Bepaalde LED lampen zijn zo energiezuinig dat de lekstroom genoeg vermogen biedt om een heel klein beetje licht te geven. Dit komt vooral voor bij LED lampen met veel kleine LEDjes en minder bij PowerLED lampen. Het kan verder weinig kwaad en beïnvloed de levensduur van de lamp nauwelijks.
Lekstroom is gevaarlijk omdat zaken onder stroom staan die niet onder stroom mógen staan. Bijvoorbeeld een vloer die onder water staat, een lamp, een metalen behuizing van een wasmachine, of een koffiezetapparaat. Als je in het water gaat staan, of een lamp aanraakt, kan je geëlektrocuteerd worden.
Een lekstroom is bijna niet te voorkomen. In veel apparaten zijn bijvoorbeeld transformatoren en/of bijvoorbeeld condensatoren aanwezig, veroorzakers van (kleine) lekstromen. Door niet enkel de fase, maar ook de nul te schakelen kan lekstroom als veroorzaker van gloeiende LED-lampen voorkomen worden.
Als de led lamp blijft nagloeien en dit is te wijten aan de lamp zelf, is het in principe geen probleem. Als het zwakke licht storend is, bijvoorbeeld in de slaapkamer, helpt het alleen om de led-lichtbron te vervangen door een ander type.
LED lampen kunnen dus ook nooit brandgevaar veroorzaken of verbranden. Een LED lamp produceert licht op een 'koele' en duurzame manier. Kies voor LED en je maakt een energiezuinige en milieuvriendelijke keuze!
Gemiddeld zie je dat de lampen een levensduur van 15.000 tot 20.000 uur hebben. De exacte levensduur volgens de fabrikant staat altijd aangegeven in de specificaties. Gemiddeld verbruikt een lamp die alleen in de avond aangaat 1460 branduren. Een gewone lamp heeft een maximale levensduur van 2000 branduren.
Brandonderzoek heeft al een paar keer aangetoond dat er een brand ontstond door een leeslampje. Sommigen hebben een klemmetje waarmee je ze kunt vastzetten op de rand van je bed. Daarbij is de kans aanwezig dat de lamp langzaam opzij valt. Als de gloeilamp dan op beddengoed terecht komt, ontstaat vaak brand.
LED lampen verbruiken veel minder energie dan conventionele lampen waardoor de kans groter is dat de energie in de elektriciteitsdraden blijft hangen. Uiteindelijk is dit de oorzaak van dat lampen blijven nagloeien.
Ook als de fase en de nul zijn uitgeschakeld, kunnen andere stroomdraden die in dezelfde leiding lopen ervoor zorgen dat er inductiespanning ontstaat. Als dit zo is, zal de LED lamp alsnog kunnen branden, terwijl de tweepolige schakelaar uitgeschakeld is.
Als de lampen flikkeren, dan heeft u in de meeste gevallen last van lekspanning. Lekspanning ontstaat doordat de stroomleiding van de LED lampen in de buurt loopt van een andere stroomleiding met een hoge spanning. Omdat LED verlichting nauwelijks stroom nodig heeft, stroomt er een lage spanning door deze leiding.
Hoeveel uw sluipverbruik van stroom gemiddeld is, hangt af van het aantal elektronische apparaten die u in huis heeft. Daarnaast heeft niet elk elektronisch apparaat sluipverbruik. Volgens Milieu Centraal zou een huishouden zo'n 450 kWh sluipverbruik aan stroom, gemiddeld per jaar hebben. Dit staat gelijk aan € 221,45.
U kunt de karakteristieke lekstroom bij 50 Hz alleen meten met een stroomtang die voorzien is van een doorlaatfilter met een kleine bandbreedte, die stromen bij andere frequenties verwijdert. Wanneer de belasting aangesloten (ingeschakeld) is, bevat de gemeten lekstroom de lekstroom in belastingsapparatuur.
Als u merkt dat de accu steeds leegraakt zou ik als eerste de lekstroom laten meten. Dat is het stroomverbruik van een auto terwijl het elektrische systeem in rust staat. Normaal gesproken is dat van een auto van deze generatie tussen de 30 en 80 mA (0,04 - 0,08 Ampère).
Een lekstroom kan ontstaan door een beschadiging of een defect in een elektrisch apparaat waardoor onverwachts spanning op het gehele apparaat komt te staan. Hierdoor loopt er stroom weg via de aarde met als gevolg dat er meer stroom ingaat dan dat er uitgaat. Dit geldt alleen voor een geaard apparaat.
Bij een lekstroom:
Je apparaat lekt water in de elektronica (koffiezetapparaat, waterkoker, wasmachine etc.) Elk apparaat heeft een lekstroom. Als deze waarde te groot wordt door defect of doordat heel veel groepen op dezelfde aardlekschakelaar zijn aangesloten, kan deze uit veiligheidsoverweging uitschakelen.
Wanneer u een verkeerde dimmer gebruikt of probeert een niet dimbare LED-lamp te dimmen, dan gaan LED-lampen knipperen. Deze krijgt in dat geval te weinig voeding. Het gevolg is dat hij gaat knipperen. De oplossing is vrij eenvoudig: sluit een dimbare led-lamp aan of probeer de lamp niet meer te dimmen.
Onzichtbaar. De ultraviolette straling is onzichtbaar. Aan de binnenkant van de glaswand van een spaarlamp zit daarom een laagje poeder, waardoor de UV-straling wordt omzet in warm wit licht. Een spaarlamp heeft dus geen gloeidraad die door kan branden.
De bridge bijvoorbeeld gebruikt ongeveer 2 tot 2,5 watt en lampen die uit maar in standby staan zo rond de 0,3 tot 0,4 watt. Heb je tien hue-lampen in huis die niet aanstaan dan gebruiken deze ongeveer 75 Wh (0,075kWh) in een etmaal en daar komt nog zo'n 50 à 60 Wh (0,05kWh) bij voor de bridge.
Oplossing: Indien je led wilt dimmen, dien je dimbare led lampen op een led dimmer aan te sluiten. Hoef je niet persé te dimmen? Dan kun je de led lampen op een normale aan/uitschakelaar aansluiten.
Een LED spot wordt bij (langdurig) gebruik zo'n 30 - 50 graden warm. Dit is een stuk koeler dan bijvoorbeeld een halogeenlamp waarvan de temperatuur tot wel 250 graden kan stijgen.
Deze universele led dimstabilisator voorkomt knipperen (aan/uit) in laagste en hoogste lichtniveau, vermindert fluctuaties (harder/zachter/harder) in ieder lichtniveau, verbetert de dimbaarheid (verder terug dimmen) en voorkomt nagloeien van de led lamp (ondanks dat deze is uitgeschakeld).
Voor een normale gloeilamp wordt als beste compromis een stralingstemperatuur van circa 2500 graden Celsius (2800 kelvin) aangehouden, wat een levensduur geeft van circa 1000 uur. Bij een laagspanningshalogeenlamp wordt een stralingstemperatuur van circa 2900 °C (3200 K) aangehouden.
De vier meest voorkomende oorzaken van brand in huis zijn: Elektrische apparaten. CV-ketel of meterkast. Koken op gas.
De kans dat een huishouden in Nederland dit jaar thuis een brand meemaakt is 1 op 65. Reden voor de Brandweer en de Brandwonden Stichting om Nederlanders brandpreventie- en vluchttips te geven.
Terwijl de risico's eigenlijk alleen maar zijn toegenomen, geeft de gemiddelde MKB'er vreemd genoeg brandpreventie niet altijd de hoogste prioriteit. Uit kostenoverweging, maar ook vanuit gemakzucht.