Zet het huis op een donkere, beschutte en rustige plek in de struiken, ver van menselijke activiteit. Ook is het belangrijk dat de ingang van het egelhuis uit de wind staat. Leg af en toe wat blad of stro in de buurt van het huisje, zodat de egels hun nest weer kunnen aanvullen.
Er zijn verschillende materialen waarmee je je egelhuisje kunt vullen, waaronder droge bladeren en krantensnippers. Zorg er in ieder geval voor dat het nestmateriaal droog is. Zo voorkom je schimmel. Egels gaan ook vaak zelf op zoek naar nestmateriaal.
Egels slapen overdag graag in compost-, takken-, stengel- of bladerhopen, in hoog gras en andere kruiden, onder (braam)struweel, hagen en dicht struikgewas, in hout- of hooimijten, tussen boomstronken, in houtstapels of stapels (bak)stenen of dakpannen waarin voldoende grote holtes zijn, en zelfs in holen of onder ...
Je kunt egels heel goed helpen door een natuurlijke schuilplaats aan te leggen. Egels verschuilen zich graag tussen en onder struiken. Een rustig hoekje met veel begroeiing en planten is daarom ideaal voor egels. Ook hopen bladeren, gestapelde boomstammen, takken en composthopen bieden een nestplaats voor egels.
Zet planten en struiken in je tuin die van hier komen, inheemse soorten dus. Daar leven veel meer insecten op en dat is weer voedsel voor egels. In een natuurlijke tuin met veel onderbegroeiing en rommelhoekjes vinden egels beschutting en veel voedsel! Laat gevallen blad gewoon tussen alle andere planten liggen.
De egel heeft voor de mens een hoge aaibaarheidsfactor. Toch houdt het dier niet van aanrakingen. Dan trekt het zijn snuit in en verandert in een 'hondsegel'.
Let op: egels kunnen bijten. Plaats de egel in een hoge kartonnen doos, kist of kattenmandje.
Een egelvriendelijke tuin trekt vaak ook andere dieren
Een gevarieerde beplanting van de tuin, waarin ook veel bloemen te vinden zijn, trekt behalve egels ook insecten, vogels en vlinders aan. Is er ook nog een waterbak of vijver te vinden dan zijn er al snel ook kikkers, padden en libellen te vinden in de tuin.
Jonge egels soms ook overdag actief
"Hij zal af en toe ook overdag zichtbaar zijn om met bladeren te slepen of om nog wat laatste voedsel te zoeken. Dit gedrag is niet helemaal normaal, want de egel is eigenlijk een uitgesproken nachtdier.
Qua structuur en samenstelling zijn kattenbrokjes meestal prima geschikt voor egels. Dit geldt zowel voor het droge als het natte kattenvoer. Wanneer je niets anders bij de hand hebt om de egels te voederen, zijn kattenbrokjes dus zeker een goed alternatief.
Vochtig en calorierijk voedsel zoals hondenvoer of roerei zijn prima opties. Completeer de maaltijd met een bakje vers water. Zet nooit melk neer, want hier kunnen egels niet goed tegen! Zorg voor een tuin met veel begroeiing en beschutting.
Je kunt een egel wel een schoteltje of een (ondiep) kommetje water geven. Maar let wel: een egel is een beschermd dier, dus officieel mag je hem niet verstoren of voeren. Is de egel écht in nood, neem dan contact op met een egelopvang.
Tijdens hun nachtelijke tochten gaan ze op zoek naar kevers, rupsen, wormen en slakken en soms eten ze ook jonge vogels, een ei of kikkers. Ter voorbereiding op de winterslaap eten egels zich in de herfst vol met alles wat ze kunnen vinden en horen ook vruchten en paddenstoelen bij hun menu.
Zorg dat de opening niet naar het noorden of noordoosten is gericht. Zet het huisje op een beschutte plek. Egels gaan graag ongezien hun huisje in en uit.
– Egels eten in principe geen groente of fruit. – Geef geen meelwormen. Bij het aanbieden van veel meelwormen gaat de gezondheid van een egel juist achteruit in plaats van dat je de egel daarmee helpt. – Biedt geen pinda's of pindasoep aan of brood met pindakaas omdat dat allemaal de gezondheid van de egels schaadt.
Simpelweg kattenvoer (droog of nat) en een schaaltje water volstaat. Geef nooit melk! Egels zijn niet in staat dit te verwerken en kunnen hier ernstige diarree van krijgen. Wees ook voorzichtig met kattenmelk, pindakaas, pinda's en rozijnen.
In opgerolde toestand staan de stekels in alle richtingen, dankzij kleine huidspiertjes aan de uiteinden van de stekels. De egel is dan alleen kwetsbaar aan de opening aan de onderzijde, die echter bijzonder klein is en slechts weinig dieren kunnen hem daar aanvallen zonder geprikt te worden.
Als de egel stinkt. Als de egel veel teken of vlooien heeft. Als de egel veel vliegen(eitjes) en maden heeft.
Egels kunnen zwemmen, maar tegen steile kanten kunnen zij niet op klimmen.
Zet het huis op een donkere, beschutte en rustige plek in de struiken, ver van menselijke activiteit. Ook is het belangrijk dat de ingang van het egelhuis uit de wind staat. Leg af en toe wat blad of stro in de buurt van het huisje, zodat de egels hun nest weer kunnen aanvullen.
Kleine egeltjes die piepend en/of overdag rondlopen, zijn in nood en aangewezen op deskundige opvang om verder op te groeien. Warmte is wat zij het eerst nodig hebben.
Egels scharrelen graag door tuinen op zoek naar eten. Ze eten hun buikjes rond, want vanaf eind oktober tot april houdt de egel zijn winterslaap. Ze overwinteren in een nest gemaakt van bladeren, gras, mos en houtjes of tussen blokken hout in een schuurtje.
Pak je egel voorzichtig op door een hand onder zijn buik te schuiven en hem op te tillen. Je kunt je egel dan in je handen vasthouden of gaan zitten en hem in je schoot laten zitten. Probeer je egel elke dag ten minste 30 minuten vast te houden terwijl je hem aan het temmen bent.
“Na autopsie is gebleken dat deze egels een zeer besmettelijke infectie met Corynebacterium ulcerans, een aan corynebacterium verwante kiem, hebben afgelopen.” Het zijn de toxinen van deze bacterie die de huid kunnen beschadigen en kroep of difterie kunnen veroorzaken.
Een egel mag er best wel slim uitzien, het is één van de primitiefste zoogdieren. Hoewel egels te boek staan als insecteneters, zijn het eigenlijk alleseters.