Je kunt je lopende hypotheek niet zomaar meenemen. Deze hypotheek is gekoppeld aan je oude huis. De geldverstrekker ziet het verhuizen als een nieuwe hypotheekaanvraag. Dit betekent dat zij opnieuw bekijkt of je het hypotheekbedrag op basis van je inkomen en de waarde van je nieuwe woning wel kunt lenen.
Afhankelijk van de voorwaarden heb je 3 of 6 maanden de tijd om je hypotheek mee te verhuizen. De termijn gaat in op het moment dat de hypotheek van je oude huis helemaal is afgelost en loopt af als je de nieuwe lening hebt opgenomen. Voor een hypotheek met Basisvoorwaarden is de termijn 3 maanden.
Bij een nieuw huis kopen is de hypotheek die je al hebt prima mee te nemen. Tenminste, als deze nog goed aansluit bij je huidige situatie en je toekomstige woning. In feite sluit je wel een nieuwe hypotheek af als je gaat verhuizen, maar je neemt daarbij de huidige rente, maandlasten en andere voorwaarden mee.
Als je naar een andere koopwoning verhuist, heeft dat gevolgen voor je lopende hypotheek. Gelukkig bieden veel hypotheekverstrekkers de mogelijkheid om je hypotheek mee te nemen. Ze noemen dit de 'verhuisregeling' of 'meeneemregeling'.
Het aflossingsvrije deel van je nieuwe hypotheek mag maximaal 50% van de waarde van je nieuwe huis zijn. Het kan zijn dat je op dit moment een veel groter deel van je hypotheek aflossingsvrij hebt afgesloten. Het deel van de hypotheek dat hoger is dan 50% van de woningwaarde, moet je in maximaal 30 jaar aflossen.
Wat is het voordeel van een deels aflossingsvrije hypotheek? De maandlasten voor een annuïteitenhypotheek van 100.000 euro (looptijd 30 jaar) zijn: Uitgaande van een hypotheekrente van 1,5 procent betaal je na het afsluiten van de hypotheek: 345 euro. Het geeft dus een verschil van 220 euro per maand.
De aflossingsvrije hypotheek heeft geen einddatum en loopt dus ongewijzigd door. Dit is het meest gunstig. De aflossingsvrije hypotheek kan worden verlengd. Er moet een nieuwe hypotheek worden afgesloten.
Is je oude woning nog niet verkocht en/of betaald? Dan kun je bij de financiering van een nieuw huis al wel rekening houden met de overwaarde. Met een zogeheten overbruggingskrediet financier je de (verwachte) overwaarde.
Rentecontract van je hypotheek meenemen
Je mag het rentecontract meenemen voor maximaal de hoogte van jouw oude lening. Jouw startrente blijft gelijk, maar afhankelijk van de hoogte van je nieuwe lening of type woning kun je een opslag op je rente krijgen of een korting krijgen op je huidige opslag als je deze hebt.
maximaal 50% van de marktwaarde van de nieuwe woning mag aflossingsvrij worden geleend; een hypotheekverhoging moet altijd worden afgelost tijdens de looptijd, bijvoorbeeld met een annuïteitenhypotheek; een eventuele restschuld mag extra en aflossingsvrij geleend worden.
De overwaarde op je woning komt vrij als je het huis verkoopt. Je lost met de opbrengst van de woningverkoop de nog openstaande hypotheekschuld af en het bedrag dat je overhoudt (de overwaarde) mag je in principe vrij besteden. Dit geldt alleen als je niet binnen 3 jaar een nieuwe woning koopt.
Waardestijging woning
Een andere manier om een hogere hypotheek te kunnen afsluiten is als u al huiseigenaar bent en de waarde van uw woning is gestegen. Volgens de nieuwe hypotheeknormen, die in januari 2013 zijn ingevoerd, mag u maximaal 100 procent van uw woningwaarde lenen.
Goed nieuws: als je een woning met overwaarde verkoopt, dan hoef je over die overwaarde geen belasting te betalen.
Als je in je huidige woning wil blijven wonen en de overwaarde wil verzilveren, heb je een aantal mogelijkheden: een lening afsluiten bij de bank. een lening afsluiten via de gemeente. je huis verkopen en terug huren.
Over een overbruggingshypotheek betaal je ook rente. Hoeveel dat is verschilt per bank. De rente is meestal hoger dan de rente van je gewone hypotheek. Al vallen de totale kosten mee, omdat je 't maar voor een bepaalde tijd nodig hebt.
Je mag je aflossingsvrije hypotheek meenemen als je verhuist naar een nieuwe woning. Maar alleen als de aflossingsvrije schuld niet hoger is dan 50% van de waarde van het nieuwe huis.
Minister Hoekstra van Financiën stelt dat gehuwden slechts één woning in aanmerking mogen nemen als eigen woning/hoofdverblijf.
Vaak meer hypotheek mogelijk bij scheiding
Dan moet de hypotheekverstrekker 1 van beiden uit hoofdelijke aansprakelijkheid ontslaan. Geldverstrekkers beoordelen deze situatie meestal als een nieuwe hypotheek: Ze kijken opnieuw naar het inkomen van degene die in het oude huis blijft wonen.
Als je binnen 3 jaar na de verkoop een volgende woning koopt, krijg je te maken met belastingregels voor het gebruik van de overwaarde. Dit is de bijleenregeling. Je moet je overwaarde gebruiken voor de aankoop van je nieuwe woning. Anders heb je over het bedrag van de overwaarde geen recht op renteaftrek.
Wil je toch jouw nieuwe huis al kopen maar nog niet genoeg eigen geld voor? Dan kun je een overbruggingshypotheek afsluiten. Met de overwaarde van jouw oude huis kun je de overbruggingshypotheek afbetalen. Tot die tijd betaal je rente over je overbruggingshypotheek.
Wat in de praktijk vaker voorkomt dan een huis kopen zonder hypotheek, is een huis kopen met eigen geld én een hypotheek. Je kunt dan je overwaarde of je spaargeld inbrengen en daarmee een deel van de koopsom en de kosten koper betalen. Voor het resterende gedeelte sluit je een hypotheek af.
Vaak 30 jaar. Maar na afloop wordt de hypotheek niet vanzelf afgelost. Kun je niet aflossen met spaargeld of met de uitkering uit een polis? Dan moet je de hypotheek opnieuw afsluiten.
Als u een aflossingsvrije hypotheek heeft, loopt u het risico dat de bank deze hypotheek aan het einde van de looptijd niet wil of kan verlengen. Dit risico is groter dan u denkt en zal voor veel huizenbezitters nare gevolgen hebben. Het is daarom verstandig om uw eigen situatie nu al in kaart te brengen.
Maar een aflossingsvrije hypotheek heeft ook nadelen. Bij een aflossingsvrije hypotheek betaal je alleen rente en – dus – geen aflossing. Daardoor wordt je schuld tijdens de looptijd niet minder. Maar die schuld moet je aan het einde van de looptijd of bij tussentijdse verkoop wel volledig aflossen.