Vlindervleugels zijn superkwetsbaar. Als er een te grote regendruppel op de vleugel van een vlinder landt, kan het kleurrijke diertje doodgaan. Daarom verstopt-ie zich tijdens een regenbui onder grote bladeren, in struiken, onder hout en in het gras.
Vlinders zitten het liefst op beschutte plekjes waar ze zich op kunnen warmen in de zon. Op die manier doen ze energie op om verder te kunnen vliegen. Ook als het waait of regent zoeken vlinders deze beschutte plekken op, om daar te wachten tot het weer beter wordt.
Vooral op beschutte plekjes kan het lekker warm worden. Daarom kun je vlinders vaak vinden in de beschutting van struiken, heggen, houtwallen of bosranden. Maar op koude, bewolkte dagen houden ze zich schuil.
Bij hitte houden ze hun vleugels gesloten en positioneren ze zich met de bovenkant van hun vleugels richting zon - op die manier vermijden ze oververhitting. Is het aan de koude kant, dan openen ze hun vleugels onder zo'n hoek dat invallend zonlicht wordt gefocust op hun lijfje.
De beste manier om vlinders naar de tuin lokken is met nectarplanten. De meeste soorten hebben mooie bloemen, zoals ijzerhard (Verbena), kattestaart (Lythrum), rode zonnehoed (Echinacea) en herfstanemonen (Anemone x hybrida). Ook hebben vlinders warme, beschutte plekjes nodig.
Elke vlinder heeft z'n favoriete bloem of plant. Ze drinken van de nectar die in bloemen zit. Daarom kun je die vlinders goed lokken met suikerwater, dat is net zo zoet als nectar. Sommige soorten - zoals de atalanta - houden meer van rottend fruit.
Verreweg de meeste vlinders worden beschouwd als onschuldige en nuttige dieren omdat ze bestuivers zijn die niet kunnen steken of bijten.
Bij verstoring kunnen ze pas wegvliegen als hun lichaam voldoende is opgewarmd. En om deze warmte op te wekken gaan ze een tijdje met hun vleugels trillen. Als je dus een vlinder ziet met trillende vleugels, is dit een vlinder die zich aan het opwarmen is om verder te vliegen.
Het beste antwoord
Dus ergens een gaatje in de schors van een boom, onder een dikke tak, een blad, onder stenen, dakgoten van huizen, onder de dakpannen, er zijn zoveel plekjes voor ze om te schuilen.
Ze gaan daar in winterslaap en kunnen prima tegen de kou. Tien en zelfs twintig graden vorst kunnen ze prima hebben. Om een vlinder veilig te verplaatsen pak je deze met dichte vleugels tussen wijs- en middelvinger (Bron: Kars Veling)Dat geldt ook voor dagpauwoog en kleine vos.
Een aantal soorten vlinders kan geluiden opvangen met de antennes en dienen dus als gehoor, niet alle vlinders kunnen geluiden horen, bij vlinders die dat wel kunnen zijn er viert typen gehoororganen waar dit er één van is.
Ze verschuilen zich, als het kouder wordt, in een schuurtje, een bunker of een houtstapel. Daar wachten ze af tot het weer voorjaar wordt. Soms komt zo'n overwinteraar per ongeluk in je huis terecht: zet hem dan rustig buiten. Hij zal dan zelf een goede plek zoeken om te gaan overwinteren.
Kunstnectar kunt u maken door negen delen water in een bakje te doen met één deel suiker of honing. Doe ook een pannenspons in het bakje, of doe er een deksel met gaatjes op. De eerste dagen hebben de vlinders vaak nog geen honger, omdat ze als rups al zoveel blaadjes hebben gegeten.
Superkwetsbaar. Vlindervleugels zijn superkwetsbaar. Als er een te grote regendruppel op de vleugel van een vlinder landt, kan het kleurrijke diertje doodgaan. Daarom verstopt-ie zich tijdens een regenbui onder grote bladeren, in struiken, onder hout en in het gras.
Vlinders zoals het koolwitje of citroenvlinder zijn vaak in groepjes aan de rand van een (regen) plas te vinden om te drinken. Ook drinken vlinders van waterdruppels op bladeren of ander vocht.
Ook vlinders hebben vijanden. Dagvlinders worden vaak opgegeten door vogels en de grote vijanden van de nachtvlinders zijn vleermuizen en spinnen.
Zoals: In februari - Dagpauwoog. In maart - Boomblauwtje; Gehakkelde orelia; Dagpauwoog; Kleine vos; Citroenvlinder. In april - Klein koolwitje; Boomblauwtje; Gehakkelde orelia; Bond zandoogje; Dagpauwoog; Kleine vos; Distelvlinder; Landkaartje; Koninginnepage; Citroenvlinder; Klein geaderd witje.
Om deze sensoren goed te laten werken, voorziet het lichaam ze actief van insectenbloed en zuurstof. Dit gebeurt via een klein extra 'hart' in de vleugel. Dit pompt het bloed door de vleugel heen, zodat het goed verdeeld wordt. Delen die belangrijk zijn, krijgen zo genoeg bloed.
Reumer schreef een fascinerende zin: 'Vlinders hebben weliswaar een simpel zenuwstelsel, maar zoiets als hersenen ontbreekt volledig en slim zijn ze dus niet. ' Toevallig weten wij precies wat deze diertjes bespaard is gebleven, maar je vraagt je wel af hoe zij, hersenloos, door hun dag heen komen.
Naast de opvallende vleugels van veel soorten zijn ook de grote, samengestelde ogen van de vlinder heel opvallend. Deze ronde bollen, met honderden kleine, zeshoekige facetten, bevinden zich aan de zijkanten van de kop. Daartussen steken twee lange antennen, die bij dagvlinders altijd eindigen in een knopje.
Er zit maar een piepklein beetje nectar in elke bloem. Daarom moet een vlinder bij heel veel bloemen langs voor zijn honger gestild is. Elke keer stopt hij z'n dunne slurf erin en zuigt de nectar op. Alsof het een rietje is.
Sommige vlinders houden een winterslaap. Zij kunnen goed tegen vorst, dankzij een soort 'antivries' in hun lijf. Doodstil hangen ze, totdat het voorjaar zich weer aandient. Met het lekkere weer van de afgelopen dagen worden ze wakker en kan je ze rond zien vliegen.
Sommige vlindersoorten kunnen kleuren waarschijnlijk bijzonder goed herkennen en zelfs beter onderscheiden dan mensen, zo blijkt uit een nieuwe studie. De ogen van de blauwe vlindersoort Graphium sarpedon bevatten zeker vijftien soorten lichtgevoelige cellen.
Sommige vlinders kruipen weg in een beschut hoekje in een schuur of in een holle boom. Ze houden een soort winterslaap en komen in de lente weer tevoorschijn. De citroenvlinder is een taaie: die gaat gewoon ergens aan een blad of een takje hangen en kan zelfs overleven als de temperatuur onder nul komt.