De belangrijkste exportgoederen zijn de machines en vervoermaterieel met een aandeel van bijna 30 procent van het totaal. Andere grote exportproducten zijn de chemische producten, minerale brandstoffen, voeding en levende dieren en de gefabriceerde goederen.
Duitsland, België, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië zijn van oudsher de belangrijkste exportpartners van Nederland. Deze vijf EU-landen waren in 1996 nog verantwoordelijk voor 68 procent van de totale Nederlandse goederenuitvoer.
22,5 procent van de import is afkomstig uit Azië. Ook dit aandeel is nagenoeg gelijk aan 2010. Van de tien grootste goederenexporteurs naar Nederland zijn er zes een EU-land (Duitsland, België, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Spanje) en liggen er vier buiten de EU (China, VS, Rusland en Noorwegen).
Naast olie en aardgas importeren Nederlandse bedrijven ijzer, staal, steenkool, koper, kurk en houtwaren uit Rusland. De Nederlandse export bestaat vooral uit medicijnen, bloemen, kunststoffen, vervoermiddelen, computerapparatuur en medische instrumenten en apparaten.
Ongeveer 70 procent van de export naar Afrika bestaat uit geraffineerde aardolieproducten, gespecialiseerde machines, geneesmiddelen en zuivel. Producten waarvoor – met uitzondering van zuivel – aanzienlijk wat grondstoffen of tussenproducten en onderdelen uit het buitenland nodig zijn.
De belangrijkste bestemmingen van de Nederlandse vleesexport zijn Duitsland (vooral kalfs- en rundvlees), Verenigd Koninkrijk (vooral pluimveevlees) en China (voor het overgrote deel varkensvlees).
In 2021 importeerde Nederland voor ruim 2 miljard euro aan goederen uit Oekraïne. Het merendeel van de import bestond uit granen en graanproducten, zoals maïs, en plantaardige oliën en vetten, zoals zonnebloemolie.
Italië is de grootste exporteur. In 2017 voerde het land kleding met een waarde van 26,6 miljard euro uit en vertegenwoordigde daarmee 19 procent van de kledingexport in de EU.
Bovenaan de lijst met populaire importproducten staan natuurlijk de Duitse auto's en auto-onderdelen, maar ook machines, chemische producten, metalen, voedingsmiddelen zoals groente en fruit en textielproducten van onze oosterburen doen het goed op de Nederlandse markt.
De productgroepen met de hoogste exportwaarde in 2021 zijn sierteeltproducten (12,0 miljard euro), vlees (9,1 miljard euro), zuivel en eieren (8,7 miljard euro), groente (7,2 miljard euro) en fruit (7,0 miljard euro). Van alle landbouwimport komt 70% uiteindelijk weer in het buitenland terecht.
Nederland heeft vorig jaar voor 817 miljoen euro aan vlees naar Frankrijk gebracht, ruim de helft minder in waarde dan naar Duitsland. Italië staat op een vierde plaats met een exportwaarde van 758 miljoen euro. België sluit de Top 5 af. Naar onze zuiderburen is vorig jaar voor 513 miljoen euro aan vlees gegaan.
Belangrijkste exportproducten zijn bereide voedingsmiddelen, gespecialiseerde machines en elektrische apparaten. Bekijk de belangrijkste cijfers over de handel tussen Nederland en China.
Maar ook met een veranderd voedselpatroon is ons land nog steeds niet zelfvoorzienend. Hoewel Nederland twee keer zoveel grond nodig heeft, is de landgebruikvoetafdruk lager dan de 0,65 hectare van de mondiale consument. Bovendien wordt de voetafdruk elk jaar een stukje kleiner.
Nederland is tevens de derde netto-exporteur ter wereld, na Brazilië en Argentinië. Dat betekent dat Nederland veel minder landbouwproducten importeert dan dat het exporteert – het verschil bedraagt ruim 27 miljard.
75 procent van ons voedsel komt uit het buitenland. Hieronder vallen koffie, olieproducten als soja, palm- en zonnebloemolie. Maar ook granen, en veevoer voor de zuivel- en vleesindustrie.
Veel Nederlandse bedrijven, grote en kleine, doen zaken in het buitenland. Andere bedrijven zijn weer toeleveranciers van exporterende bedrijven. Zo is Nederland de 1 na grootste exporteur van landbouwproducten in de wereld. De export zorgt voor 1/3 van de welvaart en voor 2,1 miljoen banen.
Meeste 'Nederlandse' landbouwgrond ligt in het buitenland
Het PBL rekende in 2019 uit dat per Nederlander 1.800 vierkante meter land nodig is om genoeg voedsel te verbouwen. Dat komt volgens het Compendium voor de Leefomgeving (CLO) neer op ongeveer drie keer het landoppervlak van Nederland.
De hogere Nederlandse exportomzet van groenten en fruit in 2019 komt vooral voor rekening van ui, tomaat, paprika, avocado, banaan en blauw bes. Tomaat voert met grote voorsprong de exportranglijst aan, gevolgd door paprika en avocado.
De invoer van sojabonen uit Brazilië vormt een derde van de totale Nederlandse invoer van sojabonen. Voor de invoer van vruchten- en groentesappen ligt dit percentage hoger: de helft van alle Nederlandse invoer is uit Brazilië afkomstig. De Nederlandse import van ruw aluminium is voor een kwart afkomstig uit Brazilië.
Ruim 86 procent van de waarde van de Nederlandse goederenimport uit Afrika bestaat uit voeding, minerale brandstoffen en andere grondstoffen. De ingevoerde voeding wordt deels als grondstof gebruikt, zoals cacaobonen die Nederlandse producenten verwerken tot chocolade.
Zuid-Afrika heeft een grote agrarische sector en is een 'netto-exporteur' van landbouwproducten en levensmiddelen. Het grootste volume van de uitvoer wordt bepaald door suiker, druiven, citrusfruit, nectarines, wijn en bladverliezende soorten groenten.