Ja, ga gerust zwemmen. De meeste kwallen steken niet en het risico op een stekende kwal is gewoon klein. Niet stekende kwallen zijn dus volkomen ongevaarlijk, maar grote aantallen kunnen als onplezierig ervaren worden. De laatste tijd komen in het Veerse Meer veel kwallen voor, maar deze steken niet.
De onderzoeker laat de imposante kwal op het strand liggen zodat andere mensen hem ook kunnen bewonderen. Wie dat wil, kan het dier gewoon oppakken. Deze kwal is ongevaarlijk, volgens Ecomare, het centrum voor wadden en Noordzee. De netelcellen zijn te zwak om door de menselijke huid te dringen.
Antwoord van de Bieb:Sea Life Scheveningen zegt het volgende:Niet langer dan een paar uur. Dit hangt ook van het weer af: als de zon schijnt gaat het verdrogen sneller. Eigenlijk is het ook niet echt ''overleven'', een kwal op het droge is langzaam aan het sterven.
De kompaskwal is te herkennen aan de bruine tekening met v-vormige patroontjes, komt voor van mei tot november, en heeft tot twee meter lange tentakels. Een steek leidt tot verwondingen die vergelijkbaar zijn met de striemen van een zweep. Er kunnen blaasjes en een zwelling ontstaan, die na enkele uren verdwijnen.
Kwallen hebben tentakels met netelcellen die gif bevatten. Als je in aanraking komt met een kwal, komen de netelcellen en het gif op de huid. Dit geeft een brandend en prikkend gevoel. Je voelt de bijtende pijn pas echt wanneer je uit het water komt.
Ben je gebeten door een kwal? Dan voel je direct een brandende of stekende pijn en een jeukend gevoel. Dit komt doordat de kwal met de naaldjes op zijn tentakels steekt en een gif in de huid spuit. Je kunt in het zeewater worden gestoken door een kwal, maar ook door een kwal die in het zand ligt.
Antwoord van de Bieb:Sea Life Scheveningen zegt het volgende:Niet langer dan een paar uur. Dit hangt ook van het weer af: als de zon schijnt gaat het verdrogen sneller. Eigenlijk is het ook niet echt ''overleven'', een kwal op het droge is langzaam aan het sterven.
Het eeuwige leven
Toch kan de Turritopsis nutricula wel degelijk sterven: de regeneratie werkt namelijk alleen bij volwassen exemplaren. Ziekte of hongerige roofdieren worden jonge kwallen wel fataal, maar er is geen ander dier bekend met deze hoge kans op biologische onsterfelijkheid.
De irukandji is een kleine, glasheldere kwal. Hij wordt maar een paar centimeter lang en leeft in de tropische wateren rond de noordkust van Australië. Dit kwalletje wordt in het algemeen gezien als het giftigste dier ter wereld en in tegenstelling tot andere kwallen heeft de irukandji ook netelcellen op het lichaam.
Kwallensoorten in de Wadden- en Noordzee
De meest voorkomende kwal is de oorkwal. De steek van deze soort doet niet veel pijn en de gevolgen zijn minimaal. Na een steek kan de huid hoogstens wat rood, opgezwollen en een beetje jeukerig zijn, maar deze klachten verdwijnen na een aantal uur.
Handig om te weten: niet elke kwal steekt. Kompaskwallen, blauwe haarkwallen en de kruiskwallen kunnen voor flink wat overlast zorgen. Die laatste - gelukkig zeldzaam voorkomende soort in Nederland - kan zelfs tot een ziekenhuisbezoek leiden. Maar de meeste kwallen steken niet, die kriebelen hooguit.
Komt de kwal in contact met een vijand, dan schieten de netelcellen als een soort harpoen uit de tentakel. Het gif uit die cellen komt in je huid terecht, met jeuk en pijn tot gevolg. In Nederland is de kans dat je een (zeer) giftige kwal tegenkomt gelukkig niet heel groot.
Een mild ernstige reactie: misselijkheid, kortademigheid, maagklachten, verwarring. Dit komt voor bij kleine kinderen of als de kwal veel gif heeft afgegeven. Een ernstige reactie: flauwvallen, spierkrampen, hoesten, braken en ademhalingsmoeilijkheden.
De meeste kwallen kunnen geen kwaad. Er zijn echter kwallen die kunnen steken. Doorzichtige, kleurloze kwallen zonder lange losse tentakels zijn ongevaarlijk. Uitzondering hierop is de kruiskwal, deze is kleurloos met een kruis in het midden en veel tentakels aan de rand.
Een kwallenbeet kan een vervelende reactie veroorzaken die tussen de één en drie dagen kan aanhouden. De meest voorkomende symptomen zijn: Een rode huid. Zwelling.
Kwallen bijten niet
We noemen het dan wel een kwallenbeet, maar kwallen kunnen helemaal niet bijten. Ze steken. Officieel heet het dus een kwallensteek. De tentakels van een kwal bevatten netelcellen met gif.
Daarom spoelen ze soms massaal hulpeloos aan. Meestal gebeurt dat met aflandige wind, in Nederland dus met oosten- of zuidenwind. De onderstroom voert de kwallen met zich mee en brengt ze naar het strand. Eenmaal aangespoeld gaan ze snel dood door uitdroging.
Ze hebben geen brein en bestaan vrijwel geheel uit water – en toch beschikken ze over heel wat superkrachten.
Tonijnen, haaien en schildpadden zijn de belangrijkste vijanden van de kwal. Als er teveel gevist wordt in de zee, dan kunnen er wel eens plots veel te veel kwallen zijn. Dan kan je in die zee echt niet meer gaan zwemmen. Als een kwal wordt geboren, dan ziet ze er helemaal nog niet uit als een kwal.
Kwallen hebben niet veel mogelijkheden om zich te verplaatsen. Veelal laten ze zich meevoeren door de stroming van het water - daarom horen ze officieel bij het 'plankton'. Door hun klokvormige hoed ritmisch samen te trekken, kunnen ze een klein beetje van koers wijzigen.
Je kunt hele lekkere gerechten maken met de kwal, maar de kwal zelf smaakt volgens Ammerlaan nergens naar. 'De kwal zelf is eigenlijk alleen maar textuur, maar in de Aziatische keuken is textuur ook een smaak. ' De textuur wordt ook vergeleken met die van een komkommer.
Als het oostenwind (aflandige wind) is, wind van land naar de zee, ontstaat er een onderstroom. De bovenste laag van het water wordt dan door de wind van het land af geduwd, terwijl de onderstroom naar het land toe gaat. In die onderstroom bevinden zich de kwallen, met als gevolg dat ze aanspoelen op het strand.
In de Noordzee leven verschillende soorten kwallen. De oorkwal komt het meeste voor. Dit is een doorzichtige kwal met vier roze of witte ringen. Hij kan je niet steken, omdat hij niet door de huid heen komt.
Wat eten kwallen? Kwallen eten vissenlarven en kreeftachtigen. Met de netelcellen die ze op hun tentakels hebben verlammen ze hun prooi, en met hun tentakels brengen ze de prooi naar hun mond.