Gewervelden of vertebraten (Vertebrata) vormen een onderstam van chordadieren. Gewervelde dieren kenmerken zich door de aanwezigheid van een wervelkolom. Dit zijn de prikken, vissen, amfibieën, reptielen, vogels en de zoogdieren.
Vogels (Aves) zijn een klasse van warmbloedige, gewervelde dieren die gekenmerkt worden door het bezit van veren, een hol maar sterk skelet, en de aangepaste voorste ledematen die hen in beginsel het vermogen geeft te vliegen. Vogels komen wereldwijd voor, in zeer uiteenlopende milieus.
Bekende reptielen zijn slangen, krokodillen, schildpadden en hagedissen. Van elke soort zijn weer veel ondersoorten. Zo zijn er bijvoorbeeld moerasschildpadden, zeeschildpadden en reuzenschildpadden. En onder hagedissen vallen bijvoorbeeld leguanen, varanen en kameleons.
Er zijn zoogdieren die vliegen (vleermuizen), zoogdieren in het water (walvissen), zoogdieren die vlees eten (roofdieren zoals leeuwen en tijgers) en zoogdieren die alleen planten eten (bijvoorbeeld koeien en herten). Het grootste zoogdier in het water is de blauwe vinvis.
Zo zijn vogels ook warmbloedig. Toch zijn vogels geen zoogdieren, want ze hebben niet de andere kenmerken (levendbarend, zogen, haren, zweten). Haren, zweetklieren en melkklieren, dat kom je echt alleen bij zoogdieren tegen. Die kenmerken zijn uniek.
Tot de amfibieën behoren de kikkers (Anura), de salamanders (Caudata) en de wormsalamanders (Gymnophiona). In totaal zijn er ruim 8200 beschreven soorten. Hiervan behoren er ongeveer 7300 tot de kikkers (inclusief padden), 760 tot de salamanders en 200 soorten tot de wormsalamanders.
Voorbeelden van reptielen zijn schildpadden, krokodillen, squamata en brughagedissen. In de toekomst zul jij deze twee diergroepen nooit meer door elkaar halen.
De amfibieën omvatten de wormsalamanders (Gymnophiona), salamanders (Caudata of Urodela), kikkers en padden (Anura). Ze ontwikkelden zich een 350-400 miljoen jaren geleden, waarschijnlijk uit de beenvissen (Osteichthyes). Ze waren de eerste gewervelden die een voet aan wal zetten.
Vogels zijn warmbloedige, gewervelde dieren. Ze hebben vleugels en veren en ze leggen eieren met een kalkschaal. Uit die eieren kruipen kuikentjes. Kuikens zijn al duidelijk vogels.
De wilde eend is een algemeen voorkomende watervogel, die veel te vinden is in parken en vijvers. Het mannetje, de woerd, is te herkennen aan de opvallende groene kop en witte nekband. Ook heeft hij als enige eendensoort gekrulde staartveren.
Het voedsel wordt onderweg door het spijsverteringskanaal opgeslagen in de krop. Hierna gaat het door twee delen van de maag; de eerste is de kliermaag, de tweede is de spiermaag. Zaadetende vogels slikken kleine steentjes in die de zaden vermalen maar gebruiken hun grote krop om snel te kunnen eten, net als zeevogels.
Het gehoorbereik van vogels verschilt per soort, maar is vergelijkbaar met dat van mensen (20-20.000 hertz). Vogels kunnen tóch veel beter horen, want ze kunnen beter details onderscheiden (grotere gehoorscherpte). Vogels zijn vooral ontvankelijk voor geluiden die dezelfde toonhoogte hebben als hun eigen geluiden.
In totaal zijn er 23 soorten, waarvan er een paar levensgevaarlijk kunnen zijn. Het ongeluk met het meisje is zeldzaam, maar geen uitzondering: jaarlijks worden er in Australië 1 a 2 mensen gedood door krokodillen.
Hagedissen en salamanders lijken op elkaar, maar zijn niet hetzelfde. Hagedissen zijn reptielen en salamanders zijn amfibieën. Salamanders leven op het land en in het water, een hagedis alleen op het land.
Amfibieën zijn kleine koudbloedige gewervelde dieren die afstammen van de waterbewoners (vissen). Ze kunnen op het land leven, maar voor hun voortplanting zijn ze geheel afhankelijk van water. De enige in Nederland voorkomende amfibieën zijn: salamanders, kikvorsen en padden.
Een kikker kan heel lang onder water blijven, omdat hij met de huid zuurstof uit het water op kan nemen. De voorpoten hebben geen zwemvliezen, de achterpoten wel. Af en toe haalt hij boven water wat extra lucht. Als hij langzaam zwemt, bewegen de achterpoten niet tegelijk in dezelfde richting.
Zoogdieren zijn warmbloedig. De huid van zoogdieren is bedekt met een vacht. Zoogdieren halen adem door middel van longen. Zoogdieren hebben, in tegenstelling tot reptielen, verschillende soorten tanden.
"Er zijn geen maatstaven over hoeveel huisdieren je mag hebben", vertelt Dik Nagtegaal van de Dierenbescherming.
Met de komst van de lijst wordt het straks niet meer mogelijk om exotische zoogdieren te houden, te fokken of te verhandelen en kan illegale dierenhandel en stroperij beter worden tegengegaan. Dit betekent bijvoorbeeld dat dieren als de serval, Russische dwerghamster en de egel niet meer toegestaan worden als huisdier.