Risotto kan je eventueel op voorhand maken maar de textuur zal niet hetzelfde zijn. De risotto zal opstijven en harder worden bij het afkoelen en krijgt bij het opwarmen niet dezelfde romige structuur als dat je hem à la minute zou maken.
Je kunt bereide risotto maximaal twee dagen in de koelkast bewaren. Zorg dat je de restjes snel laat afkoelen en ze vervolgens in een luchtdicht bakje in de koelkast zet. De restjes mogen niet langer dan twee uur buiten de koelkast staan.
Het restje dat je bewaart in de koelkast kun je de volgende dag opwarmen door weer een beetje bouillon toe te voegen. Je kunt ook kiezen voor wijn of als je niets meer in huis hebt: kokend water. Blijf goed roeren tot de risotto opgewarmd is.
Wat je echt nóóit met risotto moet doen, is het in de magnetron opwarmen. De beste manier om het op te warmen is door het gewoon opnieuw in een pan te doen en op laag vuur te zetten. Veel mensen maken de fout om meteen een beetje olie in de pan te doen of extra boter, maar ook dit kun je beter niet doen.
Allereerst is het belangrijk om de risotto niet in de magnetron op te warmen. Je kunt het beste de risotto weer in de pan doen en op een laag vuur zetten. Sommigen doen een beetje olie in de pan en verwarmen de risotto vervolgens. Dit kun je beter niet doen.
Je kunt je een restje rijst prima opwarmen in de pan. Doe wat olie in een koekenpan, braadpan of wok en bak de rijst in een paar minuutjes lekker warm. Even stomen kan ook! Zet een stoommandje of zeef op een pan met kokend water en sluit af met een deksel of bord.
Risotto wordt romig doordat het zetmeel dat in de rijst zit loskomt bij het koken. Door de rijst eerst een paar minuten te bakken in boter en olie, voordat je de bouillon erbij giet, ontwikkel je die lekkere geroosterde en nootachtige smaak.
Constant roeren in de risotto, totdat elke schep bouillon is opgenomen, is niet verstandig. Sterker nog, door continu in de rijst te roeren ben je het eigenlijk aan het 'overroeren'. Dat betekent dat je de rijstkorrel beschadigd – en dat je risotto eerder papperig en plakkerig wordt in plaats van smeuïg.
Dit gedeelte is bepalend voor het eindresultaat van de risotto, de risotto dient ten allen tijde zo vochtig te zijn dat deze als het ware in je bord 'golft'. What is this? Als de wijn volledig is geabsorbeerd door de risotto, voeg je de eerste soeplepel bouillon toe.
Voor het kookvocht zijn er meerdere opties. De romige smaak van de risotto kan de smaak snel verdoezelen. Als je aan het begin van je bereiding wijn toevoegt, breng je ook een zure smaak toe dat je smaakpapillen wakker schudt. Na het scheutje wijn proef je alle smaken die in je risotto zitten.
Risotto invriezen is mogelijk, maar je moet er wel rekening mee houden dat de smaak en de textuur ietwat minder kunnen worden. Vooral als de risotto lang ingevroren blijft. Het kan dan wat stug, maar ook at kleverig worden. En dat is ook weer afhankelijk van de soort rijst die gebruikt wordt.
Je kan de paella het beste afgedekt opwarmen in een voorverwarmde oven (180-200 graden), ongeveer 10-15 minuten. Of verwarm ca. 6-8 minuten op 600 Watt in de magnetron. Wordt de rijst iets droog, dan kan je een klein beetje water toevoegen.
Opwarmen en bewaren
Je kan de orzo het beste opwarmen in de magnetron, 6-8 minuten op 600 Watt. Afgedekt opwarmen in een voorverwarmde oven (200 graden), ongeveer 10-15 minuten kan eventueel ook. Misschien wordt de pasta tijdens het opwarmen wat droog, voeg dan een heel klein scheutje water toe en roer voorzichtig om.
Laat je rijst snel afkoelen, zodat het niet langer dan twee uur buiten de koelkast staat. Doe de rijst daarna in een bakje die je goed af kunt sluiten met een deksel, zet het in een koelkast met een temperatuur van 4-7°C en je kunt het maximaal twee dagen later nog prima opwarmen.
Zet de maaltijd binnen 2 uur in de koelkast of vriezer. Vervolgens kun je de rijst 2 dagen in de koelkast bewaren. In de vriezer blijft rijst zeker 3 maanden goed.
Laat restjes altijd snel afkoelen en zet ze goed afgesloten in de koelkast. Laat restjes niet langer dan 2 uur buiten de koelkast staan.
Risotto kan je eventueel op voorhand maken maar de textuur zal niet hetzelfde zijn. De risotto zal opstijven en harder worden bij het afkoelen en krijgt bij het opwarmen niet dezelfde romige structuur als dat je hem à la minute zou maken.
Door te roeren zorg je dat de rijst niet aanbrandt en dat hij een romige structuur krijgt, doordat er zetmeel loskomt. Maar als je te veel roert, maak je de rijst kapot. Ook brengt roeren lucht in de risotto, waardoor het afkoelt en alles nog zo veel langer duurt.
Een goede risotto bestaat uit risottorijst die droog wordt aangebakken en erna in een bouillon wordt gekookt. Tijdens dat kookproces worden smaakmakers zoals vlees, gevogelte, vis of groenten toegevoegd. Daarnaast worden verschillende kaassoorten vaak gebruikt om de risotto binding geven.
Is de korrel van binnen nog een beetje hard? Dan heeft je risotto nog een paar minuten nodig. Zorg dat je op tijd proeft, want je kunt de korrels altijd verder garen, maar als het eenmaal te gaar is, dan kun je niet meer terug. Je risotto is gaar als de korrels mooi dik zijn en niet meer ondoorzichtig wit zien.
Voor het romigste resultaat gebruik je Carnaroli. Deze risottorijst heeft namelijk de grootste korrel en bevat het meeste zetmeel. Een essentieel ingrediënt om risotto mee te maken is bouillon. Je kunt natuurlijk verse bouillon maken, maar als je niet veel tijd hebt, zijn bouillonblokjes ook prima.
Wanneer je in de pan roert, komt er zetmeel vrij van de rijst. De zetmeel komt in het vocht terecht en dat maakt de risotto smeuïg. Risotto hoort een beetje uit te lopen.
Afhankelijk van de andere ingrediënten begin je beter met olijfolie of boter. Voor risotto met zeedieren zoals vis, scampi's of mosselen werk je het beste met olijfolie. Boter is dan weer de beste keuze wanneer je een groenterisotto maakt.
Door de stevige smaak combineert u deze Risotto het beste met een frisse, stevige en krachtige rode wijn, bij voorkeur een rode wijn van donker fruit en met aardse tonen als tabak. Toch liever wit? Ga dan voor een mooie, houtgelagerde, witte wijn.
Bij een stevige risotto met kaas en/of paddenstoelen past daarom een wat vollere wijn. Denk aan een mooie hout gelagerde witte Bourgogne. Wil je liever rood? Kies dan voor Pinot Noir of een Italiaanse Barbera of Barbaresco.