Zelf zo opeten kan natuurlijk, maar ook lekker is om ze uit te persen en met het sap een lekker fleurig, winters toetje te maken. Trouwens, ook lekker op andere dagen dan 11 november.
De Enige manier is om ze onder te dompelen in een speciale vloeistof. Het bijtende goedje waar de mandarijntjes in liggen is natronloog. Iets wat je misschien beter kent als gootsteenontstopper.
Je geeft je immuunsysteem een boost
Komt dat eens goed uit, want ook mandarijnen zijn rijk aan vitamine c. De vitamine zorgt ervoor dat bacteriën en virussen ons lichaam minder makkelijk kunnen betreden. Een mandarijn kan je helpen om genoeg vitamine C binnen te krijgen.
Voor volwassenen geldt het advies om minimaal 2 porties fruit per dag te eten. Een sinaasappel geldt als één portie fruit. Van mandarijnen moet je er 2 eten voor één portie.
Bewaar mandarijnen liefst buiten de koelkast, op een koele (12-15°C), donkere plaats. Dan zijn ze 5 tot 10 dagen houdbaar. Mandarijn is ideaal om zo uit het vuistje te eten als tussendoortje. Partjes mandarijn kun je ook goed gebruiken in een salade of in een fruitwrap.
Naast Vitamine C bevatten mandarijnen ook vitamine A, B1, B2, B6 en B11 en de mineralen Calcium, Fosfor, Magnesium en Zink. Ook zijn er enkele studies gedaan en daaruit is gebleken dat mandarijnen de kans op verschillende ziektes doet verkleinen waaronder diabetes, aderverkalking, beroertes en leverkanker.
Er is één fruitsoort dat niet handig is om op de fruitschaal te leggen en dat zijn onze favoriet: appels. Ander fruit en groente kun je gerust samen op een plek leggen, maar appels zijn niet handig. Dit komt omdat appels ethyleengas produceren. Dit gas is niet schadelijk, maar rijpt andere fruitsoorten sneller.
4: Goed voor je stoelgang en darmflora
Mandarijnen zijn rijk aan vezels. Daardoor zijn ze goed voor je stoelgang. Vezels trekken namelijk vocht aan. Samen met dit vocht vormen ze een zachte brij in je spijsverteringssysteem.
Bramen: door het grote aantal gezonde voedingsstoffen kunnen bramen worden gezien als het gezondste fruit! Bramen bevatten veel belangrijke vitamines (A, B1, B2, B6, B11, C en E) en mineralen (natrium, kalium, calcium, fosfor, ijzer, magnesium en koper).
Als je puur kijkt naar het gehalte vitamine c, dan heeft een mandarijn 55 mg per 100 gram vruchtvlees en een sinaasappel kan tot 80 mg vitamine c per 100 gram vruchtvlees hebben. Dan zou een sinaasappel op die manier gezonder zijn.
Dat de schil van andere citrusvruchten erg goed in een gerecht verwerkt kan worden, is al even bekend. Maar dat je de schil van de mandarijn evengoed kunt gebruiken, weten veel mensen niet. Zorg wel dat je de schil met een lichte hand raspt, deze is namelijk dunner dan bij een sinaasappel of een citroen.
Het beste bewaar je mandarijnen op een koele donkere plek, rond de 12-15 graden. Mandarijnen zijn dan ongeveer 10 dagen goed. Het invriezen van mandarijnen is geen aanrader. Vaak wordt de mandarijn zacht en komt de smaak te vervallen.
“Als de schimmel op de schil zit, dan zou de inhoud van de mandarijn nog goed kunnen zijn.” Wel raadt ze aan om de helft waarop het beschimmelde schil zat wél weg te gooien.
Maar toch zitten er in pitloze mandarijnen soms pitjes. Hoe komen die daar? Dat heeft alles te maken met bijen. Die doen namelijk waar ze goed in zijn: planten en bloemen bestuiven.
Wat is een Orri: Orri is een heerlijke zoete mandarijn, vrijwel pitloos en goed te pellen.
Je wist het wellicht niet, maar niet alle fruitsoorten zijn rijk aan vitamine C. Appels, bananen en druiven bevatten bijvoorbeeld weinig vitamine C. Fruitsoorten die wel veel van deze vitamine bevatten, zijn sinaasappels, mandarijnen, aardbeien, kiwi's, citrusfruit, papaja, bramen en ander rood fruit.
De raad adviseert om ongeveer 250 g fruit per dag te eten. Dat komt overeen met een tweetal stukken fruit. Niet alle fruit is even groot. Denk bij één stuk fruit aan de grootte van een appel, peer of banaan, een sinaasappel of perzik, …
Gastro-enterologen (maag-darm wetenschappers) vertellen in Live Science dat alles goed zit als je tussen de drie keer per dag en drie keer per week een grote boodschap doet.
Volkorenbrood, groente, fruit, noten en peulvruchten zijn goede bronnen van vezel. Vezels werken in de darm als een soort spons waardoor ze water opnemen. Zo zorgen ze voor een soepele ontlasting en geven volume aan de ontlasting. Ook zorgen vezels ervoor dat de darmen in beweging blijven.
Komkommers drogen uit in de koelkast. De schil beschadigt waardoor ze sneller bederven. Bewaar ze daarom op een koele plaats in de keuken, de kelder of de berging. Laat de komkommer in zijn folie zitten.
Tomaten bewaren, dat doe je best niet in de koelkast. Volgens onderzoek van de Nederlandse universiteit Wageningen UR leidt tomaten bewaren bij koelkasttemperaturen tot een afname van belangrijke aromastoffen. Ze worden dus minder lekker. Bewaar je tomaten eerder op een koele plek (12°C).
In de koelkast: Ja, wie bananen op de goede manier wil bewaren, kan ze rustig in de koelkast leggen. Dat moeten dan wel rijpe vruchten zijn omdat ze in zo'n koele omgeving niet meer verder rijpen.