Geen regels studieduur vmbo, havo, vwo Er zijn geen wettelijke regels die zeggen hoe lang iemand over vmbo, havo of vwo mag doen. Zonder vertraging duurt het vmbo duurt 4 jaar, havo 5 jaar en vwo 6 jaar. Een leerling mag in de regel niet meer dan 1 jaar blijven zitten in dezelfde klas.
Een leerling gaat over als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: Hij/zij heeft geen tekorten bij de kernvakken en maximaal 3 tekorten bij de andere vakken. Het gemiddelde over alle vakken is 6,0 of hoger. Hij/zij heeft 1 tekort bij de kernvakken en maximaal 2 tekorten bij de andere vakken.
In de Nederlandse wet staat niet dat een school verplicht is om een kind wel of niet te laten zitten. Scholen zijn vrij om te bepalen onder welke voorwaarden een leerling overgaat. Wel kun je als ouder via de MR van de school invloed op het proces uitoefenen.
Uit meerdere internationale en Nederlandse onderzoeken blijkt dat zittenblijven in het algemeen geen positief effect heeft op de (cognitieve) leerprestaties, ook niet op langere termijn.
De school beslist of uw kind overgaat naar de volgende groep of klas. Hier bestaan geen wettelijke regels voor. In de schoolgids staat hoe de school omgaat met overgaan en zittenblijven.
Als je bent gezakt, kun je het havo examenjaar overdoen. Je doet dan het jaar daarna opnieuw het volledige centraal examen. Je kunt ook in het volwassenenonderwijs (vavo) examen doen voor de vakken die je nog niet hebt gehaald.
De afrondingsregel
Dat rekenkundig gemiddelde moet voldoende zijn; 5,5 of hoger. Je bent geslaagd bij een gemiddelde van 5,50 of hoger, maar niet met een gemiddelde van 5,49.
De havo heeft het laagste slagingspercentage (87%) van alle schoolsoorten.
Je kunt binnen de bovenbouw van havo en vwo overstappen. Van de havo naar het vwo en andersom. Met een havodiploma stap je over naar 5 vwo.
Nee, je mag maximaal 2 vijven OF 1 vijf en 1 vier OF 1 vier hebben op je eindlijst.
Toegestane uitzonderingen eindcijfers
Je bent geslaagd als al je eindcijfers 6 zijn of hoger, met de volgende uitzonderingen: Je mag één eindcijfer 5 halen, maar de overige vakken moeten dan allemaal een 6 of hoger zijn.
„Vooral de vierde klas havo staat al jaren als probleemklas bekend. Daar blijven de meeste leerlingen zitten. Onderzoeken hiernaar hebben nooit keiharde oorzaken aangewezen, maar in de onderwijswereld worden wel steeds dezelfde verklaringen genoemd.”
Slagingspercentage
In examenjaar 2023 slaagde 89,4% van alle kandidaten voor hun eindexamens. Dit percentage is lager dan de periode waarin er extra examenmaatregelen getroffen waren vanwege de coronapandemie (examenjaren 2020, 2021 en 2022).
Je bent cum laude geslaagd als je met een gemiddelde van een 8 of hoger slaagt. De precieze eisen per schoolniveau vind je hier. Is een 5.5 voldoende? Ja, alle cijfers boven een 5.5 zijn voldoende.
O = Resultaten: leerling scoort consequent onvoldoende op lees- en schrijftoetsen. Werkhouding: leerling beschikt over weinig reflectievermogen en toont geen of weinig inzet. T = Resultaten: hoeveelheid inzet is niet in balans met de behaalde resultaten.
Je bent geslaagd wanneer je eindcijfer voor Wiskunde een 4,5 is en voor Engels en Nederlands een 5,5.
De meeste leerlingen die gezakt zijn, doen het examenjaar opnieuw. Dat betekent dat je kind alle vakken uit het schooljaar opnieuw doet. Dus ook de vakken die je kind wel gehaald had. Kijk altijd in de schoolgids voor de schoolregels over zittenblijven in het examenjaar.
Van havo-5 direct naar vwo-6 De reguliere route is instromen in vwo-5, maar soms wordt ook toegestaan om direct naar vwo-6 door te stromen. Dan sla je in feite vwo-5 over. Om daarvoor in aanmerking te komen, gelden wel strenge eisen en is er een selectietraject.
Het vwo is niet veel moeilijker dan havo
De meerderheid vindt het vwo niet veel moeilijker dan de havo, al neemt de moeilijkheidsgraad wel iets toe naarmate je verder komt. Er wordt dieper op de stof ingegaan en je hebt meer inzicht nodig, ondervond Hugo.
Een gevolg van zittenblijven is dat een leerling een jaar langer doet over de schoolloopbaan. In 2019 bleef tien procent van de leerlingen in het basisonderwijs zitten.In het voortgezet onderwijs bleef dat jaar zes procent van de leerlingen zitten. Leerkrachten en docenten beslissen of een leerling blijft zitten.
Een docent mag iemand laten nablijven. In de onderwijswetten zijn hier geen regels over vastgelegd. Middelbare scholen mogen de regels zelf opstellen. Wel moeten ze de straffen in het leerlingenstatuut opnemen.
Op de havo blijven leerlingen het vaakst zitten, in bijna 15 procent van de gevallen. Op het vwo en vmbo-t/g is dit ruim 9 procent, op de overige vmbo-niveaus een stuk minder. De meeste leerlingen blijven steken in het jaar voor hun eindexamen, in havo-4 zelfs 19 procent.