Het grootste deel van de Nederlandse merels is standvogel, een ander deel overwintert in Engeland of zuidelijker tot in Spanje en Portugal. In september tot november trekken veel Noord-Europese vogels door ons land, met name 's nachts. Tussen half maart en half april vindt de trek in omgekeerde richting plaats.
Sinds 2016 is bijna 30% van de merels verdwenen uit ons land. Daarnaast gaat het in sommige omgevingen, zoals in stedelijk gebied, al langer achteruit met de merel. Veel mensen zien opeens 'hun' tuinmerel niet meer.
De meeste vogels die hier als standvogel de winter trotseren zijn alleseters zoals merel, kraai en ekster. De beste manier om zuinig met energie te zijn is het houden van een winterslaap op een veilige plek. Maar dat vereist wel een drastische verlaging van de lichaamstemperatuur, tot wel 5 graden Celsius.
Merels komen af op appels of peren en eten 's winters ook krenten en broodkruimels. Roodborstjes zijn gek op ongekookte havermout, zaden, meelwormen en rozijnen. Mussen zullen een handje zonnebloempitten niet onberoerd laten.
… niet erg sociaal zijn en andere vogels als grote concurrent zien? Merels blijven hun territorium verdedigen, ook al is de tegenpartij te zwak om terug te vechten.
De belangrijkste vijand van volwassen merels zijn sperwer, havik, buizerd, rode wouw en bosuil. Andere vijanden zijn: Valken, Ransuil, Oehoe en Katten.
Veel vogels verstoppen zich daarom 's nachts. Merels kruipen weg in de struiken, spechten zoeken holletjes op en ransuilen (nachtvogels) rusten met hun schutkleuren op een boomtak.
Merel, zanglijster, koperwiek, kramsvogel en spreeuw
Voedsel: gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen, wat broodkruimels, Premium voedertafelmix. Voerplaats: een sneeuwvrije plaats op de grond met beschutting vlakbij.
De meeste jonge vogels vallen helaas ten prooi aan katten, en kraaien en eksters eten zowel de eieren als de kuikens. Gemiddeld wordt een merel twee tot drie jaar oud, maar geluksvogels kunnen wel tien jaar of ouder worden.
Dit doen ze om aan te geven wat hun territorium is. In steden en dorpen is veel meer licht, in dit geval kunstlicht, en dus gaan de vogels daar ook langer in de avond door met zingen dan in het buitengebied.
Merels eten graag wormen, insecten en fruit, maar ook zaden staan op het menu. Als het bereikbaar is eten ze ook graag van vetproducten. Meestal zullen ze het geknoeide voer onder een voedersilo of pindacake opeten, maar ook op voedertafels verschijnen ze veelvuldig.
Merels zijn dol op fruit. Vooral in het najaar en de winter gaan ze op zoek naar bessen en (afgevallen) fruit. Merels zoeken hun voedsel vaak op de grond, op een kort gemaaid gazon of tussen afgevallen bladeren. Gooi wat gedeukte appels of peren op een open plek in je tuin, in de buurt van struiken of een haag.
Ze onderhouden hun veren zorgvuldig. In een zonnig hoekje spreiden ze vleugels en staart. Met de snavel open genieten ze -bijna extatisch- van een warm stofbad. In werkelijkheid brengt het sterke zonlicht aanwezige parasieten in beweging waardoor merels ze kunnen wegpikken.
Een vermoedelijke oorzaak is de afname van het aantal bessenstruiken en gazons in tuinen. Merels eten graag wormen en bessen. Als er veel bessenstruiken zijn verdwenen in onze tuinen, dan is er voor merels minder voedsel in met name de winter.
De merel heeft het moeilijk in Nederlandse tuinen. Daarom is 2022 het Jaar van de Merel. De standvogel is nog altijd een graag geziene én veel geziene gast in de tuin, al wordt dat laatste helaas steeds minder.
Al heel vroeg, vaak al twee uur vóór zonsopkomst beginnen zanglijsters en merels te zingen, niet toevallig vogelsoorten met grote ogen. Die vangen veel licht. Daarna haken steeds meer vogels aan, waarna rond zonsopgang de zangpiek is met de meeste soorten en de hoogste activiteit.
De merel staat onder grote predatiedruk: nesten worden vaak geroofd door eksters, volwassen vogels vallen ten prooi aan huiskatten en sperwers. Bovendien is de merel één van de meest voorkomende verkeersslachtoffers: tussen 2008 en 2012 werden in het kader van het project Dieren onder de wielen 991 dode merels gemeld.
Ze bakenen een territorium af, dat vaak ongeveer de grootte heeft van een tuin. De in de natuur levende merels bouwen hun nest in de struiken en de kruinen van lage bomen, zelden hoger dan twee meter; de stadsmerels nestelen op houtachtige planten in tuinen en parken en op gebouwen.
Al luisterend en kijkend voedsel zoeken, kost tijd en concentratie. Om aan een snelle hap te geraken, hebben merels een aantal slimme trucjes bedacht. Ze trippelen hevig in het gras waardoor de wormen de trillingen voelen. Deze denken dat er een mol aankomt of dat het regent.
Fruit: geef geen kleine stukjes, daar kunnen vogels zich in verslikken. Laat vogels zelf pikken van een halve peer, banaan, appel of druif.
Antwoord. Beste, Prooien waarvan de kop af (en weg) is, zijn in de regel het werk van een wilde carnivoor zoals vos of marter. Vaak wordt de kop dan meteen ter plaatse opgegeten.
Het grootste deel van de Nederlandse merels is standvogel, een ander deel overwintert in Engeland of zuidelijker tot in Spanje en Portugal. In september tot november trekken veel Noord-Europese vogels door ons land, met name 's nachts. Tussen half maart en half april vindt de trek in omgekeerde richting plaats.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Het liefst maken ze hun nest in dichte struiken of lage bomen, in klimop en andere lage beplantingen. De nesten zijn vaak makkelijk te vinden waardoor veel eieren en jongen aan katten en kraaien ten prooi vallen.