Bij vriezend weer kan het voorkomen dat de bedieningskabels vastvriezen in de buitenkabels. Dit komt doordat de waterafdichgtings rubbers dusdanig versleten zijn zodat er water kan in sijpelen. Als er dan natte sneeuw of regen valt, gevolg door vorst kunnen de bedieningskabels van de handrem bevriezen.
De meeste auto's met handremknopje hebben de elektrische motor die de rem aantrekt direct op de klauw zitten. En anders hebben ze slechts een korte kabel. De kans dat deze delen vastvriezen, is minimaal. Gebeurt het wel, start dan je motor en wacht tot de boel is opgewarmd.
Houd de sleutel vast tot de auto aan staat. Het rempedaal voel je naar beneden zakken. Schakel naar de 1ste versnelling. Haal de handrem er af.
De werking van het handremknopje is eigenlijk heel logisch. Net als bij een ouderwetse handrem, trek je de moderne parkeerrem aan door het knopje omhoog te trekken. Door het knopje omlaag te drukken, gaat de elektrische handrem los. Bij veel auto's gaat de handrem automatisch los als je probeert weg te rijden.
Trillingen en hitte
Een andere manier om je vastgevroren handrem los te krijgen is door je auto een dag te laten staan. Doe de vastgevroren handrem los en zet je auto in de eerste versnelling. Met een beetje geluk zal de vastgevroren handrem de volgende dag weer los zijn.
Iedereen heeft ooit wel eens met de handrem gereden. Dat is op zich niet echt een ramp, maar het kost wel geld. Ten eerste verbruikt de auto opmerkelijk meer brandstof en ten tweede veroorzaakt het rijden met de handrem erop slijtage aan de remschoenen.
Eerst gas loslaten (dus afremmen op de motor), daarna remmen met de voetrem (remsysteem) en niet voor de 1000 toeren de koppeling in te trappen. Wanneer je stationair rijdt (is iets onder de 1000 toeren) mag wel eerst ontkoppeld worden en daarna worden geremd.
Optrekken zonder koppeling is bijzonder eenvoudig. Zorg dat de motor niet draait en zet de bak in z'n eerste versnelling. Kijk of de weg vóór je vrij is en start de motor (de koppeling hoef je dus niet in te drukken). De auto zal op de startmotor in beweging komen en de verbrandingsmotor zal de beweging overnemen.
Parkeer je ergens voor een langere tijd, dan doe je er goed aan om die handrem niet op te trekken. Je zet de auto dan beter in eerste versnelling. Bij streng winterweer kunnen namelijk de handremkabels bevriezen. Dat geeft problemen wanneer je weer wil vertrekken.
Er kan altijd lucht weglekken langs de zuigerveren en kleppen. Op een helling parkeren in de versnelling is dus niet verstandig. Altijd de handrem gebruiken (en een extra klikje aantrekken). Als je de auto in de 1e versnelling nog kan wegduwen dan lekt er wel heel veel lucht langs de kleppen of zuigers.
Parkeerstand – P
Kies stand P wanneer de auto geparkeerd staat of als de motor moet worden gestart. De auto moet stilstaan, wanneer u de parkeerstand kiest. Om vanuit de parkeerstand een andere schakelstand te kunnen kiezen, moet u in contactslotstand II het rempedaal bedienen.
Het is raadzaam om het koppelingspedaal alleen kort in te trappen wanneer dit echt nodig is. Het aanraken of licht intrappen van het pedaal leidt al tot hogere slijtage en een kortere levensduur.
Wanneer zet je een automaat in neutraal? De N-stand gebruik je als je in de file staat of ergens geparkeerd staat en de motor wilt laten draaien. Gebruik hem nooit wanneer je aan het rijden bent!
''Gebruik altijd de parkeerrem bij parkeren op een hellende ondergrond - de P-stand van de automatische versnellingsbak is niet voldoende om de auto in alle situaties vast te houden''. U zou dus kunnen kiezen voor P en de handrem. Wielblokken lijkt me dan overbodig. Met de neus omhoog of omlaag maakt niet uit.
Trap de koppeling in. Een van de dingen die je wél kunt doen tijdens een slippartij is de koppeling intrappen. Daarmee gaan je wielen vrij bewegen en kun je door rustig bij te sturen je auto weer uit de slip krijgen.
Met koppeling ingetrapt, heeft de startmotor het wat gemakkelijker (kan vooral helpen als je accu wat minder is/wordt) > Je kunt langer 'doorstarten' als je de koppeling intrapt bij het starten waardoor de kans dat de auto aanslaat voordat de accu het niet meer trekt groter is.
Je moet eerst je koppeling omhooghalen tot je het aangrijpingspunt voelt. Het aangrijpingspunt is het punt waar je koppeling begint te pakken. Als je dat voelt, hou je je voet aan het koppelingspedaal in dezelfde positie stil en kun je de rem (of handrem) loslaten.
Van 5e naar 2e is quasi onmogelijk om foutloos te schakelen, behalve als je hard remt en stevig tussengas geeft.
Als je gaat remmen op het moment dat je de bocht ingaat, kun je de controle verliezen, omdat de banden geen grip houden op de weg.
Bij het nemen van de bocht met de koppeling ingedrukt zal je snelheid veel lager zijn, terwijl je als je niet de koppeling indrukt de motor stationair de snelheid blijft aanhouden. Wat misschien ook is, is dat je stuurtechniek niet snel genoeg is om de bocht aan die snelheid te nemen.
Remschoenen werken hetzelfde als remblokken er wordt remvoering tegen een remschijf of remtrommel aangedrukt wat frictie veroorzaakt. De remschoensets worden alleen aan de achterzijde van de auto gebruikt en slijten niet erg snel waardoor deze niet vaak vervangen worden.
Parkeren • Zet de hendel (aan de rechterkant aan het stuurwiel) in de “P”-stand (knopje aan het uiteinde van de hendel), gebruik eventueel de handrem door het indrukken van de parkeerrem (links naast het stuurwiel in het dashboard) en verwijder de contactsleutel. 1. Pak de laadkabel uit de Vito.
Het is verstandig om zo min mogelijk met ingetrapte koppeling te rijden. Niet alleen omdat dit leidt tot slijtage aan je koppeling, maar ook omdat het gevaarlijk kan zijn, zeker in de bochten. Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld. Dat kost energie en dus ook brandstof.
Houd het koppelingspedaal even vast bij het aangrijpingspunt 2 á 3 seconden is genoeg. Zo kom je geleidelijk op gang zonder schokken of afslaan van de motor. Doe dit ook na het overschakelen vang de koppeling op.