Vaak gaan slissen en lispelen samen met duim- en vingerzuigen. Een logopedist kan helpen ervan af te komen. Na onderzoek naar de oorzaak, kan een behandeling starten, gericht op versterking van de spieren in de mond en het juiste gebruik van de tong.
Dit kan komen door te slappe tongspieren, te weinig beheersing van de tongmotoriek of het verkeerd aanleren van tongklanken. Slissen wordt soms veroorzaakt door duimen. Vaak ontstaat dit op jonge leeftijd tijdens de spraakontwikkeling, maar slissen kan op alle leeftijden voorkomen.
Bij een fonetische articulatiestoornis worden klanken technisch niet goed gevormd. De verstaanbaarheid wordt daardoor slechter. Veel voorkomende fonetische problemen zijn: Slissen / lispelen: Bij lispelen en slissen worden klanken zoals de /s/, /z/ en /sj/ verkeerd uitgesproken.
Dat gebeurt als je je tong tussen je zijtanden of kiezen laat gaan als je de s-klank wil maken. Het klinkt dan een beetje alsof er net iets te veel speeksel in je mond zit om te praten. Een beetje zoals Sylvester, een personage uit de Looney Tunes.
Slissen wordt ook wel lispelen genoemd. Het is een vorm van spraakgebrek dat zich vaak al op jonge leeftijd ontwikkelt. Het is een spraakgebrek waar bij het praten de tong naar voren tussen de tanden wordt gestoken. De tong kan ook zijwaarts breed tussen tanden of kiezen worden gestoken.
Bij slissen of lispelen wordt de /s/ verkeerd uitgesproken. Door te slappe tongspieren of te weinig beheersing van de tongmotoriek klinkt de /s/ onzuiver. In ernstige gevallen wordt het spreken hierdoor slecht verstaanbaar en soms als zeer storend ervaren.
Gebitscorrectie (operatief of met een beugel) heeft in het geval van de open beet of scheefstand van tanden alleen effect als het slissen wordt afgeleerd. Door de druk van de tong tegen de tanden, zal het gebit in rap tempo weer scheef gaan staan.
Een onbewust verkeerd gebruik van de tong is de boosdoener. Vaak gaan slissen en lispelen samen met duim- en vingerzuigen. Een logopedist kan helpen ervan af te komen. Na onderzoek naar de oorzaak, kan een behandeling starten, gericht op versterking van de spieren in de mond en het juiste gebruik van de tong.
Spreken vraagt een zeer fijne coördinatie; als deze coördinatie niet meer goed wordt aangestuurd door de hersenen, kun je dit horen in de spraak. Dit kan klinken als 'spreken met een dubbele tong'. Problemen met spreken kunnen ook ontstaan door een te hoge spierspanning in het mond- en keelgebied.
Logopedisten behandelen aandoeningen op het gebied van persoonlijke communicatie, stem, taal, spraak, gehoor en slikken.
De wijze van diagnose van een spraakstoornis hangt af van het type spraakstoornis (stotteren, dysarthrie, verbale ontwikkelingsdyspraxie, verbale apraxie, stemstoornissen ...). In de meeste gevallen zal een logopedist en/of arts betrokken zijn bij de diagnosestelling.
De tong kan zijwaarts breed tussen de zijtanden of kiezen worden geschoven. Ook dan ontstaat een onzuiver [s]-geluid. Kinderen of volwassenen met een open beet, bij wie er te veel ruimte is tussen de onder- en boventanden, zullen hun tong vaak tussen de opening van de tanden duwen. Je hoort dan een foutieve [s].
Een verbale ontwikkelingsdyspraxie (VOD), ook wel spraak- ontwikkelingsdyspraxie (SOD) genoemd, is een (uit)spraakstoornis. Je kind ondervindt: moeite met het plannen, programmeren, coördineren en controleren van de spraakbewegingen (tong, lippen en kaken).
Broddelen is een spraakstoornis die voorkomt dat je vloeiend spreekt. Vaak is er sprake van snel en onverstaanbaar praten, of juist van spreken met een wisselend tempo. Het gaat mis omdat de organisatie van spraak- en taal in de hersenen niet goed gaat.
Stotteren is een spraakstoornis waarbij het vloeiende verloop van de spraakbeweging gestoord is. Klanken of lettergrepen worden herhaald of verlengd. Soms worden ze er met veel spanning uit geperst. Daarnaast kunnen bij het stotteren begeleidende symptomen voorkomen.
Vaak is dit het gevolg van een neurologische aandoening, bijvoorbeeld een beroerte, Multiple Sclerose of de ziekte van Parkinson. Ook overmatige spanning, zoals in een drukke periode met veel zorgen of stress, kan voor problemen zorgen.
Als je ataxie hebt, kan je je bewegingen moeilijk coördineren. Dit kan leiden tot: een verstoord evenwicht; onzeker stappen ('dronkemansgang');
Oorzaak spraakproblemen
Bij een spraakprobleem zijn er problemen in de mond- en tongbewegingen, waarmee klanken en woorden worden gevormd. Dit kan komen door: Problemen met de spraakontwikkeling door gehoorproblemen of door veel duim- of speen zuigen.
Baby's komen in principe enkel in uitzonderlijke gevallen in aanmerking voor de logopedist (bijvoorbeeld bij ernstige aangeboren gehoorstoornissen of kinderen met hersenverlamming). Omdat in dat geval een arts je dan zeker doorverwijst, beginnen we meteen met de leeftijd van ongeveer 1 jaar oud.
Een overbeet kan behandeld worden door middel van een beugel. Als dit niet helemaal lukt omdat de stand van de boven- en/of onderkaak afwijkt, kan de overbeet behandeld worden met een chirurgische kaakcorrectie.
Dysfasie is een neurologische stoornis in de spraak-taalontwikkeling: het kind begrijpt meestal veel meer van wat anderen zeggen dan het zelf kan zeggen. Dysfasie komt best vaak voor, ook de ernstige vormen.
Een kind met dyspraxie lijkt vooral onhandig, het lopen gaat moeizaam en ze vallen veel. Een bal gooien of vangen, fietsen, zwemmen en skaten, het lijkt allemaal klungelig en heel moeilijk. Het ruimtelijk inzicht is beperkt. Kinderen vinden het niet prettig in het midden van een ruimte, aan de zijkanten is prima.
Dysfatische ontwikkeling is een neurologische spraak-taalontwikkelingsstoornis waarbij het kind veel meer begrijpt van wat anderen zeggen, dan het zelf kan zeggen.
Wanneer je kind 3 jaar is zou het alle klanken goed uit moeten spreken en bij 4 jaar spreekt het verstaanbaar voor buitenstaanders. De /r/ is een uitzondering, die verwerf je als laatste.