Vruchtgroenten zoals peper, paprika, courgette en aubergine
Ze kunnen absoluut niet tegen vorst.
Hebben pas bij enkele graden nachtvorst bescherming nodig: wortelen, rode kool, witte kool, witloofwortels, peterselie. Hebben enkel bij erg strenge vorstperiodes bescherming nodig: winterprei, savooikool, spruiten, winterspinazie, pastinaak en schorseneer.
De makkelijkste manier om kwetsbare planten en groenten te beschermen is ze afdekken. Gebruik hiervoor materialen die ademen, anders sterven ze misschien alsnog door verstikking of verrotting. Struiken en coniferen kan je beschermen met vliesdoek, jute, rietmatten of kokosmatten.
Uitplanten
Omdat de paprika absoluut niet van koud weer houdt, mogen de planten pas na 12 mei (IJsheiligen) in de volle tuingrond gezet worden. Bij een temperatuur onder 20 graden groeien de planten niet of nauwelijks. De eerste weken buiten zullen de planten dan ook maar langzaam groeien.
Tomatenplanten. Een tip voor het voorjaar: Als je tomatenplanten al buiten of in de kas hebt staan in april en het gaat nog vriezen zet ze binnen in een onverwarmde ruimte, neem geen risico met tomaten. Ze houden van warmte en kunnen wel tegen koude, maar niet tegen vorst.
De komkommerplanten houden erg van warmte en kunnen slecht tegen vorst. Ze hebben een windbeschut plekje nodig en mogen pas naar buiten als de temperatuur overdag minstens 15°C heeft (grastemperatuur!). Een vlies kan een goede bescherming bieden.
Beschermen. Hoewel zonnebloemen sterk en makkelijk zijn, kunnen ze af en toe wel wat hulp gebruiken. Bijvoorbeeld door ze af te dekken bij strenge vorst en te beschermen tegen de wind. Ook vogels kunnen plagen door de gerijpte zaden weg te pikken.
Oogstrijpe prei is heel gevoelig voor een nachttemperatuur onder de -10°C. Niet afgedekte prei kan dan veelal als verloren worden beschouwd. Late winterprei verdraagt meer vorst dan oogstrijpe prei. Deze prei zal wel witte bladeren vertonen, maar kan zeer snel hergroeien zodra de temperaturen in het voorjaar stijgen.
Gewassen die goed tegen de vorst kunnen kun je makkelijk na de oogst weer in de grond stoppen met wat aarde er over. Denk maar aan Rode biet, wortelen, prei, Radijzen of pastinaak. Je kunt ze opgraven wanneer je ze nodig hebt. Let wel op, als het warmer wordt schieten ze weer op en verliezen ze hun smaak.
Aardbeien kunnen vrij goed tegen kou. Maar als het 's winters langdurig vriest krijgen ze toch een flinke klap en doen ze er lang over om weer bij te komen. Dat merk je aan de opbrengst: die zal dan minder zijn. Om dat te voorkomen kan je ze in de winter afdekken.
Moestuin afdekken
Vliesdoek en gaas beschermen ook goed tegen regen en ongedierte en zijn daarom ideaal voor planten met veel bladeren. Drapeer ze simpelweg over de planten zonder verdere ondersteuning. De wind krijgt er dan geen vat op, maar zet wel de randen vast met stenen.
Alle peper -en paprikaplanten zijn meerjarige planten. Echter in ons klimaat worden ze meestal gehouden als een eenjarige plant. Maar je kan ze ook laten overwinteren. De soort annuum is de grootste groep van het capsicum geslacht.
Peper- en paprikaplanten zijn eigenlijk heesters die niet winterhard zijn. Je zou ze daarom zelfs in huis kunnen laten overwinteren. Dat is niet gemakkelijk want ze zijn gevoelig voor diverse soorten luis en schimmels.
Paarse paprika's worden rozerood. Let alleen op bij de chocoladekleurige vruchten, want die bestaan ook in een onrijpe kleur die later rood wordt. Eigenlijk is het dus simpel: is de vrucht nog niet van originele kleur veranderd, dan is hij in principe nog niet rijp maar wel eetbaar.
Deze planten zijn niet winterhard en moeten dus voor de winter verplaatst worden naar een serre of bedekte plaats. Buiten de koude vorst, heeft de ranonkel ook nog naaktslakken als vijand.
Onder een laag stro, plastic tunnel, vliesdoek of in de serre / tuinkas kunnen Rode bieten goed tegen de vorst. Net als andere knolgewassen (wortelen, pastinaak, uien, ...) houden bieten van een lichte grond. In lichte grond vormen de bieten zich mooi rond.
Als de grond nog vochtig is, hoef je geen water te geven. Voelt de grond echter droog aan, dan kan je terug begieten. In de zomer kan het nodig zijn om je paprikaplant dagelijks water te geven.
De paprikaplant is eigenlijk struikachtige plant die houdt van ongeveer 25 graden. Aangezien in ons klimaat de teelt ongeschikt is voor buitenteelt, vindt de productie plaats in kassen. In de volle grond wordt de plant circa 1 meter hoog, in de kassen tot 4,5 meter.
De plantafstand in de rij bedraagt 40 cm, de afstand tussen de rijen bedraagt 80 cm. De kiemblaadjes mogen niet onder de grond terechtkomen bij het uitplanten en de planten moeten worden gesteund. De kluit komt 1 cm boven de grond uit. Na het planten worden de paprikaplanten water gegeven.
Tomatenplanten kunnen helaas niet tegen vorst. Men dient hierdoor maatregelen te nemen om te voorkomen dat de plantjes doodvriezen. Dit kan door de plant in een warmere ruimte te plaatsen. Je kunt bijvoorbeeld een tomatenplant binnen plaatsen en in het voorjaar opnieuw planten.
Een tomatenplant heeft in de serre een levensduur van 5 maanden. Mei, juni, juli, augustus en september. Alle energie van moeder natuur wordt best zo goed mogelijk verdeeld in die 5 maanden.
Tomatenplanten houden van zon, warmte en voed-zame grond. Kies dus een plek uit om de tomaten-planten te laten groeien, die voldoet aan deze voorwaarden. Als je buiten tomaten wilt gaan kweken, zorg dan dat de planten uit de wind staan en het liefst op het zuiden.