Kies op de Mac Apple-menu > 'Systeeminstellingen', klik op 'Algemeen' in de navigatiekolom en klik vervolgens op 'Apparaatbeheer'. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Kies op uw Mac Apple-menu > Systeeminstellingen, klik op Algemeen in de zijbalk en klik vervolgens op Apparaatbeheer . (Mogelijk moet u naar beneden scrollen.)
Klik op in het Dock of kies Apple menu > 'Systeeminstellingen'. Typ een of meer woorden in het zoekveld. Instellingen met opties die overeenkomen met je zoekopdracht worden onder het zoekveld weergegeven.
Klik in het Dock of kies Apple-menu > Systeeminstellingen . Klik in het zoekveld. Suggesties zijn gebaseerd op instellingen die u het vaakst gebruikt.
Windows-instellingen (Windows 10) Het venster Instellingen is dé verzamelplek voor de systeeminstellingen van Windows 10. Dit venster is op verschillende manieren te openen: via de optie Instellingen in Start, via knop Alle instellingen in het actiecentrum of met de toetscombinatie Win-I.
Het Apple-menu bevindt zich in de linkerbovenhoek van het scherm. Klik hierop om Systeeminstellingen en onlangs gebruikte apps, documenten en andere onderdelen te openen. Je kunt informatie over je Mac bekijken, zoals de macOS-versie, het type processor of chip en de hoeveelheid geheugen.
Kies in het Apple-menu in de hoek van het scherm de optie 'Systeeminstellingen'. Klik op Algemeen in de zijbalk van het venster dat wordt geopend en klik vervolgens op Software-update aan de rechterkant. In eerdere versies van macOS: kies het Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik op 'Software-update'.
U kunt pictogrammen voor harde schijven, externe schijven, cd's, dvd's, iPhone, iPad, iPod touch en verbonden servers bekijken in de Finder-zijbalk of op uw bureaublad. Kies in de Finder op uw Mac Finder > Instellingen.Klik op Algemeen en selecteer vervolgens de items die u op het bureaublad wilt zien .
Open de app Instellingen op je telefoon.Apparaten.Zet Apparaten in de buurt zoeken aan of uit.
(Start) knop. Klik in het Startmenu op Instellingen. Klik in het venster INSTELLINGEN op Apparaten. Klik in het scherm APPARATEN op Printers en scanners of Verbonden apparaten en klik onder de categorie Verwante instellingen op Apparaatbeheer.
Selecteer Start , voer apparaatbeheer in. Selecteer vervolgens Apparaatbeheer in de zoekresultaten.
Met Mobile Device Management (MDM) kunt u apparaten veilig en draadloos configureren door profielen en opdrachten naar het apparaat te sturen, ongeacht of deze eigendom zijn van de gebruiker of van uw organisatie .
Om deze instellingen te openen, kiest u Apple-menu > Systeeminstellingen, klikt u op uw naam boven aan de zijbalk, gaat u naar Apparaten en klikt u vervolgens op de naam van een apparaat . Als u uw naam niet ziet, klikt u op 'Aanmelden', voert u het e-mailadres of telefoonnummer van uw Apple-account in en voert u vervolgens uw wachtwoord in.
Het Apple-menu bevindt zich in de linkerbovenhoek van uw scherm . Klik erop om toegang te krijgen tot Systeeminstellingen en recent gebruikte apps, documenten en andere items. Bekijk informatie over uw Mac, zoals de macOS-versie, het type processor of chip en de hoeveelheid geheugen.
in het Dock of kies Apple-menu > 'Systeeminstellingen'.
Het control center is meestal toegankelijk via een swipe of tik beweging vanuit de rand van het scherm of door op een specifieke knop te drukken. Het is ontworpen om eenvoudig en snel te zijn, zodat gebruikers hun app-instellingen kunnen aanpassen zonder veel tijd en moeite te hoeven besteden.
Open [Apparaten en printers] in het [Configuratiescherm] van Windows. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer die u gebruikt → klik op [Eigenschappen van printer] (of [Eigenschappen]). Klik op het tabblad [Apparaatinstellingen].
Android-gebruikers kunnen de instellingen openen door vanaf de bovenkant van het scherm omlaag te vegen en op het tandwielpictogram te tikken . iPhone-gebruikers kunnen de instellingen openen door op de app op het startscherm te tikken of door de zoekfunctie te gebruiken om een specifieke instelling te vinden.