Uw gynaecoloog geeft advies bij een stuitligging. Veel vrouwen kunnen zelf kiezen tussen een keizersnede of een vaginale bevalling. Een voorwaarde is wel dat de gynaecoloog die de vaginale bevalling zal begeleiden, het verantwoord vindt.
Als de baby in stuitligging ligt, dan zijn er 2 mogelijkheden: Afwachten: Mogelijk draait de baby nog spontaan naar hoofdligging. Die kans is wel klein als je 36 weken zwanger bent en wordt steeds kleiner. De hoeveelheid vruchtwater neemt dan af en de baby krijgt minder ruimte.
Wat zijn de risico's bij een stuitbevalling? Een stuitbevalling houdt meer risico in voor de baby dan een bevalling in hoofdligging, omdat de navelstreng wat kan worden geklemd en het hoofdje soms niet vlot geboren kan worden. Daardoor kan de baby minder zuurstof krijgen.
Voor het kind is een keizersnede niet beter of slechter dan een vaginale bevalling. Een keizersnede brengt voor de moeder risico's met zich mee, zoals bloedingen, wondinfecties en problemen bij een volgende bevalling. De meeste vrouwen krijgen een ruggenprik. De operatie duurt ongeveer 30-45 minuten.
Vergelijking geplande keizersnede en vaginale stuitbevalling
De keizersnede wordt gepland tussen de 39ste en 40ste week van je zwangerschap. Begint de bevalling voor de geplande datum? Dan wordt de keizersnede op dat moment gedaan.
Voor het kind is het bijna nooit gevaarlijk. Bij minder dan 10% van de kinderen zijn de harttonen na het draaien een tijdje iets langzamer. Daarom controleert de arts of verloskundige ze na afloop nauwkeurig. Heel soms blijven de harttonen anders en moeten we meteen een keizersnede doen.
Hoe voelt indalen? Het is goed mogelijk dat je niks merkt van het indalen van je baby, omdat het geleidelijk aan gebeurt. Soms kan het echter ook resulteren in harde buiken of indalingsweeën. Dat voelt als een trekkende of stekende pijn in je liezen of krampen in je onderbuik.
Bij een ruggenprik maakt u de geboorte van uw baby bewust mee, en al tijdens de operatie kunt u uw baby zien, horen en aanraken. U heeft tijdens de operatie geen pijn; wel voelt u soms dat er getrokken wordt of op de buik geduwd. Een enkele keer reikt de verdoving iets hoger dan alleen uw onderlichaam.
Tijdens het persen zet de gynaecoloog een echoapparaat op de schaamlip, zodat hij kan zien wat de hoek is van het schaambeen van de moeder ten opzichte van het hoofdje van de baby.
Het is wel mogelijk om op natuurlijke wijze te bevallen wanneer je vaginistisch reageert. Lichamelijke klachten: Door het aanspannen van je bekkenbodemspieren kan het zijn dat je lichamelijke klachten krijgt zoals pijn in je onderbuik.
Uitwendige draaiing
Voor die tijd draaien veel kinderen nog uit zichzelf. Na 37 weken is er ook nog kans dat draaien lukt, maar is de draairuimte beperkter. De versie wordt uitgevoerd door een klinisch verloskundige van St. Antonius Geboortezorg die hierin gespecialiseerd is (versiekundige).
Als de baby met het hoofd naar boven ligt (stuitligging) heb je bij een vaginale bevalling een iets hoger risico op problemen met de baby tijdens de geboorte. Je hebt bij een vaginale stuitbevalling ongeveer 50% kans dat het alsnog een keizersnede wordt. Bij een keizersnede zijn er meer risico's voor de moeder.
Vaak worden de eerste bewegingen omschreven als 'belletjes, bubbeltjes of kleine plopjes' of 'zoals je darmen, maar dan toch anders'. Als je je baby eenmaal hebt gevoeld, herken je de bewegingen. Je gaat je baby steeds vaker voelen.
Tot ongeveer 36 weken in de zwangerschap kan uw kind nog zelf draaien. Wanneer dit niet gebeurt, kan er besloten worden om, met hulp van de gynaecoloog, het kind te draaien. Dit gebeurt meestal rond de 36 weken, soms kan dit eerder of later zijn, afhankelijk van uw situatie.
Als een baby in hoofdligging ligt, is er een grotere kans op een natuurlijke bevalling. Voor 36-37 weken zwangerschapsduur draaien veel kinderen zelf nog tot een hoofdligging. De gynaecoloog beoordeelt of u in aanmerking komt voor het draaien van de baby, de zogenaamde “versie”.
De buikwand kan door het duwen een paar dagen gevoelig en pijnlijk zijn. Dat is vervelend, maar kan geen kwaad. Na het draaien is de hartslag van de baby soms wat trager. De kans hierop is 5%.
Waar de pijn vandaan komt weten we wel. De baby verandert van positie in de baarmoeder, waardoor er druk komt te staan op de baarmoedermond. Gecombineerd met een verandering in de hormoonspiegels, veroorzaakt dit een proces dat de baarmoedermond voorbereidt op de geboorte.
Het maakt voor de bevalling niet uit of een kindje al voor, of pas tijdens de weeën indaalt. Het is wel van belang als de vliezen breken. Als het hoofdje níet is ingedaald is er nog ruimte tussen het hoofdje en het bekken en zou er met het breken van de vliezen een navelstreng voor de hoofdje kunnen zakken.
Naast het voelen en benoemen van je ontsluiting kunnen we ook aan de regelmaat van je weeën en aan je houding zien hoe ver je mogelijk bent. Dit is natuurlijk een schatting, maar soms is het helemaal niet nodig om gestructureerd te gaan voelen naar je ontsluiting.
Meestal kun je na ongeveer 2 tot 3 dagen weer naar huis. Vraag hulp bij de verzorging van jouw baby in de eerste week. Doe geen huishoudelijk werk in de eerste 2 weken. Het duurt ongeveer 6 weken voordat je jouw gewone activiteiten weer kunt doen.
Gemiddeld duurt het 6 tot 12 maanden voordat de huid van je buik weer hersteld is en normaal aanvoelt.
Nadelen voor de baby
Bij een keizersnede is er na de geboorte meer vocht in de longen. Dit kan problemen geven. Hoe korter de zwangerschapsduur, hoe groter deze kans. Dat is de reden dat een geplande keizersnede bij voorkeur pas na 39 weken zwangerschapsduur plaatsvindt.
Hoe vaak komt een stuitligging voor? Vroeg in de zwangerschap liggen veel kinderen in stuitligging. Dit neemt naarmate de zwangerschap vordert, af. Omstreeks de uitgerekende datum ligt ongeveer 3% van de kinderen in stuitligging.
De meeste baby's draaien spontaan met het hoofd naar beneden voor de 34ste zwangerschapsweek. Daarna daalt de kans dat de baby uit zichzelf draait aanzienlijk, zeker als het je eerste kind is.
Naarmate de zwangerschapsduur vordert, neemt de hoeveelheid vruchtwater af, wordt de baby groter en het draaien dus moeilijker. Als de moederkoek op de voorwand van de baarmoeder ligt is het moeilijker om het kind te kunnen vasthouden bij het draaien.