Waarden die ook nagekeken worden in het bloed bij hartklachten zijn de BNP en NT pro-BNP. Deze stofjes komen vrij als de hartspier lang onder hoge druk staat. Een verhoogde waarde van deze stofjes in het bloed kan wijzen op hartfalen en is altijd een reden om aanvullend onderzoek te verrichten.
De huisarts zal vragen naar je medische voorgeschiedenis en medicijngebruik. Ook doet de huisarts lichamelijk onderzoek. De huisarts zal daarbij naar je hart en longen luisteren, je bloeddruk en pols meten en onderzoeken of en waar je vocht vasthoudt.
Hartfalen treedt op wanneer het hart niet voldoende bloed door het lichaam kan pompen. Als gevolg daarvan hoopt zich vocht op in de benen, longen en andere weefsels in het lichaam.
Vaststellen hartfalen
Je vertelt je arts wat voor klachten je hebt. Bij ongewone vermoeidheid, kortademigheid of vochtophoping kan de arts aan hartfalen denken. De arts controleert je bloeddruk, hartritme en gewicht. Ook luistert hij naar je longen en het hart.
Systolisch hartfalen
De systole is de fase van de hartslag waarin het hart zich samentrekt. Bij systolisch hartfalen trekt de hartspier niet krachtig genoeg samen. Het hart pompt per hartslag veel minder bloed rond dan normaal.
Bij klachten in de borststreek wordt een ECG of hartfilmpje gemaakt. Vroeger moest u daarvoor naar het ziekenhuis. Nu kan dat ook bij uw huisarts.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
Vaak lijkt de pijn van een andere plaats dan het hart zelf te komen, meestal uit een gebied tussen buik, kaak en bovenarmen. Angina uit zich het meest door een samensnoerende pijn midden op de borst, die vooral bij mannen vaak uitstraalt naar de binnenkant van de linkerarm.
Zo was een harslag in rust tussen 51 en 80 slagen per minuut gelinkt met een 40 tot 50 procent hoger risico op een vroege dood, in vergelijking met degene met een hartslag onder de 50 slagen.
een licht gevoel in het hoofd. pijn in de nek. gevoel dat het hart heel snel of heel hard klopt. pijn in de rechterschouder of rechterarm.
Hartfalen: Bij een hoge bloeddruk moet het hart ook steeds harder werken om het bloed rond te pompen. Je hartspier wordt dan dikker en stijver. De pompkracht neemt af en er kan hartfalen ontstaan. Schade aan andere organen: ook je ogen en nieren kunnen bijvoorbeeld schade oplopen.
Vaak plassen `s nachts; het hart hoeft 's nachts vaak minder hard te werken waardoor het bloed weer beter weggepompt wordt. Er stroomt meer bloed door de nieren waardoor je vaker moet plassen. Minder gaan plassen; dit komt door de slechtere doorbloeding van de nieren.
Van de personen met een lichte vorm van chronisch hartfalen leeft ongeveer de helft nog minimaal 10 jaar. De helft van de patiënten met ernstig chronisch hartfalen of acuut hartfalen heeft een levensverwachting van minder dan 2 jaar.
De kleinste taken zijn al te veel gevraagd en dat kan zorgen voor gevoelens van falen. Als je een burn-out hebt, dan heb je vaak ook veel klachten die voorkomen bij een depressie. Zo voel je je vaak somber, lusteloos en heb je last van schuldgevoelens. De ziektebeelden zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Als je hartkloppingen hebt, haal je vaak veel te snel adem. Om controle te krijgen over die ademhaling is het goed ademhalingsoefeningen te doen. Zoek bijvoorbeeld een rustig plekje om controle te krijgen over je ademhaling en tot rust te komen. Probeer door je buik te ademen.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
Gaat het niet goed, dan ontstaat er een hartritmestoornis. De meeste hartziekten hebben gevolgen voor het prikkelgeleidingssysteem en laten daarom sporen na op een ECG. Om een hartinfarct snel te kunnen herkennen, is een ECG een belangrijk onderzoek. Het grafiekje van een ECG kun je vergelijken met een bergetappe.
Wanneer bij de beschrijving van een ECG de term 'oud infarct' wordt gebruikt, zijn er afwijkingen in de QRS-complexen die kunnen zijn veroorzaakt door de aanwezigheid van een transmuraal litteken in de ventrikelwand.
Eet ook geen snacks en kant-en-klare maaltijden met veel zout, zoals soep, pizza en chips. Kijk bij het Voedingscentrum hoe u minder zout kunt eten. Let op: gebruik geen zout-vervangers waar kalium in zit, zoals kaliumzout. Kaliumzout kan gevaarlijk zijn als u medicijnen tegen hartfalen gebruikt.
Indien de linker harthelft onvoldoende pompt, raken de bloedvaten van de longen overvol waardoor stuwing en vochtophoping ontstaan en kortademigheid en kriebelhoest kunnen optreden.
Bij rechtszijdig hartfalen hoopt zich vooral vocht op in de voeten, enkels, benen, lever en buik. Vocht in de lever of maag geeft klachten zoals misselijkheid en gebrek aan eetlust. Op den duur neemt het lichaam het voedsel niet meer goed op en verlies je gewicht en spiermassa.