Heb je twee 5'en, dan moet de rest een 6 of hoger zijn, inclusief twee compensatiepunten om te slagen. Heb je één 5 en één 4, dan moet je minimaal drie compensatiepunten halen, en de rest moet 6 of hoger zijn. Met een 3 op je eindlijst ben je sowieso gezakt.
Je mag twee keer een 5 hebben of één 5 en één 4, maar dan moeten al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 zijn. Let op dat geen enkel eindcijfer (afgerond) lager mag zijn dan een 4.
Je slaagt voor het eindexamen vwo wanneer je gemiddeld een voldoende haalt voor alle vakken van het centraal examen. Ook mag je maximaal één 5 als eindcijfer halen voor één van de kernvakken. Daarnaast mag je voor hooguit 2 vakken een onvoldoende als eindcijfer hebben.
Conclusie. De kernregel eist dat je voor Nederlands, Engels en Wiskunde ten minste een: 4,5 – 5,5 – 5,5 haalt op je diploma. Deze drie cijfers worden immers naar boven afgerond en daarmee komen je gemiddelde eindcijfers dan uit op een: 5 – 6 – 6.
Voldoende wil zeggen: 5,5 of hoger.
In totaal kan een kandidaat voor het Wft-examen Basis dus 62 punten behalen. dan exact 68% (bijvoorbeeld 67,99%) van de punten, dan is het cijfer lager dan 5,5 en wordt het afgerond naar een 5 (gezakt).
Daarbij geldt de regel: 5,5 en alles wat daarboven ligt is voldoende; alles onder 5,5 is onvoldoende.
Zakken voor de havo of het vwo
De meest gangbare optie is om het examenjaar opnieuw te doen. Het jaar daarop zal je dan weer het volledige centraal examen doen. Je kan er ook voor kiezen om alleen de vakken waar je voor bent gezakt opnieuw te halen via het staatsexamen.
er zijn maximaal 3 tekortpunten toegestaan. maximaal eenmaal het cijfer 5 in de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde. alle tekortpunten dienen te worden gecompenseerd.
Examenopgaven variëren in lengte, vraagvorm en ook in het gevraagde vaardigheids- of kennisniveau. In elk examen worden zowel moeilijke als gemakkelijke vragen opgenomen. Bepaalde vragen kunnen als moeilijk worden ervaren, maar dragen er ook toe bij dat goede kandidaten zich kunnen onderscheiden.
Eindexamenleerlingen mogen het eindcijfer van 1 vak wegstrepen. Dat mag geen kernvak zijn, zoals Nederlands, Engels of wiskunde. Het eindcijfer van het weggestreepte vak telt dus niet mee bij het bepalen van de uitslag, maar blijft wel zichtbaar op de cijferlijst.
Je CE-gemiddelde (dus al je CE cijfers bij elkaar gedeeld door het aantal examens) moet minimaal een 5,5 zijn. Met een 5,49 ben je gezakt. Verder moet je Nederlands eindcijfer een 5 of hoger zijn. Als je wiskunde eindcijfer een onvoldoende is, moet je compensatiepunten hebben.
Voor de meeste scholieren niet, al komen hierdoor natuurlijk wel meer leerlingen in de gevarenzone. Dat levert meer herkansers en ook meer zakkers op. Want helaas: ook het aantal geslaagden op havo en vwo is de laatste vijf jaren gedaald: van 93% naar 89% op het vwo en van 89% naar 85% op de havo. Waarom die daling?
Examens doorschuiven
En doe dat op tijd, want anders bepaalt je school wanneer jij welke examens maakt. Een weekje later, op uiterlijk vrijdag 29 april, hoor je van je school welke examens je wanneer moet maken.
Het SE-cijfer van een vak mét CE is een getal met één decimaal. Het CE-cijfer van een vak is een getal met één decimaal (zelfs als er geen SE is).
Samengevat zijn de opties als volgt: Het hele jaar overdoen: alle vakken opnieuw volgen en het examen opnieuw maken. Dit kan op een middelbare school, bij het vavo of op een privéschool. Deelcertificaten halen: het examen opnieuw maken voor de vakken die je onvoldoende hebt afgesloten.
Een leerling zonder vmbo-diploma is wettelijk niet toelaatbaar op mbo 2, 3 of 4. Bij hoge uitzondering kan echter besloten worden dat een leerling van het vmbo toch toelaatbaar is.
Ben je twee keer achter elkaar gezakt voor je eindexamen op de middelbare school? Dan beslist de school wat er gaat gebeuren. Soms wordt besloten dat het beter is om naar een andere school te gaan. De wet verbindt in elk geval geen consequenties aan zo'n situatie, dus het is niet verplicht dat je van school af moet.
'Een 5,5 staat voor een score die hoortbij iemand die ten minste 50% van het getoetste niveau, en wat daarin beschreven staat, goed doet. Onder de 5,5 zitten scoorders bij wie de kans groter is dat ze het niveau niet beheersen.
Op veel basisscholen is echter een rapportage in letters of woorden gebruikelijk, zoals o (onvoldoende), m (matig), v (voldoende), rv (ruim voldoende) en g (goed).