Geënte fruitbomen geven sneller vruchten dan zaailingen. Om te kunnen enten of griffelen hebt u een scherp mes, entwas, enthout, onderstammen en bindmateriaal nodig.
Waarom bomen en planten enten? Je kunt planten enten zodat ze elkaars eigenschappen kunnen versterken. Bijvoorbeeld een sterke wilg, waarvan de onderstam heel veel voedingstoffen kan opnemen en deze door kan geven aan de gecultiveerde soort. Zo krijg je een nog mooiere plant.
Door te enten kun je fruitrassen vermeerderen, met behoud van de goede eigenschappen. Je gebruikt hiervoor een deel van een tak van de fruitboom die je wilt vermeerderen. Deze plaats je via een bepaalde techniek op een onderstam van een soort die rechte stammen geeft en een goed wortelstelsel ontwikkelt.
Door ze schuin af te snijden wordt het contactoppervlak vergroot en groeien de ent en onderstam het beste en snelste naar elkaar toe. Bij het plakenten is het niet noodzakelijk dat de snijvlakken even lang zijn. Plakenten wordt meestal toegepast als de onderstam dun is (0.5 cm) of als de onderstam dunner is dan de ent.
Waarom enten? De belangrijkste reden om te enten, is om een betere, sterkere heester te creëren. De onderstam en de ent versterken elkaars eigenschappen. Bovendien wordt het groeiproces versneld door het enten, waardoor de heester sneller groot is.
Elke stek wordt boven en onder een blad afgeknipt. De bladeren op het onderste deel worden tot ca 1/2 van hun lengte verwijderd. De stekken worden dan in speciale stekgrond (zaai- en stekgrond) gestoken en afgedekt met plastiekfolie en/of krantenpapier om ze te beschermen tegen het verwelken (uitdroging).
Enten is het bovenop elkaar zetten van twee verschillende planten om die als één plant samen op te laten groeien. Boomkwekers en fruittelers doen dat ondermeer om een mooie bovenste plant (bovenstam) uit te laten groeien op een sterke, maar minder mooie onderste plant (onderstam).
Hoe lang leven appelbomen? De gemiddelde gezonde en goed verzorgde appelboom kan 50 tot 80 jaar oud worden. Er zijn echter opvallende uitzonderingen op deze regel. Van sommige appelbomen is gemeld dat ze al meer dan een eeuw leven.
Gebruik ook voor je fruitbomen organische meststoffen
Koemest, kippenmest, champignonmest, beendermeel, bloedmeel ... vormen de grondstoffen voor organische meststof. De belangrijke voedingselementen voor je fruitbomen of fruitstruiken worden langzaam vrijgegeven door de organische meststoffen.
Hoe moet je een appelboom snoeien in de winter
De eerste knoppen in de boom die groen worden zijn altijd bloemknoppen. Bladknoppen volgen een week of twee later, stel het snoeien uit tot dit moment. Laat een paar waterloten (rechte jonge takken) staan. Hierop ontstaan in het volgende jaar de nieuwe bloemknoppen.
Door te oculeren op de wortelhals voorkomt men dat er later teveel grondscheuten komen. Met het spateltje aan het mes of met de snede van het mes, kan men vlot de schorslippen van de "T" losmaken. Snijden van het schildgriffel: De oculatiescheut waarvan de schildjes moeten gesneden worden, wordt eerst ontbladerd.
Tijdstip enten: Enten is een kwestie van timing. In de beroepskwekerij doet het tijdstip er niet zo toe omdat de materialen dan gekoeld bewaard worden; als amateur ent je met de meeste kans van slagen, wanneer de onderstammen tot leven beginnen te komen (de knoppen beginnen te zwellen). Dat is meestal rond eind maart.
Haal zoveel mogelijk blad weg (laat één of twee blaadjes zitten) en doop het uiteinde in stekpoeder. Dat voorkomt rotting en bevat een groeihormoon om wortelgroei te stimuleren. Neem meerdere stekken i.v.m. mogelijke uitval en zet ze aan de rand van een grote terracotta pot in stekgrond of gesteriliseerde potgrond.
Het duurt ongeveer twee maanden voordat de ent begint te groeien, maar laat het draad of elastiek minstens een jaar zitten om er zeker van te zijn dat de ent goed vergroeit.
Zelf enten
Maak een schuine snede in een zijtak. Neem de één jaar oude tak en plaats deze met een zelfde schuine snede tegen de zijtak. Bevestig de twee takken met tape of entwas aan elkaar. Voor extra bescherming en verwarming van de jonge enten kun je er glazen kokers overheen plaatsen.
Werkwoord. Bij het enten wordt een deel van een plant (de ent) vastgemaakt op een deel van een andere plant (de onderstam).
Een jaarlijkse kalkgift (magnesium houdend), na de herfst, verdient de aanbeveling om verzuring van de grond te voorkomen en het kalkgehalte zo nodig te verhogen. Een 2 jaar oude hoogstamfruitboom geef je een paar handjes vol. Een 25 jaar oude fruitboom krijgt jaarlijks een halve emmer vol (1 kg) met kalk.
Een appelboom heeft in de regel geen kunstmest nodig en kan goed uit de voeten met gedroogde koemest. Zoals bij andere fruitbomen bemesten kun je de grond in februari verrijken met kalkkorrels. Hierdoor wordt de mest beter opgenomen.
Fruitbomen niet tijdens bloei en of net na de bloei snoeien anders krijgt de boom slechte vruchten. Dus april, mei en juni snoeien we niet. De wintermaanden zijn het beste om te snoeien omdat de boom kaal is en de boom beter te beoordelen is. Winter snoei het liefst rond februari, net voor de sapstroom op gang komt.
Het is belangrijk om de appelboom voldoende water te geven, zowel tijdens het planten als tijdens de eerste periode. De boom moet 'aanslaan' en heeft ongeveer dertig tot veertig liter water per week nodig.
De beste plaats voor een appelboom is een zonnige plaats. Appelbomen verdragen ook een plaats die half in de schaduw ligt. U kunt de boom het beste tussen november en maart planten, waarbij de plantafstand afhankelijk is van de maat die u koopt. Een laagstam heeft minder ruimte nodig dan een halfstam.
Bij ongunstige omstandigheden, zoals langdurige droogte, kan de rui zo hevig zijn, dat er maar een geringe oogst overblijft. Je kunt dit voorkomen door tijdig ruim water te geven. Na een minder heftige juni-rui is het vaak nodig om nog extra te dunnen.
Zo stek je een boom
Snij of knip deze tak vlak onder een blad af. Haal de onderste bladeren eraf maar laat minimaal twee 'bladparen' zitten. Zet je stek in een glazen pot met water. Dan kan je goed zien of je stekje wortels krijgt!
De stamomtrek wordt gemeten op 1 meter hoogte vanaf het maaiveld. De stamomtrek begint bij de maat 6-8 cm. Onder die maat rekenen we met de hoogte dus bijvoorbeeld 175-200 cm stamhoogte. Dat betekent dus dat het een dunnere en kleinere boom dan 6-8 cm stamomtrek is.