Veel kinderen die blijven zitten op de basisschool – een kleine tien procent, volgens cijfers van de Rijksoverheid – doen dat in groep 2. Ze kleuteren dus een jaartje extra. Vaak is een kind dan nog te speels, volgens school, en kan het zich nog niet goed concentreren op de lesstof.
Zittenblijven in groep 2 heet ook wel kleuterverlenging. Ouders kunnen via de MR invloed uitoefenen op het beleid rondom zittenblijven. De school is verplicht om ouders tussentijds op de hoogte te stellen van de vorderingen van hun kind.
Aan het eind van groep 2 moet je kind in staat zijn om tot 20 te tellen. Ook moet het onder de 10 op de juiste volgorde kunnen terugtellen en kunnen lezen. Je kind leert bovendien de rangtelwoorden (eerste, tweede enz.) tot en met de 10.
Zittenblijven heeft ook voordelen
Als je blijft zitten kun je je vaardigheden in de vakken verbeteren. Je staat daarna vaak steviger in je schoenen. Sommige vervolgopleidingen kijken niet alleen naar je eindexamencijfers, maar ook naar de cijfers in de jaren ervoor.
Wie bepaalt of mijn kind blijft zitten of overgaat naar de volgende groep of klas? De school beslist of uw kind overgaat naar de volgende groep of klas. Hier bestaan geen wettelijke regels voor. In de schoolgids staat hoe de school omgaat met overgaan en zittenblijven.
Uit onderzoek naar zittenblijven blijkt dat dit in veruit de meeste gevallen geen positieve invloed heeft op de schoolloopbaan en de motivatie van leerlingen. Het aantal zittenblijvers in Nederland blijft echter hoog. Zittenblijven heeft vaak een negatief effect op zowel de motivatie en daarmee prestatie.
Effecten van zittenblijven
Zittenblijven blijkt in het algemeen minder gunstig dan leer- krachten doorgaans denken. Vooral op langere termijn heeft het een negatief effect op de schoolse prestaties en school- loopbaan van de zittenblijvers, tenzij ze een ruim pakket aan extra ondersteuning krijgen en doorstromers niet.
Een keertje zittenblijven is in Nederland vrij normaal: bijna de helft van de leerlingen blijft een keer zitten op de basisschool of op de middelbare school. Maar een jaar doubleren op de basisschool is volgens wetenschappelijk onderzoek zelden zinvol.
Leerkrachten zouden vaker kleinere toetsen moeten geven, zo onthoud je de dingen beter. Blijven zitten demotiveert en helpt leerlingen niet. Blijven zitten voor maar 1 vak is al helemaal belachelijk! Toetsen moeten ook gaan over relevante leerstof en hoeven niet te bulken van de instinkers.
Rond deze tijd van het jaar (april-mei) valt voor sommige leerlingen van groep 3 of 4 het D-woord: doubleren of blijven zitten. (doubleren is het franse woorde voor dubbelen). Waarom lost zittenblijven zelden wat op? Als een kind goed schoolrijp is als het naar groep 3 gaat, is het toe aan leren lezen en schrijven.
Uit veel studies blijkt dat vroege leerlingen op latere leeftijd (ongeveer na 14 jaar) niet noodzakelijk slechter presteren dan de late klasgenoten. Maar in landen met vroege selectie, zoals Nederland, zijn ze dan meestal al geselecteerd voor vervolgonderwijs.
Zo moet een kind in groep 3 eenvoudig logisch kunnen redeneren, veel informatie kunnen verwerken en opslaan in het geheugen en aandacht kunnen vasthouden. Ook moet het de Nederlandse taal voldoende beheersen om instructies te kunnen volgen en gedragsregels aan te leren.
Ontwikkelingsachterstand. Volgens ontwikkelingspsycholoog Ewald Vervaet lopen kinderen die te vroeg doorstromen naar groep 3 het risico een ontwikkelingsachterstand op te lopen. Dit komt doordat zij biologisch gezien nog niet klaar zijn om zich bezig te houden met taal en rekenen.
Een gevolg van zittenblijven is dat een leerling een jaar langer doet over de schoolloopbaan. In 2019 bleef tien procent van de leerlingen in het basisonderwijs zitten. In het voortgezet onderwijs bleef dat jaar zes procent van de leerlingen zitten. Leerkrachten en docenten beslissen of een leerling blijft zitten.
Wettelijk gezien kan een kind les volgen in twee scholen. De leerling wordt dan bijvoorbeeld vrijdagavond uitgeschreven in de ene school, en maandagochtend ingeschreven in de andere school, een systeem dat zich wekelijks herhaalt.
Zittenblijven in het primair onderwijs heeft in het algemeen geen positief effect op de (cognitieve) leerprestaties, ook niet op langere termijn. Onderzoek naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen laat zowel positieve als negatieve gevolgen zien.
We noemen ze buispunten. Er zijn wel strikte voorwaarden: Je mag voor maximum 3 B-vakken een tekort hebben. Het aantal punten dat je tekort hebt, mag niet meer zijn dan het aantal B-vakken dat je hebt.
In het schoolreglement van de meeste scholen staat dat leerlingen: maximaal 1 keer mogen blijven zitten in dezelfde klas; 1 keer mogen zakken voor het examen; of 2 keer mogen blijven zitten in verschillende klassen.
U bent niet geslaagd en moet uw leerjaar overdoen. De school moet schriftelijk motiveren waarom u een C-attest krijgt. In het laatste jaar van uw opleiding krijg u geen attest maar een studiebewijs.
Zittenblijven komt vooral voor in de eerste jaren van de basisschool. In groep 1 en 2 wordt zittenblijven ook wel 'verlengd kleuteren' genoemd. In het voortgezet onderwijs is zittenblijven de laatste jaren toegenomen tot bijna 6 procent in 2019.
Zij leren bijvoorbeeld nieuwe woorden tijdens een rollenspel in de themahoek. Of tijdens liedjes zingen in de kring. En hun ruimtelijk inzicht ontwikkelen zij bijvoorbeeld in de bouwhoek of tijdens gymles. Omdat kleuters vooral leren door te doen, is er concreet materiaal in de klas aanwezig.
Manipuleren met klanken, bijvoorbeeld een klank weglaten en dan het overgebleven woord zeggen lukt moeizaam. Letters benoemen verloopt traag. Teksten worden traag gelezen. Klanktekenkoppeling wordt onvoldoende beheerst.
Jaarlijks blijven in het voortgezet onderwijs bijna 45.000 leerlingen zitten. Op basis van deze gegevens.
Redenen voor een verlengd kleuterjaar zijn bijvoorbeeld: Nog niet toe zijn aan de cognitieve eisen van groep 3. Een zwakke werkhouding: het kind speelt nog erg graag. De motorische, emotionele en sociale vaardigheden van het kind zijn nog onvoldoende 'gerijpt' (Bouwman, 2016)
Basisscholen behouden de bevoegdheid om voor een leerling tot zittenblijven te beslissen. Vanaf 1/9/2014 moeten scholen deze beslissing nemen na overleg met het CLB en moeten ze de beslissing schriftelijk motiveren en mondeling toelichten aan de ouders.