wilt hij drinken.
Hoe groter de baby wordt, des te meer kunnen de handjes u iets vertellen. Armbewegingen zijn ook heel belangrijk. Heftig op en neer gaande armen bijvoorbeeld geven een bepaalde opwinding weer. Prettige opwinding is een aanwijzing dat de baby een spelletje wil beginnen.
Als hij zich niet lekker voelt, kromt hij zijn lijfje en trekt hij zijn beentjes op. Als hij blij is, kruipt hij ook in elkaar, maar dan van plezier. Je kunt plezier ook merken aan het gezicht en het geluid dat je baby maakt. Als hij ontspannen is, is zijn lichaam recht en zijn de handjes open.
Wat houdt de 2-3-4 regel bij een baby in? Het 2-3-4 ritme betekent dat je op een dag achtereenvolgens rekening houdt met 2 uur, 3 uur en 4 uur tussen dutjes: 2 uur: tel 2 uur op bij het moment van wakker worden om het tijdstip van het eerste dutje te bepalen.
Tot je kindje echt een duidelijk dag en nachtritme heeft ontwikkeld maakt het niet zoveel uit waar je kindje slaapt overdag. Volg hier vooral je eigen gevoel in. Slaapt je kindje fijn bij jou in de draagzak of doek, bovenop jou in jouw armen, of juist in zijn eigen bedje. Het is allemaal goed.
Na de geboorte herkent ze de geur van haar belangrijkste verzorger al binnen een paar dagen – haar favoriete geur. Op zicht Het duurt minstens een paar weken en soms wel twee maanden voor een baby haar belangrijkste verzorger op het zicht herkent.
Je kunt je baby een paar minuutjes laten huilen, in de hoop dat de baby zichzelf in slaap 'jengelt', maar als de baby na een paar minuten nog niet slaapt, ga dan naar je baby toe om hem te troosten.
Kinderen die gaan huilen als ze in bed worden gelegd zijn meestal kinderen die niet gewend zijn om uit zichzelf in slaap te vallen. Het kortdurende huilen hoort voor hen bij het gewennen aan het zelf in slaap vallen.
Door rustig te blijven geef je je kind de ruimte om boos te zijn. Heb veel geduld. Bedenk elke keer dat een kind zijn boosheid en emoties uit bij jou waar hij zich veilig genoeg voelt om zijn emoties te tonen. Omdat je tijdens een echte woedebui geen contact met je kind krijgt, laat je hem het beste uitrazen.
Stel duidelijke regels voor je peuter, en houd je eraan. Je kindje heeft behoefte aan grenzen en regels. In het begin zal je misschien wat tegengas ervaren maar hij zal het fijn vinden om grenzen gesteld te krijgen. Zorg dat je met een duidelijke toon aangeeft wat de regels zijn, de toon van je stem zal hem kalmeren.
Kinderen gillen en schreeuwen vaak wanneer ze in een groep samen zijn. Dit doen ze om aandacht te vragen. Een kind denkt: als ik zo hard mogelijk praat of gil dan word ik gehoord. En omdat kinderstemmen vaak hoger zijn dan die van volwassenen, lijkt het alsof ze meer lawaai maken.
Een simpele manier om je kind te laten weten dat hij/zij iets goed heeft gedaan is door hem/haar affectie te geven. Een knuffel, kus of glimlach om de kleine dingen te belonen, zoals stil zitten, een taak zonder gezeur afronden of zelfs samen spelen. Vergeet niet om verbale goedkeuring te geven.
Hoe lang tummy time? De eerste keren tummy time kan het zijn dat je baby het helemaal niks vindt om op zij buikje te liggen. Je begint daarom het beste met korte buikmomentjes over verspreid over de dag: zo'n 3 tot 5 minuten per keer, zo'n 2 tot 3 keer per dag.
Kenmerken die een invloed hebben op het drukke gedrag
Bijvoorbeeld: Als een baby van 10 maanden last heeft van scheidingsangst, kan hij of zij zich drukker gedragen. Vermoeidheid, persoonlijke problemen, moeite hebben met grenzen te stellen, manier van omgaan met het kind …