Het beste antwoord. Ja, dat kan.
Nonnen moesten alles afzweren
Zo kunnen ze zich richten op religieuze plichten als bidden. Ze mogen ook niets erven. GEHOORZAAMHEID In de eed zweert een aanstaande non dat ze de leiding van het klooster gehoorzaamt en nooit in twijfel trekt.
In het klooster zijn de nonnen vooral met hun geloof bezig. Er wordt een paar keer per dag gezamenlijk gebeden, dit gebeurt in een kerk of tempel. Verder doen de nonnen veel aan yoga en meditatie, om zo in contact te komen met God.
Eigenlijk wel elke dag, en zelfs de hele dag door. Mensen die dat willen gaan weg uit het gewone, drukke leven en gaan met elkaar in een klooster wonen. Een klooster is een groot gebouw waarin gelovigen samen in alle rust en stilte met God, bidden en hun geloof bezig zijn.
Het beste antwoord
Er zullen vast nog wel kloosters zijn waar strenge regels gelden, en waar het misschien een lange weg is, om toe te treden, maar de meeste kloosters zijn tegenwoordig leefgemeenschappen, waar geen strikte regels gelden over toetreding.
Een non-binair persoon is iemand die zich niet thuis voelt in de binaire gendercategorieën man of vrouw en zich beter voelt bij een andere, niet-binaire, genderidentiteit. Dit uit zich soms in de genderexpressie, door mannelijke en vrouwelijke kenmerken te combineren of net te verwerpen.
Na minimaal drie jaar tijdelijke professie kan de broeder aan de abt vragen om plechtige geloften te mogen uitspreken. Hij verbindt zich dan definitief met de gemeenschap, met de plaats, en met de orde van Cîteaux. Deze plechtige, of solemnele professie is niet het eindpunt van het vormingstraject, maar een beginpunt.
Zo heeft bijna elk klooster een eigen winkel waar kaas of andere producten worden verkocht. Ook door het maken van hosties geraken zij aan inkomsten. Natuurlijk wordt een deel van hun inkomsten ook gehaald uit giften.
Bij de laatste telling begin 2019 waren er nog 3800 zusters en monniken. Corona versnelt de daling.
Om in een klooster te mogen leven moeten monniken drie geloften afleggen: gehoorzaamheid, armoede en kuisheid. Om in een klooster te mogen wonen moesten de monniken drie geloftes af leggen. De eerste gelofte was die van de gehoorzaamheid. Pater Johan, aan wie moet u gehoorzaam zijn?
Het habijt is de dagelijkse kledij van monniken en zusters. Monniken dragen meestal een tuniek: een tot de voeten reikend hemd van iets dikkere, grove stof met een hoofdkap, bijeengehouden door een koord of leren riem. Over die tuniek dragen ze een scapulier.
De term 'metten' komt van het Latijnse woord matutinus, wat 'het vroege uur' betekent. De metten werden inderdaad vroeg, namelijk in de vroege ochtend of zelfs nog in de nacht gebeden.
Monniken en nonnen leven vaak in kloosters die behoorlijk afgelegen liggen maar sommige ook niet. Daar brouwen ze soms bier en wijn, verbouwen ze het land, leren ze kinderen lezen en schrijven en bidden ze dagelijks. Vroeger schreven monniken ook boeken over want de boekdrukkunst was nog niet uitgevonden.
Een gemummuficeerde Mongoolse monnik van naar schatting 200 jaar oud is volgens academici niet dood maar 'in een zeer diepe staat van meditatie'. De experts menen dat de monnik in een zeldzame spirituele staat verkeert die 'tukdam' wordt genoemd.
Het begrip non komt voor het eerst voor bij Hiëronymus (4e eeuw) voor Godgewijde mannen (nonni) en vrouwen (nonnae). Alleen voor de laatsten wordt dit woord nog gebezigd, in Nederland doorgaans in de volksmond hoewel zuster er thans meer gebruikelijk is; in Vlaanderen blijft non gebruikelijk in de spreektaal.
Stilte in kloosters
Het klooster is een ruimte van stilte. Er wordt niet gesproken in de gangen. Zwijgen was voor de monnik Benedictus niet alleen de manier om de vele zonden van de tong te vermijden. Het zwijgen had en heeft veel meer een spirituele functie; het confronteert je met je eigen waarheid.
Het Erfgoedcentrum voor Nederlands Kloosterleven is gevestigd in het klooster van Sint Agatha, bij Cuijk. Dit is het oudste nog steeds bewoonde klooster van Nederland, in 1371 gesticht door de paters Kruisheren. Op deze bijzondere plaats is sinds 2006 het Erfgoedcentrum gevestigd.
Een abdij is een geheel van gebouwen dat gebruikt wordt door monniken of nonnen van een kloosterorde, onder leiding van een abt of abdis. Een van de belangrijkste gebouwen in een abdij is het klooster, dat ook los van een abdij kan bestaan en dan onder leiding van een prior of overste staat.
Abdijkaas, paté, confituren, kloosterwijn en abdijbier bereid volgens eeuwenoude kloosterrecepten bleven geliefd, al worden ze nu nog maar zelden in de kloosters zelf bereid. Sommige producten zijn zo ingeburgerd, dat we ze nauwelijks meer met het klooster verbinden.
De monniken werkten op het land, verbouwden groente en tarwe voor het brood en zorgden voor de zieken en de armen. Een belangrijke taak van de monniken in de middeleeuwen was het overschrijven van teksten uit de bijbel. In die tijd konden alleen de monniken lezen en schrijven.
Celibatair leven
Monniken leven celibatair. Het woord monnik is afgeleid van een Grieks woord dat 'eenzaam' of 'alleen' betekent. Stijn heeft dus geen relatie en geen seks. Hij heeft wel een smartphone, eigen geld en hij mag naar buiten.
Alles draait om God
Het dagelijks leven van kloosterlingen staat volledig in het teken van God. Elke dag gaan ze minstens vier of vijf keer naar de kerk en bidden daar het zogenoemde koorgebed. Kloosters zijn in principe niet toegankelijk voor buitenstaanders. Vaak gaat het om grote gebouwen.
Je bent Rooms-Katholiek (of je hebt het verlangen dat te worden). Je bent ongehuwd en ook niet anderszins (financieel) gebonden. Je houdt van het gebed en de liturgie. Je wilt je religieuze leven gestalte geven in een gemeenschap van zusters.
Het kon zowel door een abt als, in de meeste gevallen, door een abdis worden geleid. Een abdij is een mannen- of vrouwenklooster van een contemplatieve (beschouwende) kloosterorde, zoals de benedictijnen, kartuizers, cisterciënzers en norbertijnen. De monniken van deze orden leven volgens een kloosterregel.