De school moet schriftelijk motiveren waarom u een B-attest krijgt. Wilt u toch het leerjaar overdoen, dan moet de delibererende klassenraad hiermee akkoord gaan. Kreeg u een B-attest met uitgebreide clausulering dan mag u altijd overzitten als u dat wil.
Ook met een B-attest kan je blijven zitten wanneer de klassenraad een gunstig advies geeft. Bij een ongunstig advies van de klassenraad moet je overstappen naar het hogere leerjaar.
Een B-attest betekent dat je geslaagd bent, maar voor 1 of meer vakken minder goede resultaten haalde. De klassenraad beslist dat je uitgesloten wordt van 1 of meer studierichtingen/basisopties. De school moet schriftelijk motiveren waarom je een B-attest krijgt.
B-attest. De jongere krijgt een B-attest als hij geslaagd is maar voor 1 of meer vakken minder goede resultaten behaalde. De klassenraad beslist voor welke studierichtingen/basisopties de jonger wordt uitgesloten. De klassenraad moet schriftelijk motiveren waarom de jongere een B-attest krijgt.
Leerkrachten zouden vaker kleinere toetsen moeten geven, zo onthoud je de dingen beter. Blijven zitten demotiveert en helpt leerlingen niet. Blijven zitten voor maar 1 vak is al helemaal belachelijk! Toetsen moeten ook gaan over relevante leerstof en hoeven niet te bulken van de instinkers.
Je kunt starten in het 2de leerjaar van de 2de graad (4 BSO) als je ofwel: geslaagd bent in het 1ste leerjaar van de 2de graad (3 ASO, TSO, KSO, BSO). Je beschikt dus over een oriënteringsattest A of B. Ingeval van een B-attest word je niet toegelaten tot bepaalde studierichtingen.
Bij elke studierichting heb je A-vakken en B-vakken. De A-vakken maken de kern uit van je studierichting. Voor deze vakken moet je altijd slagen. Voor B-vakken mag je wel enkele onvoldoendes hebben.
Na het ontvangen van het B- of C- attest moet u, binnen de termijn*, een persoonlijk gesprek vragen met de directeur of zijn afgevaardigde. naar de voorzitter van de beroeps- commissie* met vermelding van het beroep en de motivatie ervan. Dit gebeurt best via aangetekend schrijven. klacht.
Wat kan ik doen tegen mijn C-attest? Wanneer je als leerling in het secundair onderwijs een C-attest krijgt, mag je niet overgaan naar een volgend jaar. Een C-attest kan men echter niet zomaar toekennen. Een paar tekorten volstaan niet.
Nee, dat kan niet.
In het vijfde jaar middelbaar is een B-attest en dus een heroriëntering naar een andere richting niet meer mogelijk voor leerlingen die niet slagen voor een vak. In uitzonderlijke gevallen kan de klassenraad beslissen om een herexamen te organiseren, maar al jaren zijn de scholen de herexamens aan het afbouwen.
U bent geslaagd en mag overgaan naar het volgend leerjaar. U kunt vrij kiezen welke studierichting/basisoptie u wilt volgen. U moet wel aan de toelatingsvoorwaarden voor die richting voldoen.
Cijfers zittenblijven primair en voortgezet onderwijs
2019: bijna zes procent van de leerlingen in het voortgezet onderwijs blijft zitten (Bron: Onderwijs in Cijfers); 2020: ruim drie procent van de leerlingen in het voortgezet onderwijs blijft zitten (Bron: Onderwijs in Cijfers).
Overstappen van 1A naar 1B, van 2A naar 2B, van 2B naar 2A of veranderen van basisoptie kan gedurende het hele schooljaar maar enkel na akkoord van de toelatingsklassenraad. In de tweede en derde graad kan men veranderen van studierichting tot en met 15 januari.
In het schoolreglement van de meeste scholen staat dat leerlingen: maximaal 1 keer mogen blijven zitten in dezelfde klas; 1 keer mogen zakken voor het examen; of 2 keer mogen blijven zitten in verschillende klassen.
Je kind kan naar het 1ste leerjaar B. Daar krijgt het meer onderwijs op maat, zodat het bepaalde vaardigheden of kennis beter onder de knie krijgt. Na een geslaagd 1ste leerjaar B kan het nog naar het 1ste leerjaar A gaan, of - met een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad - naar het 2de leerjaar A.
Het kan zijn dat je sommige basisopties niet mag kiezen. Je mag verder, maar niet in alle richtingen. Stel dat je liever het leerjaar overdoet om geen richtingen uit te sluiten, dan heb je daarvoor het advies van je CLB nodig en een akkoord van de klassenraad. Met een C-attest moet je je leerjaar overdoen.
Bij B-vakken is er na een buis kans op deliberatie. Zo kan je met minder dan 50% toch slagen voor die vakken. Tel het aantal B-vakken in je studierichting. Dat aantal bepaalt hoeveel buispunten je hebt.
SO: Eerste graad
De 1e graad bestaat uit 2 leerjaren: 1A en 1B. Je start automatisch in 1A als je je getuigschrift basisonderwijs hebt behaald. Je start automatisch in 1B als je dit getuigschrift niet hebt behaald. Je bouwt verder op wat je geleerd hebt in de lagere school.
Nog niet akkoord? Bel snel de school of ga langs en laat weten niet akkoord te zijn met het attest. Doe dit ook nog eens schriftelijk (per mail/brief) voor de zekerheid, zo heb je een bewijs op papier. Vraag een afspraak met de voorzitter van de klassenraad (meestal is dit de directeur).
Het diploma dat je behaalt, is een volwaardig diploma secundair onderwijs op. Dit diploma verschilt op geen enkele manier van het diploma dat op school wordt behaald op het einde van 6 aso/tso/kso of 7 bso. Beginnen aan hoger onderwijs zonder diploma secundair? Het kan als je (minstens) 18 bent of 18 wordt voor 31/12.
Als u niet geslaagd bent voor een vak, dan kunt u (als u nog een examenbeurt over hebt voor dat vak) het examen opnieuw afleggen. U moet het examen opnieuw afleggen binnen de 4 maanden. U krijgt 3 examenbeurten per vak per jaar.
Integendeel, de middenjury is moeilijk, dat leren de ervaringen van de studenten. Sommige studenten proberen namelijk opnieuw en opnieuw, en zijn soms even lang bezig met hun ASO of TSO diploma te behalen via de middenjury als het via het reguliere onderwijs zou duren.
De meest gangbare optie is om het examenjaar opnieuw te doen. Het jaar daarop zal je dan weer het volledige centraal examen doen. Je kan er ook voor kiezen om alleen de vakken waar je voor bent gezakt opnieuw te halen via het staatsexamen.
Zittenblijven kost de schatkist jaarlijks circa 500 miljoen euro, ofwel 3% van de uitgaven aan het PO en VO. Daarnaast zijn er indirecte kosten. Doordat zittenblijvende leerlingen later de arbeidsmarkt betreden, missen zij inkomen. Hierdoor derft de overheid ook belasting- en premie-inkomsten.