Vliegtuigen starten en landen in principe tegen de wind in. Hoe meer tegenwind, hoe eerder een vliegtuig van de startbaan opstijgt en hoe minder baanlengte er nodig is. Hetzelfde principe geldt voor de landing van een vliegtuig. Ook dat gebeurt tegen de wind in, zodat een vliegtuig niet met een te hoge snelheid landt.
Hier speelt vooral de windrichting een rol. Bij windkracht 6 kunnen vliegtuigen prima landen zolang ze tegen de wind in landen. Landen van een vliegtuig met zijwind geeft wel problemen al is het mogelijk.
Vliegtuigen moeten altijd tegen de wind in landen en opstijgen. Bij matige wind kunnen ze behoorlijk wat zijwind verdragen, maar zodra het gaat stormen worden die toleranties veel kleiner. Ook bij Eunice is er geen andere mogelijkheid dan pal tegen de wind in te landen of op te stijgen.
Het beste seizoen om te vliegen is de lente! Vorig jaar vonden de minste annuleringen en vertragingen van meer dan drie uur plaats in de maand april. In de lente is het weer beter en is er nog geen grote aantallen passagiers op de vliegvelden zoals in de zomer.
Turbulentie is vervelend voor passagiers maar het vliegtuig zal niet neerstorten. Het grootste gevaar is dat je een flinke smak maakt in het vliegtuig. Daarom moet je je riemen altijd om houden tijdens een turbulente vlucht."
Windkracht 3 of 4 is prima. Om te vliegeren heb je ook ruimte nodig. Vliegeren kan goed op het strand.
Opstijgen is minder gevaarlijk dan landen
80 procent van de vliegtuigongevallen doet zich voor drie minuten na het opstijgen en acht minuten voor het landen.
Bij enorm zware turbulentie kan een toestel beschadigd raken, maar dat is erg ongewoon voor moderne jets van bijvoorbeeld Boeing of Airbus. De meeste toestellen kunnen ook na een blikseminslag gewoon verder vliegen, en zelfs als de aandrijving uitvalt kan een Boeing 777 op 10 kilometer hoogte nog 160 kilometer vliegen.
De vraag "Hoe veilig is vliegen?" kan daarom als volgt worden beantwoord: Reizen per bus en trein is het veiligst, op de voet gevolgd door reizen per vliegtuig. Het is een feit: statistisch gezien is de kans op een ongeval in een vliegtuig ongeveer 1 op 188.364 (2019) en is dus veel kleiner dan in een auto.
Voor vertrek voert de piloot het vertrekpunt en de bestemming in in de 'vluchtcomputer'. De computer weet dan welke 'luchtsnelweg' er genomen moet worden. Dit is het vluchtplan. De piloot geeft dit plan door aan de verkeersleiding en zij beslissen of en wanneer er vertrokken kan worden.
Een doorstart kan worden geïnitieerd door de piloot of door de luchtverkeersleider. In de meeste gevallen is de reden om een doorstart te maken het niet stabiel genoeg vliegen van de eindnadering.
Boven de landingsbaan, vlak voordat de wielen de grond raken, moet de neus van het vliegtuig in de richting van de baan staan. Om ervoor te zorgen dat het vliegtuig niet naast de baan wordt geblazen, rolt de piloot het vliegtuig in de richting van de wind. Hierdoor komt het vliegtuig een beetje schuin te hangen.
Opstijgen (of Starten) is de fase van het vliegen waarin een vliegtuig overgaat van op de grond bewegen naar vliegen in de lucht, meestal op een startbaan. Voor luchtballons, helikopters en sommige speciale VTOL-vliegtuigen is er geen start- en landingsbaan nodig. Opstijgen is het tegenovergestelde van landen.
De luchtvaartmaatschappij mag helemaal niet vliegen in het Europese luchtruim. De luchtvaartmaatschappij krijgt een exploitatieverbod of exploitatiebeperkingen. Dit betekent bijvoorbeeld dat de maatschappij alleen met bepaalde (goedgekeurde) vliegtuigen in het Europese luchtruim mag vliegen.
Kijkend naar het ergste wat kan gebeuren - namelijk dat een vliegtuig neerstort - dan is de kans zo'n 1 op 11 miljoen dat dit je overkomt. Ter vergelijking: de kans dat je omkomt door een fataal auto-ongeluk is 1 op 6.000.
Het is een normale, menselijke reactie die je niet kunt afleren. Je moet alleen leren ermee om te gaan tijdens een normale situatie als vliegen. ' Maar welke angst er ook achter schuilgaat, vliegangst is niets anders dan een buitengewone reactie van het zenuwstelsel op een relatief onschuldige gebeurtenis.
Het beste antwoord. Er storten ongeveer 100 vliegtuigen per jaar neer. Dat is vergelijkbaar met 1 vliegtuig dat neerstort elke 3 of 4 dagen. Dagelijks worden er echter ongeveer 90.000 tot 100.000 vluchten uitgevoerd.
Er zijn slechts twee incidenten geweest waarbij vliegtuigen van de Nederlandse luchtvaartmaatschappij werden beschadigd, hoewel beide vliegtuigen niet onherstelbaar werden beschadigd. In 1997 raakte het toestel van Transavia vlucht 484 beschadigd toen het van Salzburg naar Amsterdam vloog.
Op basis van die data kwamen ze tot de conclusie dat mensen die vooraan in het toestel zitten 49% kans hebben om de crash te overleven. Het zijn met name de passagiers in businessclass die vooraan zitten. Zit je in het vliegtuig net voor of net achter de vleugels, dan stijgt de overlevingskans tot 56%.
Veel mensen hebben vliegangst, terwijl het niet nodig is. Als je in een vliegtuig zit, dan zijn van de 100 mensen 20 bang voor vliegen. Bovendien zijn er ook nog eens heel veel mensen die niet vliegen en die vind je dus niet in het vliegtuig. Vliegangst komt vaak uit iets anders voort.
De beste wind om te vliegeren is wanneer de wind tussen de 6 en 30 kun/u waait. Dus van 2 Beaufort tot 5 Beaufort. Als de wind minder is, hebben de meeste vliegers problemen met vliegen. Als de wind sterker is, wordt het voor de meeste vliegers moeilijk om onder controle te houden.
Als het hard waait kan het vliegeren gevaarlijk zijn voor omstanders; als een vlieger ongecontroleerd naar beneden stort kunnen gevaarlijke situaties ontstaan. Bovendien mag bij het recreatief vliegeren de lijn niet langer zijn dan 100 meter. Voor sommige mensen is vliegeren al lang geen hobby meer.
Als beginner kun je het beste een vlieger met 1 of 2 lijnen kopen. Als je meer ervaring hebt, kun je ook voor een vlieger met meer lijnen kiezen. Meerdere lijnen zorgen ervoor dat je de vlieger nauwkeuriger kunt besturen en figuren en stunts kunt doen.