Bij overlast van kwakende kikkers gaat het bijna altijd over groene kikkers. Het zijn alleen de volwassen mannetjes,die roepen. Ze maken daarmee onderling hun aanwezigheid kenbaar en proberen vrouwtjes te lokken.
De mannetjes van kikkers en padden kwaken in het voorjaar om vrouwtjes te lokken. De meeste soorten versterken het geluid met behulp van kwaakblazen.
Stilstaand water is niet het enige wat insecten aantrekt, ook buitenverlichting werkt als een magneet. Door jouw buitenverlichting 's nachts te doven zorg je ervoor dat er minder insecten op jouw tuin afkomen. Via deze weg wordt kikkers uit de tuin houden dus niet direct op de kikker, maar op zijn voedselbron gericht.
Opmerkelijk: als hij boos is, laat de kikker een hoog piepend geluid horen, vergelijkbaar met een hondenspeeltje.
Geen vijver of ongeschikte vijver
Een vijver trekt kikkers en padden aan. Wil je minder kikkers en padden in de tuin, dan kun je dus het beste geen vijver hebben. Je kunt de vijver ook ongeschikt maken voor kikkers en padden. Dit kan door er weinig planten in te doen, zodat reigers makkelijker bij de kikkers kunnen.
Overigens, de kikkers bijten niet, het gif zit in de huid en komt vrij bij overmatige stress en is slechts dan gevaarlijk indien het in de bloedbaan van een aanvaller komt. Daarbij bevatten slechts een handvol soorten pijlgifkikkers huidgif in levensbedreigende hoeveelheden.
Embed. Groene kikkers zijn goed gecamoufleerd. Ze vallen niet op tussen de waterplanten. Een mannetje lokt een partner door keihard te kwaken.
Kikkers en padden in nood kunnen geluid maken die je totaal niet bij een kikker/ pad zou verwachten. De bruine kikker zoekt momenteel een overwinterplaats. heeft hij deze gevonden, dan maakt hij een geluidje om aan te geven dat het een goede plek is.
Maar de groene kikkers, dat zijn de echte kwakers. Ze zijn niet alleen groen, maar vooral ook goed te herkennen aan de twee kwaakblazen aan de zijkant van de kop. Bruine kikkers hebben die niet. Het kwaken is het hardst als de blazen het grootst zijn, ze werken namelijk als klankkasten.
Kikkers, salamanders en padden zijn amfibieën en dus regenliefhebbers bij uitstek. Ze leven zowel in het water als op het land, mede dankzij hun dunne huid die water en zuurstof doorlaat. Maar hun tere vel droogt ook snel uit. Vandaar dat ze het liefst in de regen tevoorschijn komen, zodat wij ze kunnen bekijken.
Horen zonder oren
Hoewel kikkers geen oorschelpen hebben, kunnen ze wel degelijk horen. Ze hebben net als mensen een trommelvlies, maar dat zit bij kikkers gewoon aan de buitenkant. Bij bruine en groene kikkers kun je dat vaak goed zien als een rondje net achter de ogen.
De Gewone pad is een nachtdier en de Bruine kikker is een dagdier. De kikkers en padden vullen elkaar daarmee mooi aan in de jacht op de naaktslakken en andere diertjes. Padden houden zich overdag het liefst schuil in een koele en donkere plaats, om 's nachts op jacht te gaan.
Hoewel het niet nodig is om de kikkers te voeren, kan de liefhebber ze handtam maken door regelmatig meelwormen uit de hand of uit een bakje te laten eten. Ze zullen als ze het gewend zijn op het gerammel met het bakje al te voorschijn komen.
Elk jaar, vanaf de eerste zachte voorjaarsnacht (meestal al eind februari), ontwaken de bruine kikkers uit hun winterslaap. Vanaf schemerduister tot middernacht trekken ze dan massaal van hun overwinteringsplek naar een poel of vijver om zich voort te planten.
Wanneer ze kopje onder gaan gebruiken ze niet hun longen maar wel hun huid om te ademen. Hun zeer dunne vel is zo goed doorbloed dat het zuurstof rechtstreeks uit het water kan opnemen. Op die manier kan een kikker, die zich tijdens de wintermaanden ingraaft in de modder, maandenlang overleven zonder te stikken.
Kikkers zijn dan weer geen hoogvliegers: zij hebben weinig hersenen voor hun gewicht. Naast deze massaverhouding spelen ook andere factoren mee om intelligentie te bepalen, waaronder geheugen, ruimtelijke oriëntatie en gebruik van werktuigen.
Jagen Veel kikkers leven graag in de buurt van water. De groene en bruine kikker zie je daarom vaak in plassen of sloten. Tussen het riet en andere waterplanten kunnen ze zich verstoppen voor vijanden. Er zijn veel dieren die wel van een kikkermaaltijd houden, zoals roofvissen, meeuwen, reigers, ratten en zelfs egels!
Ze hebben overdag echter een hekel aan open ruimtes en verharde tuingedeeltes. Het (tijdelijk) opruimen of verplaatsen van stenen, hout en andere zaken waar ze zich onder kunnen verschuilen zou er toe kunnen leiden dat ze een andere verblijfplaats gaan zoeken.
Rommel in je tuin trekt, net als hoog gras, kikkers aan. Als je tuin netjes is, blijven kikkers weg. Verwijder alle lege potten, oud hout, houtsnippers, en alle andere donkere, vochtige plekken waar kikkers zich kunnen verstoppen. Gebruik je buitenlichten niet.
Kikkers en padden worden regelmatig gekust, want je weet maar nooit of het soms een prins of prinses is, overigens wil niet ieder kind een beestje vasthouden, maar we proberen altijd om ze toch te laten aanraken, al is het maar met een vingertopje.
Door de rode vos (Vulpes vulpes) krijg je het idee dat Jack the Ripper de straten onveilig maakt. De roep van deze wilde stadsbewoner lijkt soms eng veel op het schreeuwen van mensen.
Kikkers kunnen dat niet, die kruipen weg in een kuiltje of een verlaten holletje van een ander dier of op de bodem van vijvers of sloten. Ze moeten er voor zorgen dat het een vochtige plek is, anders drogen ze uit. Ze worden heel koud, hun hartje klopt heel langzaam, hun bloed stroomt traag door hun lichaampje.
Het zijn alleen de volwassen mannetjes,die roepen. Ze maken daarmee onderling hun aanwezigheid kenbaar en proberen vrouwtjes te lokken. Ze roepen alleen in de periode, dat ze zich voortplanten.
Langzaam verdwijnt hun staart en krijgen ze longen. De kikkervisjes zijn kikkers geworden! Nu kunnen ze het water verlaten en hun eerste sprongetjes aan land zetten.