Leerlingen kunnen tussentijds opstromen naar een hoger niveau of afstromen naar een lager niveau. Hiervoor gelden de regels die de school hier zelf voor heeft opgesteld. Vanaf het derde leerjaar volgen leerlingen een speciaal vakkenpakket. Daardoor wordt het lastiger en meestal onmogelijk om nog te wisselen van niveau.
Het maximaal aantal onvoldoendes bedraagt twee. 2. Daarbij mag het aantal tekorten drie zijn en er mag geen cijfer lager dan 4 zijn 3. Het totaal van de cijfers moet minimaal 78 zijn (dus gemiddeld een 6) 4.
Een leerling gaat over als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: Hij/zij heeft geen tekorten bij de kernvakken en maximaal 3 tekorten bij de andere vakken. Het gemiddelde over alle vakken is 6,0 of hoger. Hij/zij heeft 1 tekort bij de kernvakken en maximaal 2 tekorten bij de andere vakken.
Wat is vmbo-kader? Vmbo-kader is voor leerlingen die het liefst kennis opdoen in de praktijk. Deze leerweg bereidt de leerling voor op de vak- en middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4). Het verschil met de mavo is dat iets minder diep wordt ingegaan op de algemene vakken.
Met een diploma in de kaderberoepsgerichte leerweg kunnen leerlingen naar niveau 3 en 4 van het mbo.
Nee, je mag maximaal 2 vijven OF 1 vijf en 1 vier OF 1 vier hebben op je eindlijst. Met 1 vier en 2 vijven ben je gezakt. M.
Voldoende wil zeggen: 5,5 of hoger.
Conclusie. De kernregel eist dat je voor Nederlands, Engels en Wiskunde ten minste een: 4,5 – 5,5 – 5,5 haalt op je diploma. Deze drie cijfers worden immers naar boven afgerond en daarmee komen je gemiddelde eindcijfers dan uit op een: 5 – 6 – 6.
Kaderberoepsgerichte leerweg
Deze leerweg bereidt je voor op de niveau 3 (vakopleidingen) en de niveau 4 (middenkaderopleidingen) in het mbo.
vmbo beroepsgerichte (kader en basis) en vmbo tl-brugklasleerlingen zitten in één combinatieklas; er is een tweejarige brugperiode, dus pas na twee jaar maak je de keuze voor beroepsgericht (basis of kader) of voor theoretisch (tl); je krijgt cijfers op drie niveaus (basis, kader en tl);
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Na het vmbo gaan veel leerlingen naar het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) om een beroep te leren. Leerlingen die naar het mbo willen moeten zich uiterlijk 1 april aanmelden bij de mbo-opleiding. Dan hebben ze recht op een studiekeuzeadvies. En op toelating tot de opleiding van hun keuze als ze aan de eisen voldoen.
Het belangrijkste verschil tussen basis- en kaderberoepsgericht is het niveau waarop de lesstof wordt aangeboden. Met de basisberoepsgerichte leerweg kun je naar niveau 2 van het mbo. De kaderberoepsgerichte leerweg geeft je toegang tot niveau 3 of 4 van het mbo.
Economie is bijvoorbeeld verplicht bij het profiel Economie & Ondernemen. Wiskunde is verplicht bij het profiel Media, Vormgeving & ICT en Mobiliteit & Transport.
1 t/m 4 betekent geslaagd, 5 betekent niet geslaagd.
Het gemiddelde van al je cijfers op het centraal examen is een 5,5 of hoger (voldoende). Je voldoet aan de kernvakkenregel. Dit houdt in dat je maximaal één 5 als eindcijfer mag staan voor de kernvakken Nederlands, Engels of Wiskunde.
Voor alle leerjaren geldt: een vijf is één tekortpunt; een vier is twee tekortpunten; een drie of lager is drie tekortpunten. Voor het eerste leerjaar geldt dat, alleen wanneer is voldaan aan de overgangsnormen voor het hogere niveau, directe toelating tot deze afdeling gegarandeerd is.
Eindexamenleerlingen mogen het eindcijfer van 1 vak wegstrepen. Dat mag geen kernvak zijn, zoals Nederlands, Engels of wiskunde. Het eindcijfer van het weggestreepte vak telt dus niet mee bij het bepalen van de uitslag, maar blijft wel zichtbaar op de cijferlijst.
Leerlingen konden met een mavodiploma met alle vakken op niveau D doorstromen naar de vierde klas van de havo. Om met een mavodiploma toegelaten te worden tot technische of natuurwetenschappelijke mbo-opleidingen, was het ook verplicht de meeste vakken (en dan vooral de exacte vakken) op D-niveau behaald te hebben.
Voorwaarden mbo-niveau 3
Om dit niveau te volgen, moet je voldoen aan 1 van de volgende voorwaarden: Je hebt een diploma lbo, vbo of vmbo kaderberoepsgerichte leerweg, vmbo theoretische leerweg, mavo, mavo-vbo of vmbo gemengde leerweg. Je hebt een diploma basisberoepsopleiding (niveau 2) of vakopleiding (niveau 3).
VMBO valt uiteen in verschillende niveaus: Basis (het laagste) Kader (hoger dan basis) Gemengd (tussen kader en vmboT) VMBO-T (T is voor theoretisch). Wat nu VMBO-T is was vroeger zo ongeveer de mavo en nu zijn er nog steeds scholen die het MAVO noemen.