Patiënten die de ingreep niet onder sedatie door de anesthesie ondergaan krijgen een licht 'roesje'. U kunt dan nog pijn ervaren tijdens de ablatie; daarvoor wordt dan extra pijnstilling gegeven.
Chirurgische ablatie wordt onder volledige narcose uitgevoerd en vaak in combinatie met een andere ingreep, zoals bijvoorbeeld een bypassoperatie of hartklepvervanging. De ablatie zelf duurt gemiddeld ongeveer een half uur.
De meeste anesthesiemiddelen hebben een dempend effect op het hart waardoor de pompfunctie bij een al bestaande cardiomyopathie verder kan verslechteren. Ook kan een reeds bestaande geleidingsstoornis toenemen.
Mogelijke risico's ‒ met inbegrip van maar niet beperkt tot de hieronder genoemde ‒ zijn: (na)bloedingen, infecties, gaatje in het hart, hartritmestoornissen (boezem en kamer) tijdens en na de ingreep, vochtophoping in het hartzakje en longproblemen.
Tijdens deze behandeling kunt u een branderige pijn op de borst voelen. Die pijn verdwijnt na korte tijd vanzelf weer. Door deze temperatuur wordt op dat punt hartspierweefsel weggebrand (beschadigd). Er ontstaat een littekentje van enkele millimeters in doorsnede en diepte.
Herstel. Na een katheterablatie kan het genezingsproces wel drie maanden duren, en na een chirurgische ablatie zelfs wel zes maanden. Vanwege dit genezingsproces kan het boezemfibrilleren de eerste tijd na de ablatie opnieuw optreden.
Gedurende de eerste week niet in bad te gaan zitten, te zwemmen of de sauna te gebruiken. U kunt wel douchen. Na 5 dagen kunt u weer aan het werk, als er sprake is van een ongecompliceerd verloop en herstel van de procedure en u (nog) geen zware lichamelijke arbeid verricht. De eerste 2 weken niet te sporten.
De voordelen van de deze vorm van ablatie zijn: sneller; minder pijnlijk nadien, maar vindt ook onder narcose plaats net als de radiofrequente katheterablatie; hoog slagingspercentage: 80 tot 85 procent van de patiënten is na deze ablatie van hun boezemfibrilleren af.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
Door de temperatuur in de slokdarm te meten met een kleine, flexibele thermometer en door u een maagzuurremmer (Pantomed®) te geven tijdens de eerste maand na de ablatie wordt dit risico nog verkleind. Het risico op overlijden wordt geschat op 1 op 1 000.
Je geeft iemand anders de controle over je lichaam.” Maar de kans dat het mis gaat, is uiterst klein. Het risico op overlijden is bij 'normale' patiënten kleiner dan het risico dat je loopt als je aan het verkeer deelneemt.
Deze kans is heel erg klein, ongeveer 1 persoon van de 100.000 patiënten die geopereerd wordenkomt tijdens de operatie te overlijden.
In principe kunt u uw normale werkzaamheden 24 uur na het onderzoek of behandeling hervatten. Indien u vóór het onderzoek of de behandeling werkonbekwaam was, dan bespreekt u met de arts wanneer u terug aan het werk kan.
Wees voorzichtig met bijvoorbeeld traplopen, stofzuigen, ramen zemen, fietsen en sporten. Ga de eerste 3 dagen niet autorijden en fietsen. Tijdens autorijden en fietsen kan er druk op de lies ontstaan met het risico op een nabloeding.
Nieuwe behandeling voor hartritmestoornissen beschikbaar in het Catharina Hart- en Vaatcentrum. Als eerste in Nederland hebben cardiologen en hartchirurgen van het Catharina Hart- en Vaatcentrum een nieuwe techniek toegepast bij een patiënt met hartritmestoornissen. De nieuwe techniek is voor patiënten minder pijnlijk.
Dit komt dan door een ontstekingsreactie met vochtophoping rond het litteken. Als de ablatie littekens rustig geworden zijn, verdwijnen de ritmestoornissen meestal. Als kort na de ingreep de ritmestoornis weer terug komt, wil dat dus niet zeggen dat de ingreep mislukt is.
Het maakt voor uw levensverwachting niet uit of uw hartritme vooral door het normale sinusritme of door boezemfibrilleren wordt bepaald. De bovengenoemde behandelingen hebben als doel uw kwaliteit van leven te verbeteren, door uw hartklachten te verminderen.
digoxine. Digoxine behoort tot de groep geneesmiddelen die hartglycosiden worden genoemd. Digoxine verbetert de pompkracht van het hart en zorgt voor een regelmatige rustige hartslag. Artsen schrijven het voor bij hartfalen en hartritmestoornissen.
Misschien voelt u in de eerste 3 maanden na de ablatie nog hartkloppingen of overslagen. Bij sommige ritmestoornissen kan het weken tot maanden duren voordat het hart tot rust komt en de ritmestoornissen verdwijnen. Het kan zijn dat de klachten kortdurend erger worden.
Hierdoor zijn de cellen, die extra slagen veroorzaken, geïsoleerd van de boezems en kan atriumfibrilleren niet meer ontstaan. Echter na deze behandeling kan boezemfibrilleren toch weer terugkomen, doordat de vernietigde hartspiercellen zich weer gaan herstellen.
De kosten voor de behandeling van boezemfibrilleren kunnen structureel omlaag door de behandeling katheterablatie. Na deze behandeling is de patiënt van zijn medicijnen voor de aandoening af. De kosten hiervan zijn zo'n 3000 euro per jaar per patiënt.
Vlak na de ablatie kunnen mensen een wat branderig gevoel op de borst hebben. De klachten verdwijnen meestal snel. Eventueel kunt u hiervoor pijnstillers gebruiken. Er zijn ook mensen die zich wat misselijk of moe voelen.
Ablatie is een behandeling bij hartritmestoornissen. De arts blokkeert de elektrische prikkels in het hart die het ritme verstoren. Ableren gebeurt via een katheterisatie of (kijk)operatie.
Bij langdurig gebruik verergert alcohol de hartritmestoornissen. Die kunnen zo op termijn overgaan in een persistente toestand van voorkamerfibrillatie. Met mogelijk de gekende gevolgen van een beroerte. Maar ook onrechtstreeks heeft alcohol een nefaste invloed op je hart.