Vrouwen met een kortere cyclus (21 – 27 dagen) krijgen hun eisprong eerder (vanaf dag 10), vrouwen met een langere cyclus (29 – 35 dagen) krijgen hun eisprong later dan gemiddeld, te rekenen vanaf de eerste dag van de menstruele cyclus.
Als je menstruatie cyclus langer is dan 35 dagen of korter dan 21 dagen, is de kans groot dat je niet ovuleert. Officieel heet dit een 'anovulatoire cyclus'. Je hebt dan wel een bloeding, maar geen eisprong gehad. Maar juist die eisprong is nogal belangrijk voor je vruchtbaarheid, dat kun je zelf ook wel bedenken.
Meestal is de eisprong 2 weken voor de menstruatie. In de periode vóór de ovulatie tot en met de dag van de ovulatie kun je het best om de dag vrijen. Bij een cyclus van 28 dagen gaat het om de dagen 10 tot en met 15 na het begin van de laatste menstruatie. De 3 dagen rond de eisprong ben je het vruchtbaarst.
De 12e, 13e en 14e dag zijn dan de meest vruchtbare dagen. Maar, de meeste vrouwen hebben helemaal geen regelmatige cyclus. En ook al ben je nog zo constant, het kan zomaar eens gebeuren dat de eisprong een keer eerder of later plaatsvindt.
Wanneer eisprong
Bij een regelmatige cyclus is het bijna zeker dat je elke maand een eisprong hebt. Een regelmatige cyclus duurt ongeveer 28 dagen. Je ovulatie gebeurt meestal halverwege je menstruatiecyclus. Bij een regelmatige cyclus is dit tussen de 12 en 16 dagen voordat je volgende menstruatie begint.
Let wel op: op het ogenblik dat je temperatuur stijgt, is je eisprong reeds voorbij! Normaal gezien blijft je temperatuur nu hoog tot aan je volgende menstruatie. Blijft je menstruatie een week uit en blijft je temperatuur al die tijd hoog dan ben je heel waarschijnlijk zwanger.
Nee, je moet vrijen op de dagen voorafgaand aan en rond de tijd dat je ovuleert. Je vruchtbaarste dagen zijn de dag van de ovulatie en de dag ervoor. Na de ovulatie overleeft de eicel slechts 24 uur als deze niet is bevrucht.
Hoe ontstaat een onregelmatige cyclus? De menstruatiecyclus is een nauw samenspel tussen de eierstokken en de hypofyse, een hormoonklier in de hersenen. Als deze balans verstoord is, kunt u een onregelmatige cyclus krijgen en kan de eisprong uitblijven. Dit heet ook wel een ovulatiestoornis.
De ovulatie vindt normaal gesproken 12-16 dagen vóór de volgende menstruatie plaats. Veel vrouwen denken dat ze op dag 14 ovuleren, maar dit is slechts een gemiddelde. De meeste vrouwen ovuleren op een andere dag in de menstruatiecyclus, en dit varieert ook van cyclus tot cyclus.
Een manier om je ovulatie te achterhalen is door een ovulatietest te gebruiken. Vlak voordat je ovuleert, maakt je lichaam een hele stoot Luteïniserend Hormoon (LH) aan. Het LH hormoon stimuleert namelijk de eisprong.
Rond de tijd dat je ovuleert is afscheiding meestal doorzichtig en iets dikker, bijna als rauw eiwit. Ook kan het iets meer dan gewoonlijk zijn. Wanneer de luteale fase, na je ovulatie begint, zou de hoeveelheid afscheiding moeten afnemen. Je zult merken dat het dan iets droger, plakkeriger en romiger wordt.
De kwaliteit van eicellen neemt af
Zo heb je tussen je 25 en 30 jaar een kans van 14-19/10.000 en tussen je 41-45 jaar een kans van 200-615/10.000 op een kindje met trisomie 21. Op je 40e jaar is gemiddeld nog maar 1 op de 10 eicellen goed genoeg om daar nog zwanger mee te worden.
