Een vuurtje stoken mag alleen in een buitenkachel, tuinhaard, barbecue, vuurkorf, vuurpot of gelpot. Ook tuinfakkels zijn toegestaan.
In principe is vuur maken op een openbare plek, zoals een pleintje of een bos, verboden. Als het wel mag, staat dit in de APV (Algemeen Plaatselijke Verordening) van de gemeente, waar en onder welke voorwaarden het wel mag. De APV kun je opvragen bij jouw gemeente.
Vreugdevuren en open vuren
De regels zijn gelijk aan die van het verbranden van tuinafval, maar hebben aanvullende eisen met betrekking tot blusmiddelen en de aanwezigheid van EHBO. Op overtreding staat een boete van € 50 tot € 5.000.
Zo'n kampvuur is natuurlijk gezellig, maar ook gevaarlijk. Aan alle Nederlandse stranden geldt daarom een verbod om zelf een vuur te maken op het strand. Op sommige Waddeneilanden kun je wel een vergunning krijgen die je moet aanvragen bij de gemeente van de badplaats waar je een vuurtje wilt stoken.
Je vuurkorf mag een maximale inhoud van 25 liter hebben. En je moet ervoor zorgen dat er geen gevaar of hinder is voor de omgeving. Hetzelfde geldt voor buitenkachels en barbecues. Dikke rookwolken zijn dus verboden.
Het is verboden om geverfd of geïmpregneerd hout, bewerkt hout, snoeihout, afval, papier of karton te verbranden. Een vuurtje stoken mag alleen in een buitenkachel, tuinhaard, barbecue, vuurkorf, vuurpot of gelpot. Ook tuinfakkels zijn toegestaan.
Overleg met uw buren
Praat eens met uw buren om te horen of zij hinder hebben van de rook. En of u iets kunt doen om de overlast te beperken. Bijvoorbeeld door bij een bepaalde windrichting het vuur uit te laten. Of door alleen op bepaalde tijden te stoken, zodat uw buren hun huis beter kunnen ventileren.
U kunt het beste kiezen voor harde houtsoorten, bijvoorbeeld van de Beuk, de Es, de Haagbeuk of Fruitbomen. Deze houtsoorten branden lang en zorgen voor mooie vlammen. Ook snoeihout kan, mits het droog genoeg is, een uitstekende brandstof voor uw houtkachel zijn.
Om een kampvuur te maken buiten bossen (minstens 25 meter) heb je altijd toestemming nodig van de eigenaar of kampuitbater. De gemeentelijke regels kunnen bovendien strenger zijn. Zo kan het zijn dat de burgemeester een toestemming moet verlenen. Informeer je dus steeds goed op voorhand bij de gemeentelijke diensten.
De meest veilige manier om tuinafval te verbranden, is door je afval in een speciaal hiervoor bestemde verbrandingsoven –of ton te gooien. Dit zijn vaak vierkant of ronde stalen (al dan niet verzinkt) bakken/tonnen met een deksel.
Verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke, sfeervuren zoals terrashaarden, vuurkorven en dergelijke of vuur voor koken, bakken en braden is niet verboden en er hoeft dus ook geen ontheffing voor te worden aangevraagd. Het mag echter geen gevaar, overlast of hinder opleveren voor de omgeving.
Op verschillende Natuurkampeerterreinen mag je vuur maken bij je kampeerplek*, of zijn centrale kampvuurplaatsen gemaakt, soms ook overdekt, waar je bij het vuur samenkomt met medekampeerders. Ideaal. Want zo heb je het samen gezellig en hebben andere kampeerders minder last van de rook.
Gebruik droog hout
Houtsoorten zoals wilg, els, populier en berk, zijn na 1 tot 1½ jaar droog genoeg, andere houtsoorten zoals essen en vooral eiken en beuken, hebben een langere droogtijd nodig van zeker 2 jaar. Ook geperste briketten zijn heel geschikt, ze zijn beslist droog en branden goed.
Aanmaakhout Maak rondom de tondel een kleine piramide van aanmaakhout: kleine en dunne droge takken en twijgjes die snel vlam vatten. Laat aan de kant waar de wind vandaan komt een opening over om het vuur later aan te steken. Verzamel veel aanmaakhout, want dit verbrandt snel en je kunt er veel van nodig hebben.
Een traditionele vuurkorf is bijvoorbeeld al verkrijgbaar vanaf € 13,95.
Tondel (klein materiaal wat goed brand: Blaadjes, Dennennaalden, Stof uit de wasdroger); • Kleine takjes die snel vlam vatten voor de tondel uit gaat; • Grote maar droge takjes; • Sprokkelhout (takken die eventueel een beetje nat mogen zijn); • Stammen of blokken (deze leg je om en om het vuurtje in het middel).
Het belangrijkste is dat het hout van de boor en de plank volledig droog moet zijn! Als het nat is, kunt u de binnenkant van een droog houtblok gebruiken. Het beste voor de boor en plank zijn linde (tilia), wilg (salix), hazelaar (corylus) of klimop (hederea helix). Ook combinaties werken.
We noemen twee manieren: Met 9 volt-batterijen (van die vierkante) en wat aluminiumfolie of staalwol. Als je de positieve (+) kant van de batterij tegen het aluminium of staalwol houdt, zal dit snel vlam vatten. Dit is meteen een goede tondel (bundeltje licht ontvlambaar materiaal) om een groter vuurtje mee te maken.
Gemeenten kunnen de aanwezigheid van houtkachels niet verbieden. Houtkachels zijn namelijk als product toegestaan op de (Europese) markt. Ook is er nauwelijks ruimte voor gemeenten om lokale regels te stellen voor het rookgaskanaal (schoorsteen), omdat het Bbl daarover al regels stelt.
In de meeste gevallen leidt de aanwezigheid van een houtkachel of houtgestookte ketel niet meer tot vergunningplicht. Als het verstookte hout afval is, kan nog wel een vergunning nodig zijn. Daarnaast zijn houtgestookte installaties met een thermisch vermogen groter dan 15 MW nog steeds vergunningplichtig.
Goed nieuws: voor het aanleggen van een rookkanaal hoef je geen vergunning aan te vragen. Het valt sinds de nieuwe Woningwet uit 1991 onder de categorie 'vergunningvrij bouwwerk'.
Een gemeente kan de installatie of aanwezigheid van houtkachels niet verbieden. Ook kan een gemeente geen lokale eisen stellen aan het keuren en installeren van een houtkachel. Is aan de technische eisen uit het Bbl voldaan? Dan mag een kachel geplaatst worden.
Dat betekent dat u behoorlijk veel last kunt hebben van buren met een pelletkachel. Niet alleen de geur kan uw woongenot flink aantasten, ook de concentraties fijnstof die vrijkomen zijn van invloed. Fijnstof is namelijk niet goed voor uw gezondheid. Het kan zorgen voor serieuze gezondheidsklachten.
Bij het kopen van een buitenkachel is het belangrijk om te letten op de lengte van het rookkanaal. Een lange pijp zorgt ervoor dat het rookkanaal genoeg trekt, waardoor je geen last hebt van het rook. Bij het zelf aanleggen van een rookkanaal is het belangrijk om minstens 3,5 meter aan kachelpijp aan te houden.