Blootstelling aan straling en gevaarlijke stoffen (zoals sigarettenrook) Een ongezonde leefstijl (roken, onbeschermd zonnen, slechte voeding) Virus: sommige soorten kanker worden veroorzaakt door een virus dat het DNA beschadigt. Baarmoederhalskanker is daarvan een voorbeeld.
Roken en kanker
Roken is veruit de grootste beïnvloedbare risicofactor voor kanker. Maar liefst 28% van de kankersterfte en 19% van de jaarlijks nieuwe gevallen van kanker zijn gerelateerd aan tabak. In Nederland overlijden elk jaar ongeveer 20.000 mensen aan de gevolgen van roken.
Wetenschappers van de universiteit van Berkeley en het Lawrence Berkeley National laboratorium hebben ontdekt dat druk uitoefenen op kwaadaardige cellen in de borst ervoor kan zorgen dat ze zich weer normaler gaan gedragen.
Wie regelmatig blootstaat aan röntgenstraling, radioactieve straling, uv-straling en stoffen die de gezondheid schaden (bijv. tabaksrook, radon, hormoonverstorende stoffen, bepaalde chemische stoffen, asbest, fijn stof, houtstof …) loopt een verhoogd risico op bepaalde types kanker.
Bij ongeveer 5% van de mensen met kanker is de aanleg voor de ziekte erfelijk. Aanleg betekent dat er sprake is van een verandering (mutatie) in het DNA. Een Erfelijke aanleg kan van ouder op kind worden doorgegeven. Gelukkig krijgt niet iedereen met een erfelijke aanleg voor kanker ook altijd zelf kanker.
Ongeveer 1 op de 3 mannen en 1 op de 4 vrouwen krijgen kanker voor hun 75ste. Kanker treft vooral ouderen: 69 % van de vrouwen en 80 % van de mannen zijn 60 jaar of ouder bij de diagnose. Minder dan één procent van alle kankers doet zich voor op kinder- of adolescentenleeftijd (van 0 tot 19 jaar).
Wie genoeg beweegt, gezond en gevarieerd eet, een normaal gewicht heeft, niet rookt, weinig alcohol drinkt en met mate in de zon zit, verkleint het risico op het krijgen van kanker. Een gezonde leefstijl is in relatie tot kanker van grote betekenis.
Het woord "kanker" is afgeleid van het Latijnse woord "cancer", dat "kanker, kankergezwel" betekende. Deze naam is waarschijnlijk bedacht door Hippocrates rond 400 voor Christus. Hij gebruikte "cancer" als leenvertaling voor het Griekse woord 'karkínos', dat oorspronkelijk "krab" betekende..
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Bewegen verkleint je kans op kanker
Ongeveer 2% van de kankersterfte en ongeveer 2% van de nieuwe kankergevallen is te wijten aan onvoldoende beweging. Voldoende beweging kan het risico op kanker zowel indirect (het effect op een gezond gewicht) als direct verkleinen.
Als je klachten hebt die door leverkanker kunnen komen, verwijst de huisarts je naar het ziekenhuis. Hier krijg je meestal een CT-scan of MRI-scan van je bovenbuik. Heb je geelzucht, dan krijg je eerst een echografie. Vaak doet de arts ook een fibroscan om de conditie van je lever te bepalen.
Soms is er een bepaalde combinatie van soorten kanker in een familie. Dat kan bijvoorbeeld bij een erfelijk (tumor)syndroom. Hierbij kunnen ook goedaardige tumoren ontstaan. Bij een erfelijke aanleg voor kanker komt de kanker vaak ook op jongere leeftijd dan niet-erfelijke kanker.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
Sarcomen of ook wel wekedelentumoren genoemd, zijn kwaadaardige tumoren in de weke delen van het lichaam. Deze kankervormen kunnen bijvoorbeeld voorkomen in spieren, zenuwen, vet, bloedvaten, kraakbeen, bot en het weefsel tussen organen.
Kanker en de behandeling van kanker vraagt veel van je lichaam. Vaak gaat je uithoudingsvermogen achteruit, neemt je spierkracht af en ben je erg moe. Ook psychisch kan het zwaar zijn. Het lijkt misschien logisch om veel rust te nemen tijdens of na de behandeling, maar bewegen is óók goed voor je lichaam en geest.
Chemotherapie heeft invloed op je spiercellen. Door een behandeling met chemotherapie kun je stijver worden en je minder sterk voelen. Ook kost chemotherapie veel energie. Misschien voelt het logisch om veel rust te houden als je je niet fit voelt.
Het hangt onder andere af van je conditie vóór de behandeling, van je leeftijd en of je nog andere ziekten hebt. Ook speelt mee welk soort chemotherapie je krijgt. De ene chemokuur is zwaarder dan de andere chemokuur. Bespreek met je arts of verpleegkundige wat je kunt verwachten.
Patiënten met uitzaaiingen hebben meestal een kortere levensverwachting dan patiënten bij wie (nog) geen uitzaaiingen zijn gevonden. Meestal is bij uitgezaaide kanker genezing niet meer mogelijk.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
Mensen hebben niet door wat de impact is van schelden met kanker.” Om te wijzen op de pijn die verbaal geweld teweegbrengt, gaan we terugslaan. Dit kan je zelf doen door niet (meer) te schelden met kanker en er iets van te zeggen.