Testen: Als een vrouw dagelijks haar basale lichaamstemperatuur bijhoudt en er treedt geen lichte verhoging op in het midden van de cyclus, dan kan dit erop wijzen dat zij geen eisprong heeft. Als er geen elastisch baarmoederhalsslijm is, dan kan dat ook wijzen op het uitblijven van de eisprong.
Week 1 na de eisprong:
Tijdens het vroegste deel van de luteale fase, zal de vrouw geen zwangerschapssymptomen ervaren. Pas wanneer een bevruchte eicel de baarmoeder bereikt en zich innestelt in de baarmoederwand, kan de vrouw zwangerschapssymptomen beginnen te ervaren.
Lichamelijke veranderingen, zoals een onregelmatige menstruatie of geen menstruatie, buikpijn, chronische acne en gewichtstoename, kunnen op een probleem wijzen. Door deze eventuele symptomen aan uw arts te melden, kunt u hem helpen om een preciezere diagnose te stellen.
Vertraagde conceptie is het onvermogen van een vrouw om binnen een jaar een klinische zwangerschap te bereiken zonder het gebruik van anticonceptie of enige voorzorgsmaatregel . De vrouwen in de vruchtbare leeftijd (20-49 jaar) zijn de slachtoffers, dat wil zeggen, ongeveer 1,5 miljoen of 10% van de koppels wereldwijd hebben met dit probleem te maken.
De eisprong vindt plaats 14 dagen voor het begin van de volgende menstruatie, ongeacht hoe lang het eerste deel van je cyclus is. Bijvoorbeeld: heb jij een cyclus van 28 dagen, dan is de eisprong op dag 14. En bij een cyclus van 30 dagen, is de eisprong op dag 16.
Een eitje overleeft 48 uur na de eisprong. Een zaadcel overleeft maximaal 5 dagen. De dagen waarin je dus het meest vruchtbaar bent, is 5 dagen voor tot 2 dagen na de eisprong. Hoe dichter op de eisprong, hoe groter de kans is.
Met behulp van vaginale echoscopie kan de gynaecoloog zien of de eisprong nabij is. Dit wordt bepaald aan de hand van de grootte van de eiblaasjes (follikels). Afhankelijk van de bevindingen tijdens de echoscopie wordt deze herhaald tot de eisprong heeft plaatsgevonden.
Late ovulatie en zwangerschapssucces
Hoewel het niet onmogelijk is om zwanger te worden met een late ovulatie , is het de moeite waard om op te merken dat de kwaliteit van de eicellen in deze gevallen lager kan zijn. Dit kan het implantatieproces verstoren. Het kan ook stress veroorzaken rondom het volgen en plannen, wat weer andere problemen kan veroorzaken om zwanger te worden.
1. Cycluslengtes variëren van vrouw tot vrouw en van cyclus tot cyclus: het is zelfs zo dat bijna 52% van de menstruatiecycli 5 dagen of meer afwijkt1. 2. Het moment van de ovulatie kan met enkele dagen variëren, zelfs in regelmatige cycli.
Probeer op een ontspannen manier met de zwangerschapswens om te gaan. Geniet van elkaar, ga seks niet alleen zien als een middel om zwanger te worden, maar blijf er ook van genieten. Trouwens, 's ochtends bevat het sperma meer zaadcellen.
Heb je besloten dat je zwanger wilt worden? Dan is het advies om elke dag 400 microgram foliumzuur in te nemen. Foliumzuur is belangrijk voor de aanleg van het zenuwstelsel van de baby. Het verkleint het risico op een open rug, een gespleten lip, kaak of gehemelte (schisis), vroeggeboorte en een laag geboortegewicht.
We raden aan om sowieso twee keer gemeenschap te hebben rondom je positieve ovulatietest. Voorbeeld: de dag van de positieve ovulatietest en 24-36u later nog eens. Als je ziet dat de teststreep oploopt, kun je een tot twee dagen voor de te verwachten positieve test ook gemeenschap hebben. Zo spreid je je kansen.