Sommige vlinders kruipen weg in een beschut hoekje in een schuur of in een holle boom. Ze houden een soort winterslaap en komen in de lente weer tevoorschijn. De citroenvlinder is een taaie: die gaat gewoon ergens aan een blad of een takje hangen en kan zelfs overleven als de temperatuur onder nul komt.
Maar om op je vraag te antwoorden: 's nachts (of bij slecht weer) hangen vlinders onder blaadjes in bomen of struiken, of ze kruipen in holletjes tussen stenen of andere voorwerpen om er een slaapje te doen.
Je kunt ze veel beter koud wegzetten, bijvoorbeeld in een schuurtje of een vlinderoverwinteringskastje. Een kleine vos overwinterend in de nok van de zolder (Bron: Kars Veling)Verreweg de meeste vlinders overwinteren als ei, rups of pop, ergens in de plantengroei.
Warmte en beschutting
Vooral op beschutte plekjes kan het warm worden. Daarom zijn vlinders vaak te vinden in de luwte van struiken, heggen, houtwallen en bosranden. Op koude, bewolkte dagen houden ze zich schuil. Vlinders zitten het liefst op beschutte plekjes waar ze zich op kunnen warmen in de zon.
Dagpauwogen overwinteren als vlinder. Ze kruipen weg in een schuurtje, bunker of holle boom om in winterslaap te gaan. Hun hele lichaam wordt klaargemaakt om vorst, ook strenge vorst, te kunnen overleven. Ze gaan echt volledig in rust.
Ze verschuilen zich, als het kouder wordt, in een schuurtje, een bunker of een houtstapel. Daar wachten ze af tot het weer voorjaar wordt. Soms komt zo'n overwinteraar per ongeluk in je huis terecht: zet hem dan rustig buiten. Hij zal dan zelf een goede plek zoeken om te gaan overwinteren.
Weersomstandigheden: Vlinders kunnen niet goed tegen droogte. Ze kunnen dus niet de hele tijd in de felle zon zitten, want dan drogen ze uit. Ook kunnen ze niet tegen te veel regen. Het weer kunnen wij en de vlinders niks aan doen.
10 tips voor meer vlinders in je tuin
Zet inheemse planten en laat brandnetels en distels staan. Bied van het vroege voorjaar tot in de late herfst nectar aan in je tuin. Creëer hoogtes en laagtes in je vegetatie, het is een herkenningspunt en uitkijkpost voor vlinders. Leg beschutte hoekjes aan met hagen en heggen.
Elke vlinder heeft z'n favoriete bloem of plant. Ze drinken van de nectar die in bloemen zit. Daarom kun je die vlinders goed lokken met suikerwater, dat is net zo zoet als nectar. Sommige soorten - zoals de atalanta - houden meer van rottend fruit.
De meeste vlinders eten van de nectar die in bloemen zit. In nectar zit een heleboel energie, die vlinders nodig hebben om te kunnen vliegen en eitjes te leggen. Er zijn ook vlindersoorten die de voorkeur geven aan rottend fruit, bijvoorbeeld de atalanta (algemeen in Nederland) en de rouwmantel (zeldzaam in Nederland).
Sommige vlinders houden een winterslaap. Zij kunnen goed tegen vorst, dankzij een soort 'antivries' in hun lijf. Doodstil hangen ze, totdat het voorjaar zich weer aandient. Met het lekkere weer van de afgelopen dagen worden ze wakker en kan je ze rond zien vliegen.
Ze vertegenwoordigen een gevoel van onschuld, liefde en zachtmoedigheid. Het komt ook zelden voor dat je ze tegenkomt omdat ze de mens ontlopen. Dit wordt door velen gezien als een boodschap van iemand die van bovenaf op je neerkijkt.
Vlinders houden van de zon. Vlinders kunnen namelijk hun lichaamstemperatuur niet regelen, ze hebben de zon nodig om warm te worden. Bij temperaturen onder de 13 graden kunnen ze niet eens vliegen, tenzij ze op kunnen warmen in de zon. Maak je plek voor vlinders dus op een zonnige plek in de tuin.
De levensduur van de vlinder varieert van enkele dagen tot twee of drie weken maar soorten die als vlinder overwinteren leven zelfs een aantal maanden. Het belangrijkste doel in het leven van een vlinder: zich voortplanten.
Verreweg de meeste vlinders worden beschouwd als onschuldige en nuttige dieren omdat ze bestuivers zijn die niet kunnen steken of bijten.
Zet de vlinder buiten!
Als het koud blijft is het prima, maar verwarmde ruimtes zijn ongeschikt als overwinteringsplaats. Het beste dat u kunt doen is de vlinder vangen in een glas en buiten zetten: onder een afdak, in een schuurtje, tussen open haardhout of in een holle boom.
Eigenlijk kun je vlinders heel goed met de meeste mensen vergelijken: als het regent blijven de meeste mensen binnen. Nu hebben vlinders natuurlijk geen huizen, maar de regen vinden ze niet fijn. Het is voornamelijk de lagere temperatuur en het gebrek aan zon dat er voor zorgt dat de vlinders tijdelijk verdwijnen.
Fruit waar De Vlinderstichting goede ervaringen mee heeft: appels, peren, pruimen en druiven. Maar ook bananen, meloenen of vijgen zijn een mogelijkheid. Als het maar lekker zacht is! Zet de schaal lekker in de zon, want daar houden vlinders van.
Als de vlinder niet omhoog kruipt, pak hem dan net boven het lichaam vast, met de vleugels gesloten. Je kunt de vlinder loslaten, zodra hij weer op krachten is gekomen met wat suikerwater of nectar. Je hoeft niet te wachten tot hij 'genezen' is. Laat de vlinder even op je vinger zitten.
Til de vlinder op en leg hem op het keukenpapier zodat hij het voer kan proeven. Doe dit vervolgens met al je vlinders. Als je niet voorzichtig bent, kun je de vlinders heel gemakkelijk ernstig verwonden door ze op te pakken.
De vlinders zullen niet komen als je geen voer in je voerbak doet! Vlindervoer maken doe je door water met suiker te mengen. Warm het mengsel op totdat de suiker oplost en laat het afkoelen.
Ook vlinders hebben vijanden. Dagvlinders worden vaak opgegeten door vogels en de grote vijanden van de nachtvlinders zijn vleermuizen en spinnen.
Een aantal soorten vlinders kan geluiden opvangen met de antennes en dienen dus als gehoor, niet alle vlinders kunnen geluiden horen, bij vlinders die dat wel kunnen zijn er viert typen gehoororganen waar dit er één van is.
Zoals: In februari - Dagpauwoog. In maart - Boomblauwtje; Gehakkelde orelia; Dagpauwoog; Kleine vos; Citroenvlinder. In april - Klein koolwitje; Boomblauwtje; Gehakkelde orelia; Bond zandoogje; Dagpauwoog; Kleine vos; Distelvlinder; Landkaartje; Koninginnepage; Citroenvlinder; Klein geaderd witje.
Motten staan, net als vlinders, symbool voor transformatie. In tegenstelling tot vlinders, leggen ze meer de focus op de schaduwzijde, omdat motten 's nachts actief zijn. Schaduw staat daarbij niet in verband met slecht of duister.