De meeste inheemse lieveheersbeestjes overwinteren buiten in de natuur in de strooisellaag, tussen afgestorven plantendelen, in groenblijvende heesters (vb brem, conifeer, skimmia,..) of in spleten in de schors van loofbomen of coniferen, in de bodem, in dood hout, in mos of graspollen, afhankelijk van de soort.
Kantoorgebouwen en woningen vormen welkome overwinterplekken voor één van onze lievelingen: lieveheersbeestjes. Op zoek naar beschutting om de kou te overleven vinden ze altijd wel een plekje waar ze niemand kwaad doen. Als het weer kouder wordt kunnen zij soms wel met honderden tegelijk aangetroffen worden in huis.
Net als jij hebben lieveheersbeestjes het koud in de winter. Ze zoeken daarom een plek om te overwinteren. En die plek kan zomaar jouw huis worden. Op zich geen reden tot paniek.
Voorkomen dat lieveheersbeestjes je huis binnenkomen. Gebruik citronellakaarsen en citrusolie om de lieveheersbeestjes met behulp van geur af te weren. Lieveheersbeestjes houden niet van de geur van citronella en citrusvruchten.
Lieveheersbeestjes lijken heel onschuldig en ze zien er zélfs wat schattig uit, met hun stipjes. Maar ze kunnen behoorlijk gevaarlijk zijn, blijkt. Een man is bijna overleden aan de gevolgen van een bloedvergiftiging, veroorzaakt door een beet van het rood-zwarte insect.
De meeste lieveheersbeestjes leven ongeveer een jaar. Het aantal stippen zegt dus niets over de leeftijd. De kleur en de vlekken op de dekschilden spelen wel een belangrijke rol bij het op naam brengen van de verschillende soorten.
Elk lieveheersbeestje is giftig in meer of mindere mate. Er wordt gezegd 'hoe feller de kleur, hoe giftiger het lieveheersbeestje'. Rode lieveheersbeestje zijn dus zelfs giftiger dan de gele want ze vallen met hun knalrode kleur harder op in de natuur.
Als ze toch binnen zijn kan je verschillende dingen doen, maar vooral: geen paniek, maar gezond verstand gebruiken. Je kunt lieveheersbeestjes gewoon in je huis laten overwinteren: in het voorjaar gaan ze vanzelf weer naar buiten. Als je ze hinderlijk vindt of allergisch bent, kun je ze vangen en weer buitenzetten.
Vaak hoor je zeggen dat lieveheersbeestjes giftig zijn. Dat klopt ook wel, maar ze zijn niet zo giftig dat wij mensen er ziek van zouden worden. Kleinere dieren zoals vogels, die kevers eten, kunnen er wel ziek van worden. De beestjes waarschuwen daarom met hun felle kleuren.
Op het einde van de zomer als de bladluizen schaars worden, voeden lieveheersbeestjes zich ook met stuifmeel en schimmelsporen. Ook in het vroege voorjaar, als ze net uit de winterslaap zijn gekomen, voeden ze zich met nektar of jonge blaadjes om vocht binnen te krijgen.
De volwassen lieveheersbeestjes plaats je in een grote, gesloten bak met luchtgaten en zet je op kamertemperatuur maar wel uit de zon. Je voegt dagelijks voldoende voedsel toe, bladluizen op takken zijn ideaal om te voeden en ook het beste om de lieveheersbeestjes op kracht te houden.
Bescherming. Men zegt dat lieveheersbeestjes de parasieten op planten eten om anderen ertegen te beschermen. Daarom kan het zien van veel lieveheersbeestjes betekenen dat je bescherming nodig hebt. Probeer je muur te laten zakken en laat dierbaren je beschermen.
Binnenshuis zoeken de lieveheersbeestjes een beschutte plek om te overwinteren. De Veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestjes (Harmonia axyridis) overwinteren in Azië oorspronkelijk in kalkrotsen, hoog in de bergen. In Nederland zijn geen bergen en de beestjes vinden in onze huizen en gebouwen een aardig alternatief.
Zij hebben de voorkeur voor bepaalde gebieden en zijn zeer prikkelbaar voor de temperatuur die er heerst. Hiernaast kiezen zij voornamelijk aan de hand van de hoeveelheid beschikbaar voedsel hun leefomgeving uit. De insecten hebben de voorkeur voor onder andere brandnetels en korenbloemen.
Zorg voor een gevarieerde beplanting in je tuin. Meidoorn, linde en hazelaar zijn populair bij lieveheersbeestjes. Bloeiende planten in je tuin bezorgen lieveheersbeestjes pollen en nectar. Nectarplanten trekken gelijk ook vlinders, bijen en andere insecten aan.
„Alle lieveheersbeestje kunnen bijten, maar de harlekijnlieveheersbeestjes zijn groter en bijten vaker.” De harlekijnvariant komt in Nederland ook voor, blijkt uit deze kaart.
Als je een lieveheersbeestje "pest" door zachtjes op hem te drukken dan produceert hij een gele vloeistof. Dit gedrag heet "reflexbloeden". De vloeistof (hemolymfe), die tevoorschijn komt bij het femoro-tibiale gewricht van de poten, heeft een kwalijk geurtje en smaakt erg bitter.
Ontwikkelingsfasen. Bij het lieveheersbeestje ziet men bijna geen verschil tussen het mannetje en het vrouwtje. Meestal is het mannetje iets kleiner. Pas bij de paring wordt duidelijk wie het mannetje is, want deze klimt dan op de rug van het vrouwtje.
Tijdens het overwinteren eten de lieveheersbeestjes niks en planten zich ook niet voort. Het grootste deel van de tijd zitten ze stil en teruggetrokken in een hoekje. Aan het eind van de winter worden ze weer actief en lopen of vliegen dan rond in je huis. Gelukkig vertrekken ze eind maart/ begin april weer vanzelf.
Decoratief en bovendien educatief insectenhotel voor lieveheersbeestjes. Leuke combinatie van geïmpregneerd grenenhout en zink.
Van dit idee is het bijgeloof afkomstig dat het slecht weer wordt als je een lieveheersbeestje plattrapt. Lieveheersbeestjes brengen, kortom, volgens het volksgeloof mooi weer en geluk. Ze krijgen dan ook allerlei lieve naampjes - zo noemt men ze in Ermelo zoentje.
Recent Brits onderzoek op basis van radargegevens heeft aangetoond dat lieveheersbeestjes letterlijk hoogvliegers zijn. Voor het eerst werd vastgesteld dat ze tot 1.100 meter hoog kunnen vliegen en snelheden tot 60 kilometer per uur halen.
Het lieveheersbeestje maakt tijdens de vlucht een brommend geluid door de aanwezigheid van de dekschilden. Ze botsen soms ergens tegenaan en deukjes in de dekschilden zijn daardoor niet zeldzaam.
Lieveheersbeestjes komen voor in heel Europa, Azië en Noord-Amerika. Ze leven in struiken en bomen en klimmen in planten. Soms overwinteren ze ook in huizen of kelders.