Een dwangstoornis gaat meestal niet vanzelf over. Wanneer dwang je leven in de weg staat of zelfs heeft overgenomen, dan kan therapie je helpen. Therapie kan een dwangstoornis niet genezen, maar het helpt je wel om op een gezonde en ontspannen manier met stress om te gaan.
De dwangstoornis is in de meeste gevallen goed te behandelen. Afhankelijk van de klachten en de ernst ervan krijgt u een behandeling met cognitieve gedragstherapie, medicijnen of een combinatie van beide. Door de behandeling nemen de dwanggedachten en de dwanghandelingen af.
Wat gebeurt er bij een dwangstoornis in de hersenen? Bij mensen met een dwangstoornis is veel onderzoek gedaan naar de functie van de hersenen. Daaruit blijkt dat bij een dwangstoornis bepaalde delen van de hersenen actiever en andere delen minder actief zijn dan zou moeten.
Een dwangstoornis behandelen we o.a. met cognitieve gedragstherapie. Deze therapievorm bestaat uit twee onderdelen: exposure met responspreventie (gedragstherapie) en cognitieve therapie.
Gevolgen van een dwangstoornis
OCS heeft vaak een grote impact op je leven. Bezig zijn met dwangmatige gedachten en handelingen is tijdrovend en vermoeiend. Je komt minder goed toe aan je dagelijkse bezigheden of sociale activiteiten. Daardoor kan je je eenzaam of minderwaardig gaan voelen.
Een dwangstoornis kan ontstaan door een lichamelijke ziekte, het gebruik van drugs of sommige medicijnen. Een ingrijpende, belangrijke levensgebeurtenis kan zorgen voor een dwangstoornis. Seksueel misbruik, het overlijden van een dierbare, een zwangerschap of een echtscheiding bijvoorbeeld.
Zoals ordenen, controleren en handen wassen. Mensen met een dwangstoornis voelen zich als het ware gedwongen dit te doen om zo de angst, onrust of een gevreesde situatie te voorkomen. De handelingen zijn duidelijk overdreven of niet passend bij het gevaar dat iemand wil voorkomen.
Daaruit kunnen we concluderen dat OCS vaak niet vanzelf overgaat.
Een dwangstoornis (OCD) gaat niet vanzelf over. Het is daarom belangrijk om hulp te zoeken en steun en begeleiding van hulpverleners en naasten te krijgen. Zelf omgaan met OCD of als naaste omgaan met OCD kan lastig zijn.
Of heb je een dwangstoornis en een depressie? Dan kun je erover denken om medicijnen tegen angst te gaan slikken. Voorbeelden zijn citalopram, paroxetine, sertraline en clomipramine. Je huisarts stuurt je hiervoor door naar een psychiater.
Een dwangstoornis is te behandelen met cognitieve gedragstherapie. Dwanghandelingen worden hierbij langzamerhand afgebouwd zodat je ervaart dat datgene wat je vreest niet gebeurt als je de dwanghandeling nalaat. Daarnaast ga je in op de gedachtes die je angstig maken en leer je met deze gedachtes om te gaan.
Het is een vorm van dwangstoornis met dikwijls zeer ernstige en ingrijpende gevolgen voor de betrokkene zelf, maar ook voor zijn/haar directe omgeving (partner, ouders, kinderen, vrienden).
Naast het repeterend en obsessief gedrag dat valt binnen de symptomen van autisme heeft een deel van de mensen met autisme een bijkomende dwangstoornis, waarin handelingen een reactie zijn op dwanggedachten.
De dwangstoornis die het meest voorkomt is smetvrees, maar ook controledwang komt vaak voor.
OCD is een vorm van een angststoornis. Er wordt ook wel eens een vergelijking gemaakt met een Autisme Spectrum Stoornis. Echter is OCD niet een vorm van autisme. Wel kan het zo zijn dat mensen met autisme bepaalde dwanggedachten/handelingen ervaren vanuit hun problematiek.
Dagelijks leven met een dwangstoornis
Mensen die lijden aan een dwangstoornis gaan zich op den duur dan ook vaak somber voelen. Ook ervaren mensen met dwang veel schaamte, niet alleen voor hun handelingen maar ook voor de nare gedachten en beelden die in hun hoofd opkomen.
Voorbeelden van dwanggedachten/obsessies zijn: Je bent bang dat anderen jou iets willen aandoen.Je bent bang dat je voortdurend besmet raakt door vuil.Je denkt dat je grove fouten maakt met ernstige gevolgen.
Hoe ontstaat een dwangstoornis? Er is niet één oorzaak aan te wijzen waardoor een dwangstoornis ontstaat; wel zijn er verschillende risicofactoren. Een dwangstoornis ontstaat meestal door een combinatie van erfelijkheid, lichamelijke oorzaken, wat iemand meemaakt in het leven en persoonlijke eigenschappen.
Obsessieve-compulsieve stoornis (OCD) is een angststoornis die wordt gekenmerkt door terugkerende, ongewenste gedachten (obsessies) en/of herhaalde handelingen (compulsies).
De dwangstoornis komt bij ongeveer 2 % van de bevolking voor, vrijwel even vaak bij vrouwen als bij mannen. Meestal ontstaat de stoornis rond het 20e jaar, maar het kan op alle leeftijden voorkomen. In een kleiner deel van de gevallen ontstaan de klachten van de stoornis al in de kindertijd.
Bij agressieve dwanggedachten ben je bang om iets verschrikkelijks te veroorzaken, zoals brand. Of je bent bang dat je een ander pijn doet. Ook kan het voorkomen dat je denkt dat je een moordenaar bent. Je ziet beelden voor je hoe je mensen wurgt, of met een mes te lijf gaat.
Het is echter aan je medewerker om te werken aan herstel en als je medewerker zich geaccepteerd voelt dan zal hij of zij dat zeker doen. Wij hebben weleens mensen met OCD begeleid naar werk en weten er alles van. Begeleiding van een jobcoach kan je medewerker met OCD ook ondersteunen, en jou ook!