Egels lopen graag over een dicht begroeide bodem. Bloemen en planten, zowel hoger als laag bij de grond geven beschutting. Zorg voor een rommelhoekje met wilde planten en struiken waar egels tussen kunnen kruipen. Zorg voor een schaal vers water of een vijver, behalve egels maken ook andere dieren er gebruik van.
Geef egels toegang tot je tuin
De egel moet natuurlijk wel je tuin in kunnen komen. Maak dus een opening van 12 x 12 cm in een poort of graaf een tunnel onder een schutting. Heb je een grote tuin, maak dan meerdere toegangswegen.
Vochtig en calorierijk voedsel zoals hondenvoer of roerei zijn prima opties. Completeer de maaltijd met een bakje vers water. Zet nooit melk neer, want hier kunnen egels niet goed tegen! Zorg voor een tuin met veel begroeiing en beschutting.
Egels slapen overdag graag in compost-, takken-, stengel- of bladerhopen, in hoog gras en andere kruiden, onder (braam)struweel, hagen en dicht struikgewas, in hout- of hooimijten, tussen boomstronken, in houtstapels of stapels (bak)stenen of dakpannen waarin voldoende grote holtes zijn, en zelfs in holen of onder ...
De dag brengen egels door verstopt in een nest van bladeren of op een andere donkere plek. In de winter houden ze een winterslaap. In ons land is dat van eind oktober tot eind maart of begin april. Sommige egels slapen het hele stuk door, terwijl andere egels in december af en toe de winterslaap onderbreken.
Ze vermijden vochtige gebieden en naaldbossen zonder onder begroeiing, egels hebben een hekel aan nattigheid en prefereren droge schuilplaatsen.
Let op: egels kunnen bijten. Plaats de egel in een hoge kartonnen doos, kist of kattenmandje.
De egel is een heel leuk en bijzonder diertje waar geen kwaad in zit. De egel herken je aan zijn bruine wildkleur en zijn stekels.
In de donkere uurtjes zal hij zijn voedsel bij elkaar proberen te zoeken. Hiervoor legt hij grote afstanden af, minstens een kilometer per nacht. De egel behoort tot de carnivoren, dit wil zeggen dat hij een vleeseter is. De egels die overdag gezien worden zijn meestal in nood.
Egels kunnen zwemmen, maar tegen steile kanten kunnen zij niet op klimmen.
De egel heeft voor de mens een hoge aaibaarheidsfactor. Toch houdt het dier niet van aanrakingen. Dan trekt het zijn snuit in en verandert in een 'hondsegel'.
Je hebt misschien een beetje ruimte nodig op dit moment, maar de egel staat erop dat de wereld je gaven nodig heeft. Dit dier laat je zien dat je niet bang moet zijn om dingen te delen. Met andere woorden: het is noodzakelijk om jezelf te zijn en om zelfrespect te hebben. Neem de dingen persoonlijk.
Benader de egel rustig, pak hem met handschoenen aan of bedek hem met een handdoek. Plaats hem in een kartonnen doos met gaten of een transportkooi, op kranten in een handdoek. Het dier moet opgewarmd worden om het risico op onderkoeling te vermijden.
Jonge egels soms ook overdag actief
"Hij zal af en toe ook overdag zichtbaar zijn om met bladeren te slepen of om nog wat laatste voedsel te zoeken. Dit gedrag is niet helemaal normaal, want de egel is eigenlijk een uitgesproken nachtdier.
Kleine egeltjes die piepend en/of overdag rondlopen, zijn in nood en aangewezen op deskundige opvang om verder op te groeien. Warmte is wat zij het eerst nodig hebben.
Zeven- tot achtduizend stekels beschermen de egel tegen hun vijanden: dassen, vossen, honden en roofvogels. Toch zitten stekels soms ook in de weg. Bij de paring leggen vrouwtjes de stekels plat.
Zo weet je of je een egel in je tuin hebt
Dan heb je dikke kans dat daar 's nachts een egel rondscharrelt. Pootafdrukken, drolletjes en verschoven bladeren verraden hun aanwezigheid.
Egels produceren vooral in de paartijd de meeste geluiden. Ze zijn in die tijd ook het meeste actief en maken dan een snuivend blazend tot snurkend geluid. Hiermee geven ze aan dat ze zich gestoord maar niet bedreigd voelen. Dan blazen en puffen ze als een stoommachine.
In opgerolde toestand staan de stekels in alle richtingen, dankzij kleine huidspiertjes aan de uiteinden van de stekels. De egel is dan alleen kwetsbaar aan de opening aan de onderzijde, die echter bijzonder klein is en slechts weinig dieren kunnen hem daar aanvallen zonder geprikt te worden.
Hoe maak ik mijn tuin zo aantrekkelijk mogelijk voor egels? Zorg voor een wild stukje tuin waar de egel meer voedsel en rust kan vinden en leg nestmateriaal op een plek om een nest te bouwen. Zet eten neer in de vorm van kattenvoer, hondenvoer, roerei etc. Egels houden van vochtig voedsel.
Egels voeden zich vooral met kevers, regenwormen, spinnen, slakken, duizendpoten en rupsen. Ook muizen, amfibieën en vogels (en hun eieren) staan op het menu, al gaat het hier waarschijnlijk meestal om aas dat ze vinden (zoals doodgereden dieren op de baan). Soms worden ook reptielen (hagedissen, slangen) verorberd.
Pak je egel voorzichtig op door een hand onder zijn buik te schuiven en hem op te tillen. Je kunt je egel dan in je handen vasthouden of gaan zitten en hem in je schoot laten zitten. Probeer je egel elke dag ten minste 30 minuten vast te houden terwijl je hem aan het temmen bent.
– Egels eten in principe geen groente of fruit. – Geef geen meelwormen. Bij het aanbieden van veel meelwormen gaat de gezondheid van een egel juist achteruit in plaats van dat je de egel daarmee helpt. – Biedt geen pinda's of pindasoep aan of brood met pindakaas omdat dat allemaal de gezondheid van de egels schaadt.
Een egel mag er best wel slim uitzien, het is één van de primitiefste zoogdieren. Hoewel egels te boek staan als insecteneters, zijn het eigenlijk alleseters. Bovenaan het menu staan insecten en hun larven -egels zijn verzot op nachtvlinders en hun rupsen- direct gevolgd door regenwormen.