Koolmees. Ook koolmezen zitten liever niet de dicht bij de grond. Zorg dat de mezenkast op 2 à 3 meter hoog hangt. Als je twee vogelhuisjes voor koolmezen ophangt, plaats ze dan minimaal 10 meter uit elkaar.
Koolmees houdt huis
De opening van het huisje blieft haar niet, dus gaat ze driftig tikken om het wat groter te maken.
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn. Zolang een koolmees niet verstoord wordt zal hij deze nestkast blijven gebruiken.
Bied in je tuin vetbollen, slingers ongebrande, ongezouten pinda's, een halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten aan voor de koolmees. Geef zijn voedsel op een voedertafel of in een voederbuis of hang het op in bomen of struiken. Proper water om van te drinken en in te baden is essentieel.
De meeste vogels houden er niet van als de wind door de opening naar binnenwaait. In de winter wordt het dan te koud in het kastje en als het regent te nat. Hang het kastje daarom met de vliegopening naar het noordoosten (de wind komt in Nederland namelijk meestal uit het zuidwesten).
Er is te weinig contrast, waardoor de vogels het net niet zullen zien. Je kunt daarom beter kiezen voor een net met een fellere kleur. Denk bijvoorbeeld aan helder blauw, paars of geel. Deze kleuren bieden meer contrast met de ondergrond, waardoor de kans een stuk groter is dat de vogels het net nu wél kunnen zien.
Een goede nestkast bevat een degelijke constructie van stevig, dik hout. Ze heeft weinig kieren en is gemakkelijk schoon te maken. Een hip vogelhuisje in felle kleuren ziet er vrolijk uit, maar valt erg op bij roofdieren. Neem beter neutrale kleuren, zoals groen, bruin en houtkleur.
Gevaar op verstrikking
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Een winterkoning nestkast kan het beste op een hoogte van maximaal 2 meter worden opgehangen. Het liefst op een beschutte plek, tussen wat planten zoals bijvoorbeeld klimop. Zorg er voor dat het vogelhuisje niet in de directe zon hangt. Zorg voor beschutting, maar houd wel een vrije aanvliegroute voor de vogeltjes.
Vogelhuizen zijn bedoeld om te nestelen, maar worden evenzeer gebruikt om te schuilen. Dit schuilen kan zijn tegen roofdieren als boommarters of gewoon omdat de weersomstandigheden hier om vragen.
Veel vogelsoorten zoeken hun voedsel van nature op de grond. Een sneeuwvrije plek is dan ook een geschikte voederplaats, liefst in de buurt van struiken of een haag, zodat vogels bij gevaar snel een veiliger plek kunnen vinden.
Holografisch Vogelverjager
Het Dayshake Vogel Afschrik Lint van 80 meter verjaagt duiven en reigers. Een spotgoedkope manier van het verjagen van vogels, welke prima werkt. Voor nog geen tien euro alle lastpakken je tuin uit. Het lint houdt vogels op een afstand.
Vogels hebben een cloaca. Dat is de holte waar de darmen en de nieren op uitkomen. Dus vogels poepen en plassen door dezelfde uitgang tegelijkertijd. Dat is 1 verschil tussen vogels en zoogdieren.
Ophanghoogte: minimaal 2 meter Deze vliegen- vanger arriveert laat in de lente. vlieggat Ophanghoogte: hoger dan 2 meter. In de vrije natuur redt de grauwe vlie- genvanger zich goed, maar op een erf is een kast zeer welkom. Vlieggat ovaal Ophanghoogte: 2-3 meter.
Vliegopening: voor de koolmees, rond, doorsnede 32 mm, 19 cm vanaf de bodem. voor de pimpelmees, rond, doorsnede 30 mm, 19 cm vanaf de bodem.
De grootte van de vliegopening en de afmetingen van het vogelhuisje zijn bepalend voor de vogelsoort die je aantrekt met het vogelhuisje. De vliegopening voor een klein meesje is 3,2cm en de vliegopening voor een kauw is 15cm.
Voedsel. 's Winters eten de koolmezen veel zaden, zoals beukennoten. In het voorjaar en de zomer is het voedsel eiwitrijker en eten ze wat meer rupsen en andere insecten. Jonge koolmezen eten voornamelijk rupsen en als de gezinsplanning klopt, valt de geboorte samen met de 'rupsenpiek'.
Koolmezen broeden in bosrijke gebieden in de hoogste dichtheden, maar ze zijn ook aanwezig in kleine bosjes, parken en tuinen zo lang er nestgelegenheid en voedsel voorhanden is. Maakt veel gebruik van boomholtes, maar broedt ook in schuurtjes en vaak in nestkasten.
Verrassingsaanval Mezen hebben heel wat vijanden: roofvogels zoals valken en uilen en roofdieren zoals marters en katten en zelfs slan- gen.