U kunt een grafiek maken in Excel, Word en PowerPoint. De grafiekgegevens worden echter ingevoerd en opgeslagen in een Excel-werkblad. Als u een grafiek invoegt in Word of PowerPoint, wordt een nieuw blad geopend in Excel.
Als u complexe gegevens en gegevensrelaties inzichtelijker wilt maken, kunt u een grafiek maken om de gegevens te visualiseren. Selecteer de positie in het document waar u de grafiek wilt invoegen. Selecteer Invoegen > Grafiek. Selecteer het gewenste type grafiek en klik op OK.
In het dialoogvenster Grafiek invoegen klikt u op Kolom, kiest u de gewenste optie voor een kolomdiagram en klikt u op OK. In Excel wordt een gesplitst venster geopend, met voorbeeldgegevens in een werkblad. Vervang deze voorbeeldgegevens door uw eigen gegevens.
Klik op het tabblad Grafiekontwerp onder Grafiektype wijzigen en klik vervolgens op de 2D-grafiek die u aan de bestaande grafiek wilt toevoegen. Opmerking: Voor het combineren van grafieken hebt u meer dan één gegevensreeks nodig.
Een grafiek maken van een draaitabel
Selecteer Invoegen en kies Draaigrafiek. Selecteer een grafiek. Selecteer OK.
Klik op het tabblad Invoegen en klik vervolgens op Lijn- of gebiedsdiagram invoegen. Klik op Lijn met gegevensmarkeringen. Klik op grafiekgebied van de grafiek om de tabbladen Ontwerpenen opmaken weer te geven. Klik op het tabblad Ontwerpen en klik vervolgens op de grafiekstijl die u wilt gebruiken.
Selecteer de plaats waar u een tabel wilt toevoegen. Selecteer Invoegen > Tabel. Beweeg de aanwijzer boven de vakken in het raster totdat het gewenste aantal rijen en kolommen is geselecteerd. Selecteer de vakken om de tabel in te voegen.
Gestapeld lijndiagram met of zonder markeringen In dit grafiektype worden trends zichtbaar in de loop van de tijd of voor categorieën in een bepaalde volgorde. Dit type is vooral geschikt als er veel gegevenspunten zijn en als de volgorde waarin deze gegevenspunten worden weergegeven, belangrijk is.
Open de Excel-werkmap die de grafiek bevat. Selecteer de grafiek en selecteer vervolgens Start > Kopiëren.
Als u een grafiek wilt kopiëren naar een ander werkblad in dezelfde of een andere werkmap, klikt u met de rechtermuisknop op de grafiek en vervolgens op kopiëren.
Van grafiek naar formule
De lijn gaat door een gegeven punt van de y-as en een ander punt. Omdat nu het snijpunt op de y-as gegeven is, weet je het getal b in de formule: y = ax + b. Met behulp van het andere gegeven punt van de lijn kun je nu de richting van de lijn bepalen (de richtingscoëfficiënt).
Ga op het tabblad Opties voor reeks naar Reeks tekenen op en klik achtereenvolgens op Secundaire as en Sluiten. Er wordt een secundaire verticale as weergegeven in de grafiek. Ga als volgt te werk om de weergave van de secundaire verticale as te wijzigen: Klik op het tabblad Indeling in de groep Assen op Assen.
Als u een element wilt opmaken, klikt u op het element en vervolgens op Opmaak.Selecteer de gewenste opmaakopties op de tabbladen Lettertype, Rand of Opvulling. Als u bestaande opmaak uit een element wilt verwijderen, klikt u op het element en klikt u vervolgens op Wissen.
Een draaitabel is een krachtig hulpmiddel om gegevens te berekenen, samen te vatten en te analyseren om vergelijkingen, patronen en trends in uw gegevens te zien. Draaitabellen werken een beetje anders, afhankelijk van het platform dat u gebruikt om Excel uit te voeren.
Draaitabellen zijn handig om gegevens samen te vatten, te analyseren, te verkennen en overzichtelijk te presenteren. In de webversie van Excel kunt u ook gelijktijdig met anderen samenwerken aan een draaitabel. Selecteer de cellen waarvan u een draaitabel wilt maken. Selecteer Invoegen > Draaitabel.
Je kunt draaitabellen gebruiken om een grote gegevensset kleiner te maken of relaties tussen gegevenspunten te bekijken. Een draaitabel is bijvoorbeeld handig om te analyseren welke verkoper in een specifieke maand de meeste inkomsten heeft gegenereerd.